Het elektriciteitsnet in Nederland zit op de meeste plaatsen vol. Vanwege die netcongestie kunnen nieuwe, grote bedrijven of wind- en zonneparken niet meer aangesloten worden. De RET wil in Rotterdam meehelpen die congestie op te lossen. Het OV-bedrijf transporteert jaarlijks 90.000 megawattuur stroom over zijn net, ongeveer net zoveel als het jaarverbruik van 36.000 huishoudens. Maar als de trams en metro’s ’s avonds en in de daluren stilstaan, is er nog transportruimte genoeg over op dat netwerk. “Wij hebben een heel groot energienetwerk, net als vele OV-bedrijven. Daar moeten we slim mee omgaan en het optimaal gebruiken”, vertelde Leo Vliegenthart, assetmanager bij RET, tijdens het congres ‘Noodzaak van Storage’ in Den Haag.
Langste verlengsnoer
Hij noemt het net van OV-bedrijven als de RET het ‘netwerk van de toekomst’. “Eigenlijk is ons netwerk gewoon het langste verlengsnoer van Rotterdam. We lopen van noord naar zuid en van oost naar west. Vroeger was het gewoon een eigen netwerk om te zorgen dat je rijdt. We hebben grote pieken in de ochtend en in de avond, maar op de dag minder en ‘s nachts rijden we helemaal niet”, vertelt hij. Al die overtollige capaciteit kan volgens hem maatschappelijk nuttig gebruikt worden. Dat gebeurt nu door het stroomnet van de RET te verbinden met de elektrische laadpleinen die de gemeente Rotterdam aanlegt bij de metrostations Meijersplein en Rotterdam Alexander. In feite fungeert het RET-net zo als een grote batterij.
Landelijk DC-net
Dat kan niet zomaar. In Nederland beheren netbeheerders de stroomnetten. Om een eigen elektriciteitsnet te mogen beheren moet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een ontheffing verlenen voor een zogeheten gesloten distributiesysteem (GDS). Die ontheffing kreeg de RET in juli van dit jaar. Daardoor kunnen de laadpleinen straks geladen worden via het stroomnet van de RET. Behalve het oplossen van de lokale netcongestie heeft dat nog een ander voordeel: het stroomnet van de RET werkt op gelijkstroom (DC) en niet op wisselstroom (AC), zoals het Nederlandse net. Omdat elektrische voertuigen ook op DC rijden, kunnen ze via een DC-net sneller laden. “Dit is de landelijke start om het DC-net te delen”, stelt Vliegenthart. “We moeten die netten van de vervoersbedrijven vaker gebruiken en aan elkaar koppelen.”
Verder kunnen aannemers die aan de tram- of metrosporen werken hun elektrisch materieel ter plekke opladen via het RET-net via een omvormer aan de bovenleiding. Zonder de trams en metro’s te storen.
Extra stopcontact
Van het overtollig vermogen van het metro- en tramnet 's nachts en op daluren kan het OV-bedrijf 220 megawatt beschikbaar stellen. Daarmee kan de RET een aardige stekkerdoos zijn voor Rotterdam. Als andere OV-bedrijven aanhaken bij het initiatief, krijgen veel grote steden er een extra stopcontact bij. Zo is ProRail al aan het kijken of het treinstroomnet op deze manier ingezet kan worden. Ook de Haagse Tram Maatschappij (HTM) heeft inmiddels van de ACM toestemming gekregen om zijn bovenleidingen te mogen inzetten voor laadpalen.
Energiebank
Maar de RET heeft niet alleen stroomcapaciteit over, het heeft zelf ook een probleem. Het OV-bedrijf komt op sommige momenten energie tekort. Omdat er in de toekomst meer elektrisch vervoer bij komt naar nieuwe wijken en tijdens grote evenementen, moet de RET investeren in nieuwe onderstations, die de stroom leveren aan de tram- en metrolijnen. Dat zou 28 miljoen euro kosten. Die extra capaciteit zou slechts 30 dagen per jaar nodig zijn. De oplossing: een batterij. Of zoals RET hem noemt: een energiebank. Op 2 december wordt de batterij van 1 megawatt geopend. Een Europese primeur.
Remenergie opslaan
Volgens Vliegenthart lost de batterij veel problemen op. De RET hoeft geen miljoenen te investeren in onderstations. Daar is ook geen ruimte voor en regionaal netbeheerder Stedin zou die acht of negen stations ook niet kunnen aansluiten. De batterij gaat ook remenergie van trams opslaan en terugleveren wanneer nodig. Hij is verplaatsbaar, zit in een container en kan neergezet worden waar hij op dat moment nodig is. Hij zou zelfs stroom aan derden kunnen leveren, zoals aan andere OV-bedrijven en ProRail.
Vijf jaar drammen
Volgens Vliegenthart is dit niet allemaal vanzelf gegaan. “Dit heeft me vijf jaar gekost. Vijf jaar drammen, zeuren en mekkeren, ook bij het ministerie. Uiteindelijk heb ik het ministerie mee”, zegt hij. Dat heeft ertoe geleid dat de OV-bedrijven op 22 oktober met het ministerie aan tafel zitten om de slimme inzet van hun netwerken en van batterijen op landelijke schaal te bespreken.
Lees ook:
- Netcongestie in Groningen? Novar bouwt gewoon zijn eigen elektriciteitsnet
- Batterijopslag in Nederland verdriedubbeld: eigenaren zonnepanelen kopen massaal thuisbatterijen
- Nieuw zonnepark Almere levert stroom voor 17,5 miljoen elektrische kilometers in Metropool Regio Amsterdam
- Nederland kan met 1.200 ‘energy hubs’ netcongestie en CO2-uitstoot fors verminderen
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in