Autofabrikant Volkswagen werkt samen met het Duitse EnerKíte aan energieopwekking voor laadpalen die niet zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
De elektrische auto neemt een steeds prominentere plaats in op de weg. Dat betekent ook uitbreiding van de bijbehorende laadinfrastructuur. Het Europees Parlement en de lidstaten bereikten afgelopen week een akkoord over de uitbreiding van het aantal laadpalen en waterstofvulpunten langs de Europese snelwegen. Zo moet er in 2027 iedere 60 kilometer een laadpaal staan.
Laden los van het elektriciteitsnet
De ambities en plannen zijn er, maar het is niet overal mogelijk om laadpalen aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Daarom kijken Volkswagen en EnerKíte om, los van het net, toch laadpalen te installeren.
Dat doen ze met behulp van ‘vliegende windturbines’. Een vlieger, die oogt als een klein zweefvliegtuig, wordt met behulp van een grondmachine in de lucht gebracht (zie filmpje). De wind zorgt ervoor dat de vlieger in de vorm van achtjes blijft vliegen. De vlieger is met kabels verbonden aan een zogenoemd grondstation. Op die kabels staat zo veel spanning, dat de beweging ervan een generator kan aandraaien.
De energie kan direct op locatie worden gebruikt, bijvoorbeeld voor laadpalen om elektrische auto's op te laden.
Twee keer zoveel opbrengst
De windturbines van EnerKíte kunnen volgens het bedrijf tweemaal de jaarlijkse opbrengst van een conventionele windturbine met hetzelfde vermogen bereiken. Bovendien is er voor het hele apparaat minder staal en beton nodig, zo’n 90 procent minder dan bij de traditionele windturbine.
EnerKíte is in 2010 opgericht door windenergie-experts, luchtvaartingenieurs en vliegerliefhebbers. Het project Autarkic Mobile Charging Infrastructure, waarin EnerKíte samenwerkt met Volkswagen, loopt tot eind 2024.
Meer lezen?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in