Door: Matthijs Timmers
Het is een ingewikkelde opgave voor het Havenbedrijf, geeft Kroes aan. De scheepvaartsector is namelijk een mondiale sector. Bovendien vallen de wateren formeel niet onder de verantwoordelijkheid van het Havenbedrijf, waardoor de invloed op de verduurzaming van scheepvaart relatief gering is.
Het Havenbedrijf Rotterdam richt zich in haar strategie vooral op het verduurzamen van waar ze invloed op heeft zoals de chemische industrie in de haven, raffinaderijen en afvalverwerkingsbedrijven. De Rotterdamse haven is verantwoordelijk voor de jaarlijkse uitstoot van 30 megaton aan CO2, ongeveer 17% van de landelijke uitstoot. De ambitie voor de Rotterdamse haven is om CO2-neutraal te worden in 2050.
Duurzame scheepvaart
Toch spant het Havenbedrijf Rotterdam zich ook in om de schepen in de haven duurzamer te maken. De klimaatimpact is te groot om die opgave links te laten liggen. Jaarlijks varen ongeveer 30.000 zeeschepen en meer dan 100.000 binnenvaartschepen de haven. Dit neemt alleen maar toe met een verwachte 50 tot 250 procent stijging van de mondiale scheepvaart in 2050. Terwijl de uitstoot door de scheepvaart stijgt vinden technische innovaties nog maar mondjesmaat hun weg naar de markt.
De duurzame lobby
Lobbyen is een van de manieren om de scheepvaart te vergroenen. Er ligt sinds kort een mondiale ambitie van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om de CO2-uitstoot van de scheepvaart met 50 procent te reduceren in 2050 ten opzichte van 2008. “We zijn blij dat er een doelstelling is vastgesteld, maar die is wat ons betreft niet ambitieus genoeg”, vertelt Kroes. “Door actief te pleiten voor een scherpere ambitie, samen met andere Europese havens, willen we de verduurzaming in deze sector versnellen.” Eerder deze maand was Havenbedrijf Rotterdam CEO Allard Castelein nog op het Global Climate Action Summit in San Francisco om aandacht te vragen voor de verduurzaming van de scheepvaart. Dat leidde tot een gezamenlijke afspraak tussen verschillende grote havens: World Ports Climate Action Program.
'2050 klinkt ver weg maar we moeten de komende vijf jaar echt aan de slag'
Ook het publiek wordt meegenomen in de vergroening van de haven. De recente Wereldhavendagen stonden in het teken van het thema ‘energize’. Bezoekers kregen langs een speciale groene route allerlei duurzame innovaties voorgeschoteld van bedrijven die actief zijn in de haven. Er stond een grote windturbine op de kade en mensen konden op toerbeurt met een bootje plastic uit de haven vissen. Toch presenteerde de haven voor het grootste gedeelte nog haar conventionele technieken en rook het nog overwegend naar diesel op het evenemententerrein. Het symboliseert de complexiteit en de omvang van de opgave.
Innovatie noodzakelijk
Er is de komende jaren meer technische innovatie nodig, stelt Kroes. “2050 klinkt ver weg en geeft wellicht ruimte om de opgave nog even voor ons uit te schuiven. Maar we moeten de komende vijf jaar echt aan de slag.” Het Havenbedrijf stelt een stimuleringsfonds van € 5 miljoen beschikbaar voor innovaties in de scheepvaart. Hier kunnen bedrijven in de haven aanspraak op maken.
Er zijn al verschillende bedrijven in de haven aan de slag met technologische ontwikkelingen. Zo experimenteert Damen Shipyards met een nieuw soort romp, die veel lichter is in gewicht waardoor minder brandstof hoeft te worden gebruikt. Ook onderzoekt het bedrijf het gebruik van schonere brandstoffen zoals LNG (Liquefied Natural Gas) en CNG (Compressed Natural Gas). Recent zijn de technologieën om de uitstoot van zwavel te verminderen.
Elektrisch varen
Damen Shipyards werkt ook samen met Skoon Energy. Skoon Energy installeert batterijpakketten in schepen waardoor ze volledig elektrisch kunnen varen. Dat concept blijkt aan te slaan. Skoon Energy eigenaar Peter Paul van Voorst tot Voorst: “We bestaan nu iets meer dan een jaar en we zijn in deze korte tijd enorm gegroeid. We proberen de interesse van de markt bij te benen. Onlangs hebben we ons eerste batterijpakket geïntroduceerd, de Skoon Box. We willen zo snel mogelijk meer batterijen produceren.”
'Voor de binnenvaart en korte zeevaart is elektrisch varen goed mogelijk'
Skoon Energy wil met haar producten elektrisch vervoer toegankelijk maken voor de scheepvaart. Door de leaseconstructie van de batterijbox wordt de investeringsdrempel bij bedrijven weggenomen. “Zeker voor de binnenvaart en de korte zeevaart is elektrisch varen goed mogelijk”, stelt Van Voorst tot Voorst. “Bedrijven zoals Damen Shipyards en het Havenbedrijf Rotterdam geven ons de mogelijkheid om verder te groeien.”
Lees meer over Skoon Energy:
Biobrandstoffen en LNG
Toch is elektrificatie van de scheepvaart niet de heilige graal, zo blijkt uit een rapport van het Wuppertal Institute in opdracht van het Havenbedrijf. Kroes legt uit: “Er is in het onderzoek rekening gehouden met de huidige stand van de batterijtechniek en de prognose van wat de techniek de komende 30 jaar gaat doen. Tot een afstand van 1.500 kilometer is elektrisch varen een reële optie. Maar voor de zeeschepen geldt dat de accu’s zo zwaar zouden worden, dat het de efficiency te negatief beïnvloedt.”
Er zal daarom gezocht moeten worden naar andere vormen van brandstof die de fossiele brandstoffen van schepen vervangen. Het Wuppertal Institute schetst een scenario met de inzet van biobrandstoffen en LNG in de periode tot 2050. LNG zorgt al voor een grote reductie van uitstoot, al is het nog een fossiele brandstof. Varen op LNG vraagt om een aanpassing van techniek in schepen die noodzakelijk is om volledig de overstap te maken naar fossielvrije scheepvaart. Uiteindelijk worden door synthetische biobrandstoffen of waterstof aangedreven schepen als kansrijk gezien.
Schepen op biobrandstof
GoodFuels levert tweede generatie biobrandstoffen voor de scheepvaart. Met deze brandstof wordt de CO2-uitstoot met 85 tot 90 procent teruggedrongen in vergelijking met reguliere brandstoffen, zo claimt het bedrijf. “De CO2-reductie is 100 procent als je rekent vanaf de ‘tank naar de propeller’. Maar we kijken ook naar de gehele keten, dus vanaf de bron. Dan is het percentage iets lager”, legt Isabel Welten, hoofd Marine van GoodFuels uit.
'Met tweede generatie biobrandstoffen wordt de CO2-uitstoot met 85 tot 90 procent teruggedrongen'
De biobrandstof van GoodFuels is een zogenaamde ‘drop-in’. Dat wil zeggen dat deze kan worden gebruikt zonder de motor te hoeven aanpassen. Een grote klant van GoodFuels is het Havenbedrijf Rotterdam, dat haar eigen vloot laat varen op de biobrandstof. GoodFuels trekt hierin samen op met Varo Enenergy. “Hiermee vervult het Havenbedrijf een educatieve rol richting andere bedrijven”, verklaart Welten. “Het is de bedoeling dat meerdere bedrijven dit voorbeeld volgen.” Verschillende scheepseigenaren gebruiken op dit moment ‘blends’, een combinatie van conventionele en biobrandstof. Het Havenbedrijf is de eerste klant die op 100 procent biobrandstof vaart.
GoodShipping Program
Het GoodShipping Program moet hier onder andere voor zorgen. Het programma richt zich op de eindgebruikers, het liefst de grote eindgebruikers. Als zij het willen, dan kunnen de vervoerders niet anders. Vorig jaar sloten Tony Chocolonely en GoodFuels al een contract: de chocolade wordt uitstootvrij verscheept. Dopper deed hetzelfde. Welten geeft aan in gesprek te zijn met grote bedrijven die overwegen voor hun vervoer over zee volledig op biobrandstof over te stappen. Welke bedrijven dit zijn, kan Welten nog niet zeggen.
Wat het gebruik van schonere brandstoffen zal stimuleren, is dat er wetgeving aankomt die de zwaveluitstoot aan banden legt. De biobrandstof van GoodFuels is zwavelvrij. “Biobrandstof is daardoor met name voor de zeevaart, die nu nog op goedkope zware stookolie vaart, waarbij veel zwavel vrijkomt, een aantrekkelijke optie”, aldus Welten. Op dit moment is biobrandstof echter nog flink duurder dan fossiele brandstof. Hoeveel precies, is moeilijk aan te geven, aldus Welten. “Dat is onder andere afhankelijk van welke ‘blend’ wordt afgenomen en de hoeveelheid ervan.” Maar dat kosten nog een belemmering vormen voor veel bedrijven, is wel helder. Veel containerrederijen schrijven pas weer sinds kort zwarte cijfers. “Zo’n stimuleringsfonds van het Havenbedrijf kan bedrijven mogelijk over de streep trekken, afhankelijk van de voordelen die het rederijen biedt wanneer ze overschakelen op een duurzame brandstof”, zegt Welten.
Lees meer over het GoodShipping Program:
Efficiency als eerste stap
De transitie naar schonere brandstoffen is er een van lange adem. Een eerste grote hap uit de CO2-uitstoot door de scheepvaart kan genomen worden door de efficiency in de haven te verbeteren: een strakkere planning voor de afhandeling van schepen. Nu worden schepen soms ad hoc opgeroepen met de mededeling dat een terminal een plekje vrij heeft. Dan gaat het ‘volle kracht vooruit’. Immers, een vrij plekje in de haven moet zo snel mogelijk worden opgevuld. Deze manier van varen slurpt veel brandstof en zorgt voor relatief veel uitstoot.
Door samenwerking tussen de verschillende bedrijven in de haven en digitalisering kan dit efficiënter. Terminals weten dan eerder wanneer een kade vrij komt en een schip kan hierop anticiperen en de plek langzamer en zuiniger benaderen. ‘Slow steaming’ wordt dit genoemd. Een afdeling binnen het Havenbedrijf richt zich op die digitalisering en samenwerking. Kroes: “Samen met de bedrijven in de haven investeren we veel in digitalisering om de efficiency te verbeteren. Het kan zorgen voor zeker 10 procent minder CO2-uitstoot. Dat is een eerste forse stap richting een CO2-neutrale haven.”
Lees meer over digitalisering in de haven:
Auteur: Matthijs Timmers, partner De DuurzaamheidsRapporteurs | Foto: Havenbedrijf Rotterdam
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in