Niels van Oort is associate professor aan de TU Delft en geeft les in openbaarvervoersystemen en deelmobiliteit. Hij is medeoprichter van Smart Public Transport Lab, waar hij met experts uit de sector oplossingen onderzoekt voor duurzaam personenvervoer.
Zetten we als land voldoende in op duurzame mobiliteit?
“Wat mij opvalt wanneer het over duurzame mobiliteit gaat, is dat we vaak praten over de elektrische auto. Terwijl je het ook over de fiets, lopen en het openbaar vervoer moet hebben en de integratie ervan. Wil je duurzaam reizen écht stimuleren? Dan moet je ook op sommige plekken de auto minder ruimte geven. Duurzaamheid gaat verder dan alleen CO2-uitstoot. Het gaat wat mij betreft ook om ruimtegebruik en leefbaarheid.
Als je naar een duurzaam openbaar vervoerssysteem kijkt, moet je eigenlijk helemaal terug naar de basis. Waar bouwen we? Daar begint het al. Bouw je woningen, werkgelegenheid en voorzieningen in de buurt van goede reisvoorzieningen? Bij sommige stations zie je dat er heel veel hoogbouw is. Op die manier zitten veel mensen binnen bereik van het openbaar vervoer en stimuleer je gebruik. Dat is een voorbeeld van hoe je slim met bebouwing kunt omgaan. Als je wil gaan bouwen, moet je het tijdens je ruimtelijke ordening al hebben over mobiliteit. En goed mobiliteitsbeleid begint bij ruimtelijk beleid. Vanaf dat moment kun je al het verschil maken.”
Hoe goed is het Nederlandse openbaar vervoer ten opzichte van andere landen?
“In Nederland hebben we het over het algemeen goed voor elkaar. Dan heb ik het over hoe vaak het openbaar vervoer rijdt en hoe de stations zijn uitgerust. Denk bijvoorbeeld aan die in Utrecht of Rotterdam. Die zijn ruim opgezet en hebben goede faciliteiten.
In Zwitserland is het openbaar vervoer ook goed geregeld. Van oudsher was hier de concurrentiepositie ten opzichte van de auto altijd beter, door de bergachtige omgeving. Ik denk dat het Nederlandse openbaar vervoer op Europees en op wereldniveau in de top kan meedoen. Maar dat wil niet zeggen dat we niets kunnen verbeteren. Afgelopen periode was duidelijk een dieptepunt, met onder andere veel stakingen en uitval door personeelstekort. De reiziger stond in de kou. Dat doet het imago geen goed."
Waarom is reizen met de trein duurzaam?
De trein is goed in grote groepen mensen van A naar B brengen. Anders dan de auto, rijden bijna alle treinen op (groene) elektriciteit. Als je kijkt naar de openbare ruimte, dan gaan we met treinen heel efficiënt om met de ruimte die we hebben. Met name in grote steden is dat belangrijk. Toch zit daar wel een kleine disclaimer: lege bussen en lege treinen zijn ook niet per se heel duurzaam, dus moeten we slim ontwerpen en plannen.
Wat kan er beter in het openbaar vervoer in Nederland?
“Het openbaar vervoer heeft twee belangrijke functies: verbinden en ontsluiten. Het eerste doen we met snelle treinen, bussen en metro’s. Daar heeft Nederland de laatste decennia goede stappen in gezet.
Het ontsluitende net, bijvoorbeeld de bussen in buitenwijken en op het platteland, staat echter zwaar onder druk. Vaak om financiële redenen. Maar het is belangrijk, om naast de kosten, ook naar de waarde van deze functie te kijken. Wat is het ons bijvoorbeeld waard dat locaties buiten stadscentra ook goed bereikbaar zijn of dat iedereen gebruik kan maken van openbaar vervoer, dicht bij huis?
Deelmobiliteit en flexibele systemen vallen wat mij betreft ook onder openbaar vervoer. Denk aan alle deelauto’s, -scooters en -fietsen die in de stad staan. Die ontwikkeling heeft veel potentie. Wat nog mist, is een goede integratie van het openbaar vervoer met deze systemen. Als je bijvoorbeeld vanaf het station met een deelscooter verder wilt gaan, dan heb je een extra app nodig. Zo had een collega wel twintig apps op zijn telefoon voor deelmobiliteitsaanbieders in Europa. Dat helpt natuurlijk niet."
"Het Nederlandse openbaar vervoer zit aan de bovenkant van de Europese benchmark van wat het kost voor de reiziger"
Niels van Oort, associate professor aan de TU Delft
"De ov-fiets is een voorbeeld van wat wél goed werkt. Met je chipkaart kun je namelijk de trein én de fiets gebruiken. Dat is ook internationaal gezien interessant. Je kan met één kaart in heel Nederland met het openbaar vervoer en zelfs met de boot reizen.
Daarnaast kunnen we nog heel wat verbeteren op het moment dat er treinen uitvallen. We hebben relatief weinig storingen, maar áls er dan een storing is, dan lijkt steeds vaker het hele systeem plat te liggen. Het probleem is dan lastig te lokaliseren, waardoor een groot deel van het treinnetwerk eruit ligt. We zijn dus niet zo robuust om met storingen om te gaan. Dat maakt ons systeem kwetsbaar.
Het zorgt ervoor dat mensen minder vertrouwen hebben in het openbaar vervoer. En wanneer er dan een trein uitvalt, dan geven mensen aan dat het vaak ontbreekt aan informatie. Ondanks dat we nu over meer informatie dan ooit beschikken, klagen reizigers dat ze op momenten van storingen niet weten wat er aan de hand is en wat ze moeten doen.
Overheden en bedrijven zijn aan zet om de informatievoorziening te verbeteren. Integreer deelmobiliteit en bus- en treinvervoer in één app. En zorg dat er voldoende informatie beschikbaar is over alternatief vervoer wanneer er treinen of bussen uitvallen.
En overal waar ik kom en over het ov vertel, beginnen mensen over de prijs. Het Nederlandse ov zit wat reiskosten betreft wel aan de bovenkant van de Europese benchmark.”
Hoe komt het dat mensen reizen met de trein zo duur vinden?
“Internationaal gezien is de trein in Nederland relatief duur. Daarnaast vergelijken mensen een treinreis vaak met de prijs die het kost om dezelfde rit met een auto te maken. Maar als je de aanschafwaarde van de auto en het onderhoud zou meenemen in de prijs, dan denk ik dat je met het openbaar vervoer voordeliger uitkomt. Tenzij je met meer mensen reist. De auto wordt niet duurder als je meer mensen vervoert. De trein wel.
Je ziet dat Duitsland daar goed op inspeelt door groepskaarten aan te bieden. Reizen met het openbaar vervoer wordt daar relatief goedkoper als je bijvoorbeeld met een gezin reist.”
Moet het openbaar vervoer in Nederland goedkoper worden om meer mensen uit de auto te krijgen?
“Het is niet gezegd dat iedereen de auto verruilt voor de trein als je het openbaar vervoer supergoedkoop maakt. In verschillende studies over mobiliteitsbeleid hebben we gezien dat het goedkoper maken van het openbaar vervoer niet leidt tot schokkend minder auto bewegingen. De prijs is wel belangrijk, maar het is niet de holy grail. Daarnaast is de prijs niet alleen van belang om mensen uit de auto te krijgen, maar ook om inclusieve mobiliteit te bieden: bereikbaarheid van banen en voorzieningen voor iedereen in de samenleving.”
Wat is dan wel de holy grail om meer mensen uit de auto te krijgen?
“Het is een combinatie van dingen. Het openbaar vervoer moet goed georganiseerd, betrouwbaar, snel en duidelijk zijn. Dat is de holy grail. Laten we eerlijk zijn, vervoerstechnisch is de auto voor de meeste mensen toch comfortabeler? Die brengt je van deur tot deur. Vaak sneller en in je eigen coconnetje. Dus als je daar een alternatief voor bedenkt, moet je echt alles op alles zetten. Geen tochtig station, of een bushalte zonder dak. Alles moet goed zijn.
Als we mensen willen verleiden om de auto te verruilen voor het openbaar vervoer, dan moet je ook de auto minder faciliteren. Het is de wortel en stok. Je zou dan in de binnensteden niet te veel auto’s moeten toelaten, maar zorgen dat er goede fiets- en ov-verbindingen zijn. Zo heb je in centrum Den Haag bijvoorbeeld de tramtunnel. Dat is ook een parkeergarage, waardoor je heel makkelijk parkeert in het hart van de stad. Als je echt minder auto’s in de stad wilt, moet je daar kritisch naar kijken. Het is dus echt een combinatie: als je iets wilt stimuleren, dan moet je aan beide kanten dingen doen.”
Je hoort steeds vaker dat het openbaar vervoer minder rijdt. Wat is daar de oorzaak van?
"Nederland heeft, niet alleen met de treinen, maar ook met de bussen, een groot probleem: personeelsgebrek. Daar hebben meer sectoren last van. Daardoor wordt het systeem onbetrouwbaarder. Er vallen treinen en bussen uit en het wordt steeds drukker in de voertuigen die wel rijden. Het geeft een gevoel niet in controle te zijn: je wilt ergens heen, maar je kunt niet meer op het moment dat je wilt vertrekken. Betrouwbaarheid is één van de basiskwaliteitseisen die een reiziger aan het systeem stelt. Je moet er wel van op aan kunnen.
Als je bijvoorbeeld met de trein naar je werk gaat, moet dat op een comfortabele manier. Ik werk zelf ook veel in de trein. Een langere reistijd ten opzichte van de auto is dan niet erg, maar dan moet je bijvoorbeeld wel kunnen zitten. De betrouwbaarheid staat onder druk en uit alle onderzoeken blijkt dat de frequenties - hoe vaak het openbaar vervoer rijdt - een van de belangrijkste punten is. Het openbaar vervoer zit vol met moeilijke vraagstukken, dus het is hard nodig dat we er meer kennis en innovaties voor ontwikkelen. Want hoe mooi zou het zijn: een betrouwbaar, duurzaam en inclusief openbaar vervoersysteem voor iedereen? Daar ga ik voor."
Meer lezen?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in