James Hallworth is commercieel manager Circular & Renewable Industry bij Port of Amsterdam en is medeverantwoordelijk voor de circulaire economie die in het havengebied ontstaat. Port of Amsterdam heeft speciaal voor deze nieuwe economie 21 hectare grond gereserveerd. In 2021 moeten die vierkante meters volledig zijn uitgegeven aan circulaire en biobased bedrijven. “Dat gaat hartstikke goed en gaan we gemakkelijk redden”, denkt Hallworth.
Plastic hub van Amsterdam
Plastic is zowel een belangrijke als uitdagende afvalstroom in de toekomstvisie van Port of Amsterdam. Belangrijk omdat plasticvervuiling een steeds groter probleem is, uitdagend omdat het materiaal uit allerlei verschillende fracties bestaat. Hallworth: “PET, HDPE, PP, PVC; plastic kent allerlei varianten, die allemaal op hun eigen manier verwerkt worden. Het zou geweldig zijn als dat allemaal op één locatie gebeurt.”
Port of Amsterdam wil die locatie zijn. Een plastic hub dus, waar een circulaire economie kan opbloeien. In de praktijk moet dat er zo uitzien: plastics komen in bulk de haven binnen, worden in de haven gesorteerd in verschillende, hoogwaardige plasticstromen en krijgen in de haven een herbestemming. “Simpel gezegd: plastic afval komt aan de ene kant de haven binnen en komt er aan de andere kant uit als secundaire grondstof of nieuw product”, licht Hallworth toe.
Van end-of-life plastic naar transportbrandstof
Dat klinkt als toekomstmuziek, maar Port of Amsterdam is hard op weg om zo’n plastic hub te worden. Het havenbedrijf trekt allerlei nieuwe bedrijven naar het havengebied, die allemaal hun eigen niche hebben op het gebied van plasticrecycling. “De een kan iets met gebruikt PET, de ander heeft weer een herbestemming voor end-of-life plastics”, aldus Hallworth. “Als je die partijen vervolgens koppelt aan afvalverwerkers, kan het hard gaan.”
'Zo creëer je een ecosysteem op zeer regionale schaal'
Zo werd Integrated Green Energy Solutions (IGES), een bedrijf dat end-of-life plastics verwerkt tot transportbrandstof, gekoppeld aan Paro, inzamelaar en verwerker van industrieel (sloop)afval. “Die heeft een plasticstroom beschikbaar, waar IGES gebruik van maakt”, licht Hallworth toe. “Zo creëer je een ecosysteem op zeer regionale schaal: Paro zamelt afval in de Metropoolregio Amsterdam in, sorteert het in het havengebied en levert de plastics aan IGES. Als die nu ook nog een afzetmarkt vindt in het havengebied, voor de transportbrandstof die ze produceren, zet je echt stappen richting een circulaire economie.”
Circulaire economie als commerciële kans
Samenwerkingen zoals die tussen Paro en IGES moeten in de nabije toekomst veel vaker voorkomen in het havengebied. Port of Amsterdam zet hiermee niet alleen in op een beter milieu; de circulaire economie is ook gewoon commerciële kans. “Laten we daar eerlijk in zijn”, aldus Hallworth. “Wij willen steenkool tot en met 2030 uitfaseren, dus er komt er veel nieuwe ruimte vrij. Als je ziet waar de wereld heengaat, is het een logische en slimme keuze om die ruimte op te vullen met circulaire initiatieven.”
Het regionale ecosysteem dat Port of Amsterdam voor ogen heeft, neemt meer voordelen met zich mee. Het zorgt bijvoorbeeld voor meer werkgelegenheid en een beter vestigingsklimaat, stelt Hallworth. Ook voor bedrijven is een plastic hub in het havengebied wenselijk. Het aantal transportkilometers tussen de schakels in een keten wordt bijvoorbeeld fors teruggedrongen. “Het is daarnaast veel gemakkelijker om samenwerkingen op te starten als potentiele partners in de regio gevestigd zijn”, voegt Hallworth toe.
Marktmeester, matchmaker en co-creator
Aan Port of Amsterdam de schone taak om het ontstaan van een dergelijk ecosysteem te stimuleren en faciliteren. Hallworth ziet drie belangrijke rollen weggelegd voor Port of Amsterdam: marktmeester, matchmaker en co-creator. “We zijn marktmeester in de zin dat we de fysieke ruimte en milieuruimte beschikbaar stellen om een circulair ecosysteem te creëren”, zegt hij. “Dit zijn industriële processen, die voer je niet uit op de hoek van de straat. Je hebt te maken met zaken als grootschalig transport, stof en geluid. In Westpoort (het havengebied en omliggende bedrijventerrein, red.) hebben we de (milieu)ruimte om deze processen te faciliteren.”
21 hectare grond van de Port of Amsterdam is voor circulaire en biobased bedrijven gereserveerd
“Ten tweede treden we op als matchmaker omdat we een helicopterview van het havengebied, de stad en de omliggende regio hebben”, vervolgt hij. “Ons netwerk is daarnaast groot en onze naam doet deuren openen. Daarom zijn we goed in staat om de juiste partijen aan elkaar te verbinden.”
Ten derde treedt Port of Amsterdam op als co-creator. Het werkt bijvoorbeeld samen met regionale fondsen om financiering mogelijk te maken en leningen te verstrekken, maar soms gaat Port of Amsterdam een stapje verder: aandeelhouderschap. Zo nam het een aandeel in Bin2Barrel Holding, het moederbedrijf van IGES Amsterdam. “We zagen een bedrijf dat worstelde, maar een fantastisch plan had. Daarom zijn we ingestapt.”
Door de opkomst van de circulaire economie is de rol van het havenbedrijf in positieve zin veranderd, merkt Hallworth: “Vroeger waren we simpelgezegd een soort huisbaas: we gaven grond uit aan bedrijven en dat was het. Tegenwoordig gaan we echt partnerships aan met de bedrijven die zich hier vestigen, soms zelfs tot en met aandeelhouderschap. Dat is fantastisch: de neuzen staan dezelfde kant op en we trekken gezamenlijk op in deze transitie en het tackelen van de uitdagingen die ermee gepaard gaan.”
Port of Amsterdam als perfecte locatie
Volgens Hallworth is het Amsterdamse havengebied bij uitstek geschikt om te fungeren als circulaire hub. “Recyclen en verwerken van afval gebeurt hier al heel lang”, zegt hij. “We zijn sinds jaar en dag een belangrijk gebied voor bijvoorbeeld schrootoverslag. En veel grote recyclers, zoals Suez, Renewi, Beelen en Paro, zijn al jaren in de haven gevestigd. De basis is dus goed.”
'Vroeger waren we een huisbaas maar nu gaan we echt partnerships aan'
Daarnaast is de fysieke ligging van het havengebied uitstekend. Zo zorgt de nauwe verbinding met de hoofdstad, metropoolregio en hinterland ervoor dat grote volumes afvalstromen hun weg al vinden naar het havengebied. Daar komt bij dat Amsterdam te boek staat als kennishub op het gebied van de circulaire economie. De kennis en innovaties zijn dus aanwezig om de afvalstromen op een hoogwaardige en circulaire manier te verwerken.
“En zoals gezegd: wij hebben de fysieke ruimte en milieuruimte die nodig is om een circulaire economie op industriële schaal op poten te zetten”, aldus Hallworth.
Van oud naar nieuw
Met bovenstaande voordelen op zak, hoopt Port of Amsterdam stap voor stap de transformatie van een lineaire naar een circulaire economie te maken. Om uiteindelijk uit te groeien tot een circulair ecosysteem, waar verschillende afvalstromen gesorteerd, gerecycled en geupcycled worden tot secundaire grondstoffen of nieuwe producten.
Samenwerking is daarin het absolute sleutelwoord, stelt Hallworth. Met grote afvalverwerkers, innovatieve start-ups, de stad én de metropoolregio. Zo is van belang dat steeds meer niche-spelers zich in het havengebied vestigen, die de verschillende plasticstromen een herbestemming kunnen geven. De nieuwste aanwinst voor Port of Amsterdam is GBN-AGR (Grondbank Nederland Artificial Grass Recycling) een bedrijf dat end-of-life kunstgrasmatten verwerkt.
“GBN is een initiatief van verschillende bedrijven uit de kunstgrassector. Dat zijn bedrijven die groot zijn geworden in een lineaire economie en nu zelf de handschoen oppakken om hun product circulair te maken”, besluit Hallworth. “Dat is een geweldige stap, die in veel meer sectoren genomen moet worden. Dat willen wij als Port of Amsterdam maar al te graag faciliteren.”
In deze documentaire legt Port of Amsterdam meer uit over de ambities van de plastic hub:
Foto: Port of Amsterdam
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in