Dat beschrijven het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en onderzoeksinstituut TNO in het rapport Klimaatneutrale mobiliteit in 2050. Volgens de instellingen is het voor het eerst dat het onderzoek naar dit thema zo breed is uitgevoerd. Nieuw is dat onderzoekers ook hebben onderzocht hoe klimaatneutraliteit in 2050 behaald kan worden, in plaats van alleen te verkennen wat er met het huidige beleid wordt bereikt.
Mobiliteit
De mobiliteitssector is nog niet bepaald duurzaam te noemen. In 2022 zorgde binnenlandse mobiliteit met bijna 30 megaton voor 19 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Daar komt nog eens zo’n 46 megaton uitstoot van de internationale lucht- en scheepvaart vanuit Nederland bij. De sector ligt nog niet op koers om het klimaatneutrale doel te halen. Er is dus actie nodig.
Fossiele brandstoffen
De mobiliteitssector haalt zijn energie nog altijd voor een groot deel uit fossiele brandstoffen. In 2022 lag het aandeel fossiel in het energieverbruik van de binnenlandse mobiliteit op 92 procent. Het percentage uit biobrandstoffen was 7 procent en slechts 1 procent kwam uit elektriciteit. Bij de internationale lucht- en scheepvaart vanuit Nederland kwam in 2022 97 procent uit fossiele brandstoffen, tegenover 3 procent uit biobrandstoffen.
Wegverkeer
Het wegverkeer was in 2022 goed voor ongeveer een derde van de uitstoot. De verwachting is dat de vervoersvolumes in het wegverkeer tot 2050 verder toe zullen nemen. TNO en PBL voorspellen dat auto’s, vrachtwagens en bussen vooral elektrisch gaan rijden. Om dat te kunnen bereiken, moet de laadinfrastructuur wel op orde zijn. Ook moeten er genoeg grondstoffen beschikbaar zijn om accu’s te produceren. Daarnaast moet elektrisch rijden voor een grotere groep mensen bereikbaar worden, bijvoorbeeld door een goede tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s.
Een deel van het zware vrachtverkeer heeft zoveel energie nodig dat er meer laadoplossingen zoals batterijwisselstations nodig zullen zijn. Er wordt ook gewezen naar andere energiedragers zoals biobrandstoffen en waterstof. De kostprijs van waterstof en brandstofcelvoertuigen zal wel moeten dalen om deze aantrekkelijk te maken voor gebruikers.
In de komende jaren gaat de elektrische vloot auto’s, bussen en vrachtverkeer hard groeien. Mede dankzij de ambities van de kabinetten-Rutte III en IV rondom nulemissie-voertuigen is de verwachting dat alle nieuwe personenauto’s vanaf 2030 elektrisch zijn. Voor het zware wegverkeer is verondersteld dat alle nieuwe voertuigen rond 2037 nulemissie zijn, al dan niet batterij-elektrisch of met waterstof. Om dit te bereiken, moeten ruim 1 miljoen personen- en bestelauto’s en 15.000 vrachtwagens met verbrandingsmotoren in de jaren voor 2050 versneld worden vervangen door gerichte stimuleringsmaatregelen. Deze maatregelen zijn er nog niet.
Luchtvaart
De luchtvaart veroorzaakte 13 procent van de uitstoot in 2022. In het rapport is te lezen dat Sustainable Aviation Fuel (SAF) een cruciale rol speelt bij de verduurzaming van de luchtvaart. Voor het gebruik van SAF hoeft geen aanpassing plaats te vinden in de vliegtuigen zelf. SAF omvat zowel biokerosine gemaakt uit biomassa, als e-kerosine gemaakt uit hernieuwbare elektriciteit en CO2. Biokerosine en e-kerosine zijn nog niet op commerciële schaal beschikbaar. Er moeten nog technische barrières worden overwonnen.
Alternatieven voor SAF zijn vliegen op waterstof of een batterij-elektrische aandrijving. Als vliegen op waterstof in de periode tot 2050 commercieel haalbaar blijkt, dan zal dat waarschijnlijk alleen voor de kortere vluchten zijn (minder dan 2.000 kilometer). Deze vluchten beslaan nu grofweg 20 procent van de kerosinevraag. Batterij-elektrische aandrijving in de luchtvaart zal in 2050 nog verwaarloosbaar zijn (minder dan 1 procent) en zal ook na 2050 waarschijnlijk bescheiden blijven, tenzij de opslagcapaciteit van batterijen beter wordt.
Omdat de luchtvaart over meerdere landen gaat, is wereldwijde wetgeving nodig om de sector te verduurzamen. Naast de uitstoot van broeikasgassen dragen ook waterdamp en stikstofoxiden en de vorming van condenssporen bij aan de opwarming van de aarde. Willen we echt klimaatneutraal vliegen, moeten deze klimaateffecten ook vermeden worden.
Scheepvaart
Binnen de totale uitstoot van de mobiliteit in en vanuit Nederland was de zeescheepvaart, met een aandeel van 44 procent, de grootste emissiebron. Dit hangt samen met de grote rol die de Rotterdamse haven speelt. Verduurzaming van de sector is, net als bij de luchtvaart, complex omdat het om een mondiale markt gaat.
Het onderzoek geeft geen eenduidig antwoord op de vraag waar de schepen van de toekomst op gaan varen. Waarschijnlijk gaan biobrandstoffen zoals biodiesel, biomethanol en bio-LNG een belangrijke rol spelen. Om de transitie op gang te brengen, is regelgeving belangrijk. Zo ontbreekt het op dit moment nog aan veiligheidsvoorschriften voor de veelbelovende energiebron ammoniak. Batterij-elektrische aandrijving kan ook een rol spelen bij de verduurzaming van de kustvaart, zoals veerboten en havenschepen.
Wat betreft de infrastructuur is er werk aan de winkel. Het is mogelijk dat schepen in de toekomst vaker moeten bunkeren, omdat hernieuwbare brandstoffen een lagere energie-inhoud hebben of dat er meer gebunkerd wordt op plekken waar hernieuwbare energie goedkoper is. Dit kan de rol van Nederlandse zeehavens in de mondiale bunkermarkt verkleinen of juist vergroten. Het is denkbaar dat de haven van Rotterdam door investeringen die deels al zijn gepland tot de koplopers gaat behoren als het gaat om de verduurzaming van energiedragers.
Binnenvaart
Voor de binnenvaart zijn meerdere technologieën in ontwikkeling. Toepassing van batterij-elektrische aandrijving met verwisselbare batterijcontainers lijkt kansrijk. Deze technologie wordt momenteel getest in proeftoepassingen en vanuit het Groeifonds wordt gewerkt aan een eerste opschaling van de technologie. Een andere mogelijkheid om de binnenvaartvloot te verduurzamen, is het gebruik van methanol en waterstof in combinatie met verbrandingsmotoren of in brandstofcellen. Hiervoor zijn er nog geen standaardproducten op de markt, wel zijn er eerste proeven gedaan of gepland.
Draagvlak
De transitie naar een klimaatneutrale mobiliteit is een uitdaging, maar technisch is er al veel mogelijk. Leunde de mobiliteit van oudsher op olieproducten, in de toekomst gaan groene stroom, biobrandstoffen en e-brandstoffen een belangrijke rol spelen. Ook energiebesparing is essentieel. Het verlicht de druk op schaarse en hernieuwbare grondstoffen. Bovendien verlaagt energiebesparing de klimaatimpact in de komende jaren. Gedragsverandering speelt een grote rol bij het besparen van energie. Voor het personenverkeer kan de vraag naar mobiliteit afnemen en verschuiven naar duurzamere alternatieven, zoals de trein of de fiets.
Tot slot is draagvlak cruciaal om de transitie naar een klimaatneutrale mobiliteit te laten slagen. Voor de mobiliteitstransitie zijn investeringen nodig. Dit kan vooral voor mensen met een kleinere portemonnee een probleem vormen. Ook kleine transportbedrijven lopen een risico tijdens de transitie, omdat zij minder makkelijk in verduurzaming kunnen investeren dan grote bedrijven. Het maken van duidelijke keuzes in de verdeling van lusten en lasten helpt het draagvlak te vergroten, is te lezen in het onderzoek.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in