Zero-emissiezones beloven een schonere stad, maar ‘grijze file moet geen groene file worden’

Veertien gemeenten starten op 1 januari 2025 met een zero-emissiezone voor stedelijk vrachtverkeer. Het doel: leefbare steden. Maar daarvoor is meer nodig. ‘Je moet anders gaan denken over mobiliteit.’

Getty Images 2184447874
Afgezien van bepaalde landelijke en lokale vrijstellingen, geldt een zero-emissiezone voor al het vrachtverkeer in stedelijke gebieden. | Credit: Getty Images

Veertien gemeenten starten vanaf 1 januari 2025 met een zero-emissiezone. “Sommige gemeenten kiezen voor een klein gedeelte van de binnenstad, bijvoorbeeld Amsterdam. Andere gemeenten voor bijna heel de stad, daar is Rotterdam een voorbeeld van", vertelt Walther Ploos van Amstel, lector stadslogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam.

De steden die een zero-emissiezone invoeren zijn Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Amersfoort, Zwolle, Delft, Utrecht, Tilburg, Leiden, Assen, Eindhoven, Gouda, Maastricht en Nijmegen. Volgens overheidswebsite Op Weg Naar Zes volgen later vijftien andere gemeenten.

Afgezien van bepaalde landelijke en lokale vrijstellingen, geldt een zero-emissiezone voor al het vrachtverkeer in stedelijke gebieden. Ploos van Amstel: “Als je op schone diesel rijdt, mag je nog tot ongeveer 2028 de stad in met je bestelwagen. Met een schone vrachtwagen zelfs tot 2030. Maar nieuwe voertuigen met een nieuw kenteken moeten vanaf volgend jaar elektrisch zijn als je in de binnenstad wil komen.”

Politieke weerstand

Vanuit politiek Den Haag heeft de zero-emissiezone de wind tegen. In het door de landelijke coalitiepartijen gesloten hoofdlijnenakkoord staat dat ‘bezien wordt op welke manier het instellen van zero-emissiezones kan worden uitgesteld’. Een meerderheid van partijen in de Tweede Kamer riep eerder op om de zones uit te stellen zodat ondernemers zich er langer op kunnen voorbereiden. Staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) gaf aan dat hier geen draagvlak voor was bij gemeentes, maar heeft die gemeentes wel gevraagd terughoudend te zijn met het uitdelen van boetes in het eerste jaar. De gemeentes zelf willen zich maximaal een half jaar coulant opstellen.

Uiteindelijk maken de Haagse ontwikkelingen niets uit, meent Ploos van Amstel. Uiteindelijk zijn het namelijk de gemeenten die de bevoegdheid hebben om hierover te beslissen. “De staatssecretaris kan hier nog zo hard tegenaan proberen te schoppen, uiteindelijk kunnen gemeenten met plannen voor een zero-emissiezone gewoon doorgaan.”

Informatievoorziening

Voor gemeentes is het nu de prioriteit om tijdig vervoerders in te lichten die met vrachtvervoer de stad willen blijven inrijden. “Onze grootste uitdaging is om met de juiste informatie de bedrijven en ondernemers op de hoogte stellen van wat er te gebeuren staat”, vertelt Michael van Wijngaarden, adviseur duurzame logistiek bij de gemeente Rotterdam. “Gemeentes hebben met hun informatievoorziening niet altijd het grote publiek weten te bereiken. Gelukkig is die informatievoorziening de afgelopen twee jaar wel in een stroomversnelling geraakt. De kennis van ondernemers is groter dan we eerst dachten, maar toch blijken veel mensen nog niet goed op de hoogte van de regels omtrent zero-emissiezones.”

Desondanks blijken veel ondernemers goed op weg hun vloot klaar te maken voor zero-emissiezones. Maar er is ook ergernis, merkt Van Wijngaarden. “De aard van de klachten loopt uiteen, maar er wordt met name getwijfeld aan de technische haalbaarheid van een zero-emissiezone. En natuurlijk zijn er ook mensen ontstemd over de komst van de zones. Ondernemers houden niet van onzekerheid, dat is natuurlijk helemaal begrijpelijk. Maar transities kennen altijd een periode als deze, waarin ondernemers bepaalde zaken nog goed moet uitzoeken. Dat is onvermijdelijk.”

Walther Ploos van Amstel, Michael van Wijngaarden en Ralph Oduber deelden hun kennis over zero-emissiezones in een webinar georganiseerd door bouwbedrijf Heijmans in samenwerking met Duurzaam Gebouwd. Dit webinar kun je hier terugkijken.

Schonere lucht

Het verminderen van de CO2-uitstoot is een grote drijfveer voor gemeenten om een zero-emissiezone in te voeren. Maar ook een schonere lucht is belangrijk, om de leefbaarheid in steden te vergroten en zo het welzijn van de inwoners te verbeteren. Experts wijzen erop dat een leefbare stad niet alleen bestaat uit minder luchtvervuiling. Daar hoort namelijk ook een stadslogistiek bij die niet voor overmatige drukte zorgt.

“Een leefbare stad creëer je niet door alleen maar in te zetten op CO2-vriendelijke vrachtwagens”, benadrukt Ploos van Amstel. “Je moet inzetten op veel mínder vrachtwagens in de stad. De grijze file moet niet een groene file worden. Dus met zero-emissiezones ben je nog niet klaar.”

Minder vrachtverkeer dus, en minder grote voertuigen die zich een weg door kleine binnensteden banen. “Ik zie veel ondernemers daar al op anticiperen”, zegt Van Wijngaarden. “Ze zijn bewust bezig met het vervoermiddel waarmee ze de binnenstad willen inrijden, en gaan bijvoorbeeld van een grote naar een kleinere bestelauto of zelfs bakfietsen.”

“Het gaat niet alleen om het vervangen van mobiliteit, maar ook om het anders denken over mobiliteit”, zegt Ralph Oduber, hoofd logistieke oplossingen bij bouwbedrijf Heijmans. Heijmans zet bij zijn bouwprojecten in op duurzame stadslogistiek door de aanvoer van bouwmaterialen te clusteren en uitstootvrij naar steden te vervoeren. Het bedrijf probeert het aantal vervoerbewegingen te verminderen, wat niet alleen de leefbaarheid van steden vergroot maar ook de kosten voor (toekomstige) gebouweigenaren verlaagt.

“Bij onze projecten zijn we veel bezig met oplossingen die vervoersbewegingen aanzienlijk verminderen. Door de logistieke keten anders in te richten en op sleutelgebieden hubs te plaatsen, weten we in een zeer korte tijd eigenlijk al 90 procent van alle toeleverende ritten in een stad te voorkomen. En wat er overblijft, vervoeren we emissieloos.”

Oduber geeft aan dat Heijmans zelf ook zijn best doet om de eigen vloot voertuigen te verduurzamen. Van de ruim 3.000 personenauto’s zijn er inmiddels zo’n 1.500 elektrisch, van de ongeveer 900 bestelbusjes zijn dat er 200 tot 300. Ook geeft het bedrijf jaarlijks 12 miljoen euro uit aan het elektrificeren van zwaar bouwmaterieel, zoals bulldozers, graafmachines en kranen.

Technologische ontwikkeling

Met de focus van autofabrikanten op batterij-elektrische voertuigen, schakelen steeds meer bedrijven over op elektrische mobiliteit om hun vloot toekomstbestendig te maken. Maar ook waterstof maakt steeds meer naam als brandstof, vooral als oplossing voor transportmiddelen die geen of weinig toegang hebben tot laadinfrastructuur.

Heeft waterstof een plek in duurzame stadslogistiek? Waterstof is vooralsnog een dure optie, ziet Ploos van Amstel. “Er komt zeker een infrastructuur voor waterstof en die zal een rol gaan spelen in de logistiek, maar het zal een niche-segment zijn. Waarschijnlijk maakt straks ongeveer 10 procent van de vrachtwagens in Europa er gebruik van, voor hele lange ritten. Voor stadslogistiek zie ik geen directe toepassing.”

“De grootste ontwikkeling vindt vooral plaats in de markt van batterij-elektrische voertuigen”, voegt Van Wijngaarden daaraan toe. “Het gaat daar zó snel dat we volgend jaar vanuit China batterijen gaan zien met een twee keer zo hoge energiedichtheid. Dat betekent nogal wat.”

Samenwerken in de keten

Volgens Oduber moet geenszins de indruk worden gewekt dat het gewicht van een duurzame stadslogistiek volledig op de schouders van (kleine) ondernemers rust. Het verduurzamen van stadslogistiek is een activiteit die volgens Heijmans het beste uitgevoerd kan worden door middel van intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen.

“Ik zou het goed vinden als we volop inzetten op samenwerking in de logistieke keten”, zegt Oduber. “Er zijn straks veertien steden met een zero-emissiezone. Ik hoop dat we in al die steden samen kijken naar logistieke oplossingen, dus niet alleen met grote bedrijven maar ook met kleinere, specialistische ondernemers. Het is dus niet alleen het probleem van die kleine ondernemers, we bouwen met elkaar aan oplossingen. Eigenlijk wil ik iedereen oproepen: vraag aan andere partijen in jouw keten of je in kunt stappen in een bestaande oplossing, bijvoorbeeld een lokale hub van waaruit je kunt werken. Dat maakt het een stuk makkelijker.”

En, niet onbelangrijk: het meebewegen met een zero-emissiezone is ook simpelweg commercieel verstandig, meent Ploos van Amstel. “Sommige ondernemers zeggen dat ze niet meer naar hun klanten zullen reizen als die zich in zero-emissiezones bevinden. Maar dat is onrealistisch. Dan ben je die klant namelijk gewoon kwijt en die krijg je nooit meer terug. Het is voor ondernemers heel simpel: niet meer naar je klant toe? Toedeloe!”

Dit artikel is gemaakt door een van onze expertredacteuren in samenwerking met onze partner Heijmans. Change Inc. werkt met partners die de klimaattransitie aanjagen. Zij kunnen cases presenteren waar anderen zich aan kunnen optrekken en zijn eerlijk over de uitdagingen. Niet één bedrijf is al 100 procent duurzaam, maar veel zijn onderweg. Dankzij ons partnermodel zijn onze artikelen gratis toegankelijk voor iedereen. Benieuwd naar hoe wij werken? Klik hier.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu