Dat blijkt uit een jaarlijks rapport van adviesbureau PwC onder bijna 800 CEO’s uit Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Inmiddels ziet 53 procent van de CEO’s de kosten voor energie en grondstoffen als de grootste bedreiging voor hun bedrijfsvoering – een stijging met 7 procent ten opzichte van vorig jaar. Van de West-Europese CEO’s noemt bijna een kwart de situatie zelfs extreem zorgwekkend.
De kwestie stoot daarmee de zorg om consumentenbesteding en –gedrag van de troon als grootste bedreiging.
CEO’s willen probleem aanpakken
De CEO’s willen niet bij de pakken neerzitten: bijna de helft van de ondervraagde CEO’s geeft aan hun focus op het aanpakken van de kwestie te willen vergoten. "In een veel uitdagender milieu voor zakelijke groei, kan het bedrijfsleven zich geen heftige prijsschokken van energie en hulpbronnen veroorloven,” zei Richard Gledhill, partner bij de duurzaamheidsdivisie van PwC. “Het is dus geen verrassing dat energie- en grondstofkosten steeds hoger op de lijst komen van bedreigingen voor toekomstige groeiperspectieven."
In een veel uitdagender milieu voor zakelijke groei, kan het bedrijfsleven zich geen heftige prijsschokken van energie en hulpbronnen veroorloven Richard Gledhill, duurzaamheidspartner PwC
Toch lijken de CEO’s niet direct tot actie over te gaan. Ongeveer 40 procent zegt geen veranderingen omtrent de kwestie te verwachten. Een op de vier CEO’s is van plan om de investeringen te vergroten in het veiligstellen van natuurlijke hulpbronnen die van cruciaal belang zijn voor het bedrijf. Slechts een derde van de respondenten meent dat extreme gebeurtenissen zoals natuurrampen als gevolg van klimaatverandering een negatieve invloed op hun bedrijf zouden kunnen hebben.
Bedrijfsleven hoofdverantwoordelijke
De VN-klimaatonderhandelingen in Doha van vorige week waren volgens velen teleurstellend. Het falen van de politici om tot een langetermijnovereenkomst over klimaatverandering te komen, legt de verantwoordelijkheid om milieuproblematiek aan te pakken bij het bedrijfsleven, concludeert PwC.
De naties zijn tot de overeenkomst gekomen om het Kyoto Protocol te verlengen tot 2020, maar concrete nieuwe afspraken zijn niet gemaakt. De onderhandelingen werden grotendeels beschouwd als een kans om losse eindjes aan elkaar te knopen en waren slechts de start om tot een langetermijnverdrag te komen in 2015.
"De Doha-klimaattop was een kleine stap in de richting van een langetermijnverdrag over klimaatverandering,” zegt Gledhill. “Voor het bedrijfsleven kan een lange-termijnverdrag niet snel genoeg komen als ze de investeringen willen maken die nodig zijn om ons op een koolstofarme spoor te zetten.”
Bron: Environmental Leader
Foto: Bonnie Natko
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in