Hij denkt te weten waar de deelauto zijn dure imago aan te danken heeft. “Het heeft er vooral mee te maken dat de kosten van een eigen auto vaak worden onderschat. Ga je met een Greenwheels-auto naar oma, kan dat 40 euro kosten. Dat tikt aardig aan, is dan de gedachte. Maar hier zit alles in: de huur van de auto, brandstof, wegenbelasting, parkeervergunning, verzekering, onderhoud, noem maar op. Bij een privéauto wordt per rit vaak alleen gekeken naar de kosten voor het tanken of laden. Alle andere kostenposten worden vergeten, omdat ze niet inzichtelijk zijn per rit. Mensen weten de prijzen niet. Dat maakt dat een eigen auto als goedkoper wordt gezien, terwijl dat lang niet altijd strookt met de werkelijkheid. Uit onderzoek blijkt dat autobezitters maximaal 250 euro per maand willen uitgeven aan hun auto, terwijl de daadwerkelijke kosten neerkomen op 340 à 675 euro per maand. Dat is nogal een verschil.”
Tarief doet ertoe
Het tarief doet ertoe, zegt Cuppen. “Het duurzame aspect van een deelauto is voor onze doelgroep belangrijk, maar het kostenplaatje evengoed. Met Greenwheels willen we een slim alternatief bieden voor de privéauto. Een voordelige prijs is daar onderdeel van. We proberen prijsverhogingen dan ook beperkt te houden. Vier jaar lang zijn de tarieven hetzelfde gebleven. Anderhalf jaar geleden hebben we de prijzen wat naar boven bijgesteld. Dat moest wel: alles wordt duurder. De inflatie hakt er ook bij ons in. Onze missie is om het aantal auto’s op straat naar beneden te krijgen. Zo verminderen we het parkeer- en fileprobleem. Willen we dit nog lang blijven doen, dan moet onze businesscase kloppen.”
Korting
Een aantal auto’s wordt juist extra scherp geprijsd. “Welke dat zijn, hangt af van de bezettingsgraad. Onze filosofie is dat er veel minder auto’s nodig zijn wanneer ze vaker worden gebruikt. Een privéauto wordt maar 5 procent van de tijd gebruikt. Dat betekent dat 95 procent van de tijd een parkeerplek bezet wordt gehouden. Dit is kostbare ruimte die ook goed kan worden gebruikt voor groen of speelplekken voor kinderen. Onze deelauto’s worden gemiddeld 20 procent van de tijd gebruikt. Wanneer we zien dat specifieke auto’s onder die 20 procent zitten, doen we ons best om dat percentage omhoog te krijgen. De auto’s die minder vaak bezet zijn, staan op zogenoemde kortingslocaties en verhuren we tegen een lager tarief.”
Elektrische auto’s
Greenwheels heeft de ambitie om fossielvrij te rijden. Van de ruim 2.800 auto’s die het in zijn bezit heeft, is 15 procent elektrisch. De komende jaren moeten dus veel meer auto’s elektrisch worden. Wat doet dat met het kostenplaatje? “De aanschafprijs en onderhoudskosten van elektrische auto’s ligt hoger dan bij benzineauto’s, maar de brandstofprijs is lager. Zoals gezegd willen we een slim alternatief zijn voor de privéauto. Dat betekent dat we het bedrijf ook slim moeten runnen. We kopen auto’s in tegen goede afspraken en gunstige inkoopprijzen. Zo kunnen we de prijs naar onze klanten marktconform houden. Ons tarief moet kloppen ten opzichte van privébezit, maar ook van vergelijkbare concurrentie.”
Misvatting
Cuppen ziet het beeld van de dure deelauto graag verdwijnen. “Het is jammer dat die misvatting er is. Het kan een reden zijn om niet in een deelauto te stappen. We zetten in op communicatie en campagnes om dit vooroordeel de wereld uit te helpen. Het is namelijk niet de waarheid. Althans, voor mensen die minder dan 10.000 kilometer per jaar rijden. Rijd je meer, dan gaat het niet op. Maar meer dan de helft van de mensen rijdt niet meer dan 10.000 kilometer per jaar. ”
Er zijn ook mensen die van twee privéauto's naar één auto gaan. "Klanten van ons hebben dat gedaan. Het geld dat zij maandelijks betaalden aan die tweede auto, ging in een pot. Ieder ritje met Greenwheels werd daarvan betaald. Aan het einde van de maand hadden zij steeds nog geld in het potje zitten. Dan zie je letterlijk dat autodelen helemaal niet zo duur is.”
Meer thema’s
Cuppen is sinds november CEO bij Greenwheels. Naast betaalbaarheid zijn er meer thema’s waar hij mee bezig is. “De uitdaging is om zoveel mogelijk mensen gebruik te laten maken van onze auto’s. Hiervoor is de eindgebruiker natuurlijk superbelangrijk, maar we hebben ook veel contact met gemeenten. We denken gezamenlijk na over mobiliteitsvraagstukken in steden. Autodelen kan een onderdeel van de oplossing zijn voor het tekort aan parkeerplaatsen en te drukke wegen. Maar we spreken ook met netbeheerders om ervoor te zorgen dat we straks genoeg laadpalen hebben. Wij willen en kunnen elektrificeren, maar dan moet de laadinfrastructuur op orde zijn. Er zijn uitdagingen genoeg, maar ik voorzie zeker een mooie toekomst voor autodelen.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in