Eerder dit jaar stelde de Europese Commissie haar strengere emissienormen voor. Naast het 2040-doel kent de wetgeving ook normen voor 2030 en 2035. In die jaren moet de CO2-uitstoot van nieuwe vrachtwagens afgenomen zijn met respectievelijk 45 en 65 procent ten opzichte van 2019. Ook werd voorgesteld om de CO2-uitstoot van stadsbussen in 2030 terug te brengen naar nul.
“Om onze doelstellingen op het gebied van klimaat en nulvervuiling te bereiken, moeten alle onderdelen van de transportsector actief bijdragen”, zei toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans daar toen over. “In 2050 moeten bijna alle voertuigen op onze wegen emissievrij zijn. Onze klimaatwet vereist het, onze steden eisen het en onze fabrikanten bereiden zich erop voor.”
Nu hebben de klimaatministers van de EU-lidstaten ingestemd met de wet. Alleen de voorgestelde norm voor stadsbussen stellen ze enigszins uit; van 2030 naar 2035. Dit werd besloten nadat (onder andere) Frankrijk en Estland lieten weten de doelstelling onrealistisch te vinden.
Eisen van transporteurs
Stijn Oosterhoff van brancheorganisatie BOVAG ziet veel redenen om optimistisch te zijn over het halen van de aangescherpte emissienormen. “Door het per 2025 invoeren van lage-emissiezones in veel Nederlandse steden zal het wagenpark verder vergroenen. Het aanbod van schone voertuigen stijgt in de volle breedte van de verschillende merken en dat zal de komende jaren blijven toenemen. Daarnaast stellen grote klanten van transporteurs en verladers steeds meer eisen aan de wijze van vervoer. Zij zullen steeds meer aan de vraag van hun klanten gaan voldoen.”
Klus voor fabrikanten
Tegelijk noemt Oosterhoff het een hele opgave om een emissiereductie van 90 procent te realiseren. “Hoewel 2040 nog ver weg is en de haalbaarheid dus moeilijk in te schatten, is het wel een ambitieus doel. Er is een versnelling nodig om dit mogelijk te maken. Fabrikanten (van vrachtwagens, red.) moeten hun productie steeds meer op schone voertuigen gaan richten, en dat kost tijd en geld. Zo zal een groot deel van de huidige capaciteit voor de bouw van dieselvoertuigen vervroegd moeten worden afgeschreven. Maar vergeet niet dat dit alleen maar kan als ook de benodigde infrastructuur van laadvoorzieningen in de EU tijdig meegroeit.”
Geld vanuit kabinet
Vorige maand maakte staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) bekend dat het demissionaire kabinet 125 miljoen euro uittrekt voor de uitrol van nieuwe waterstoftankstations en -voertuigen. Die stations zijn ideaal voor bijvoorbeeld vrachtwagens, stelde ze: “Waterstof kan hiermee echt gaan doorbreken. De belofte van waterstof is er al jaren. Zeker voor ondernemers die over langere afstanden schoon willen rijden met een zwaardere auto, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan waterstof ideaal zijn”.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in