Loop of fiets op een willekeurige dag door de stad en het valt op: een groot deel van de rondrijdende wagens zijn bestelbusjes. Die zorgen niet alleen voor verstopping van de binnenstad, ze veroorzaken ook vervuiling. Het zijn veelal dieselvoertuigen, die constant draaien en zo CO2, Nox en fijnstof de lucht in spuien.
Voor de oprichter van Arrival is dat beeld de reden om zo snel mogelijk de vloten van diensten zoals DHL of de Amerikaanse UPS elektrisch te maken. Om dat te doen, heeft het bedrijf een nieuwe manier bedacht om een auto te produceren. En dan niet aan de bekende lopende band, die sinds Henry Ford de standaard is. In plaats daarvan wil het bedrijf ‘microfabrieken’ bouwen, waar robots het werk gaan doen.
Kleine fabrieken, nieuw materiaal
Die fabrieken moeten lokaal gebouwd worden in de buurt van steden, en auto’s produceren voor dezelfde regio. Dan hoeven er niet duizenden auto’s over de hele wereld te worden verzonden. En de investering is lager. Dat, in combinatie met nieuwe, goedkopere en lichtere materialen, moet de elektrische busjes even duur maken als de dieselvarianten.
Het bestelbusje, gepresenteerd in Amsterdam-West, ziet er van buiten precies uit als het saaiste busje dat je je kunt voorstellen. Maar als je op de zijkant klopt, hoor je dat er iets anders is. Geen staal en aluminium, maar een composiet materiaal dat brandbestendig en veerkrachtig is. Daardoor zal een aanrijding minder schade veroorzaken, volgens het bedrijf.
Of dat zo is, moet blijken. De ‘betaversie’ die in Amsterdam stond, is goedgekeurd om de weg op te gaan. Maar het uiteindelijke model moet nog door de keuring, en voldoen aan de hoge eisen. Wat het bedrijf wel helpt: de eisen zijn niet overal zo streng als in Europa. “En overal ter wereld heb je andere eisen aan een voertuig. In India of Japan moeten de voertuigen kleiner zijn, bijvoorbeeld. Dankzij de microfabrieken kan je het ontwerp aanpassen aan de eisen van de regio.” vertelt Davide Ghione, Vice-president van sales voor Europa.
Betaalbare elektrische busjes
Ghione denkt dat de bestelbusjes rijp zijn voor een bedrijf dat het helemaal anders doet. “Er zijn nu nog maar weinig elektrische bestelbusjes, en dat komt vooral door de hogere prijs. Wij kunnen betaalbare busjes leveren en zo een sector verduurzamen die het hard nodig heeft.”
Arrival omringt zich met mooie woorden, zoals elke startup dat doet. ‘Lokaal’, ‘duurzaam’, ‘impact’, ‘disruptie’. En sommige van deze punten zijn overdreven. Zo roemt een Amerikaanse medewerker in een video het lokale karakter, omdat hiermee banen worden gecreëerd. Maar in de microfabrieken zullen voornamelijk robots leveren. “Wij hopen op indirecte werkgelegenheid, omdat er toeleveranciers nodig zijn voor de fabrieken. Die kunnen in de buurt van onze vestigingen komen, en zo banen opleveren”, verklaart Ghione.
De Tesla van de bestelwagens?
Maar voor de duurzaamheid kan het bedrijf wel degelijk iets betekenen. Natuurlijk zijn er wel elektrische busjes (bezorgdienst Picnic gebruikt ze bijvoorbeeld), maar voor de vele ZZP’ers die een bestelbus nodig hebben voor hun werk is zo’n voertuig te duur. Als Arrival het waarmaakt om de prijs van dieselwagens te evenaren, dan kan het bedrijf zomaar de Tesla van de bestelwagens worden: een bedrijf dat alles anders doet en daarmee de achterlopende autobouwers voorbijstreeft.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in