De techniek richt zich op de koeling van de oplaadkabel. Dit is een heikel punt: de oplaadsnelheid is in theorie vooral begrensd door de warmte die ontstaat tijdens het opladen. Dit is hetzelfde principe als een laptopoplader die warm wordt. Maar bij een elektrische auto gaat er in korte tijd een heleboel stroom doorheen, waardoor er veel meer hitte ontstaat.
Daarom hebben opladers een koelsysteem. Maar deze systemen kunnen relatief weinig warmte afvoeren, waardoor laden langzaam is. De onderzoekers van Purdue hebben een hele nieuwe methode: een speciale vloeistof gaat langs het stroomcontact, waar het door de warmte verandert in damp. Deze damp zorgt voor koeling, condenseert weer tot vloeistof en zo is het cirkeltje rond.
Veel meer ampere
Het team werkt al 37 jaar aan deze koeltechniek. Door een samenwerking met Ford hopen ze nu een nieuwe toepassing te vinden in autoladers. Maar voor het zover is moet er nog een heleboel werk gebeuren. Zo is de nieuwe koeltechniek nog niet ‘in het echt’ getest met een elektrische auto. De onderzoekers lieten alleen zien dat de koeltechniek ervoor zorgt dat er maximaal 2400 ampere door de stekker kan. Dat is veel meer dan de 150 ampere die nu standaard is en ook de supersnelladers kunnen maar 520 ampere aan.
Maar als je echt in vijf minuten een volle accu wil, moet ook de aansluiting bij auto’s anders. Dat betekent dat het nog een generatie zal duren voor dit eventueel bruikbaar is. Kortom: dit onderzoek laat zien dat heel snel laden wel degelijk mogelijk is. Het duurt alleen even.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in