In Nederland is de ruimte voor onshore windparken beperkt, laat staan voor windmolens die honderden meters de hoogte in reiken. Maar in uitgestrekte landen als de Verenigde Staten en Australië is de situatie heel anders.
Het vervoeren van windturbineonderdelen naar de juiste plekken over de weg is alleen een helse klus. En met de hedendaagse groeispurt van turbines wordt die uitdaging in de toekomst niet makkelijker. Bruggen, tunnels, leidingen of wegdek dat simpelweg het gewicht van turbineonderdelen niet aankan vormen serieuze obstakels. Niet voor niets zijn de windmolens op zee al gauw twee keer zo groot als hun evenknieën op land.
Grootste vliegtuig ooit
Maar het Amerikaanse Radia verwacht dat dat in de toekomst gaat veranderen. Het bedrijf wil het grootste vrachtvliegtuig ter wereld bouwen, zodat op plekken die het wegennetwerk niet kan bereiken grote onshore windparken alsnog kunnen floreren.
Het vliegtuig van Radia moet Windrunner gaan heten en heeft een inhoud van 8.200 kubieke meter. Ter vergelijking: het tot nu toe grootste vliegtuig was de Russische Antonov An-225 met een inhoud van 1.160 kubieke meter. De nadruk ligt hier op ‘was’, aangezien het enige exemplaar in een hangar in Kiev onherstelbaar werd beschadigd door een Russisch bombardement in 2022.
Gigantische windturbines
De Windrunner kan volgeladen worden via een neus die omhoog klapt. Het vliegtuig moet een turbineblad kunnen vervoeren van 105 meter lang, of gelijktijdig drie turbinebladen van 85 meter. Volgens Radia hebben de meeste wegen vandaag de dag al moeite met bladen tot 70 meter. Het bedrijf berekende bovendien dat de gemiddelde afstand die een turbineblad aflegt, van fabriek naar windpark, in Europa 850 kilometer is. In de VS is dat 950 kilometer. Je kunt je voorstellen dat zo’n weg behoorlijk wat obstakels kent.
Milieu-impact
Hoewel luchttransport als een dure operatie klinkt, meent Radia dat de kosten min of meer gelijk zijn wanneer alle facetten van wegtransport worden meegenomen; van het verplaatsen van kabels en bruggen tot het inhuren van begeleidend transport. Verder heeft vliegen natuurlijk een stuk hogere milieu-impact dan vervoer over de weg. Over hoe deze vervuiling zich precies verhoudt tot de milieuwinst van nieuwe windturbines laat het bedrijf zich niet uit.
Groene waterstof
Radia ziet vooral potentie in grote onshore windparken aan de oost- en westkust van de VS. Hier waait het minder hard dan in het binnenland, maar wonen wel de meeste mensen. Met lagere windsnelheden zijn bovendien grote turbines nodig die meer wind vangen, zodat windparken rendabel worden. Ook ziet het bedrijf kansen voor windenergie in Noord-Afrika waar windparken in combinatie met elektrolysers kunnen zorgen voor groene waterstof. Op het ontbreken van landingsbanen op afgelegen plekken heeft Radia ook een antwoord. De Windrunner kan landen op een relatief korte en ruwe landingsbaan van 1.800 meter die niet eens volledig geasfalteerd hoeft te zijn.
Aan het roer van het sinds 2016 bestaande bedrijf staat MIT-luchtvaartingenieur Mark Lundstrom. Hij wist inmiddels al 100 miljoen dollar op te halen uit verschillende hoeken, zoals energiebedrijf LS Power en olie- en gasreus ConocoPhilips. Lundstrom wil nog dit decennium meerdere Windrunners de lucht in hebben.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in