Een van die manieren om de CO2-uitstoot van mobiliteit te verminderen is door de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit in te voeren. De regel verplicht bedrijven met meer dan honderd werknemers om te rapporteren over de manier waarop hun werknemers de woon-werk en zakelijke kilometers afleggen. Doen ze dat te voet, met de fiets of met de auto? Alles moet worden bijgehouden.
Aan tafel
Aan tafel zitten Arjos Bot (Arval Mobility Observatory), Marco Martens (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), Bas Bogerd (Xximo) en Eline Langeveld (Arcadis). In de hot seat zitten Pieter Willems (Groendus) en Jeroen van de Ven (Revolt).
Werkgevers doen dat nog nauwelijks, merkt Arjos Bot, hoofd van denktank Arval Mobility Observatory. Maar als de rapportageverplichting in januari ingaat, moeten bedrijven weten hoe ze gaan meten. Hoe wordt het werkgevers makkelijk gemaakt om de kilometers van het personeel bij te houden? En hoe krijg je als bedrijf je medewerkers zover om hun reisgedrag te veranderen?
1. Inzicht is de eerste (en misschien wel de laatste) stap
Als alles volgens plan verloopt, gaat de rapportageverplichting vanaf 1 januari 2024 in. Uiterlijk in 2025 moeten alle gegevens over 2024 worden ingestuurd. “De resultaten komen pas een jaar later, in 2026, bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Omgevingsdienst binnen”, zegt Marco Martens van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). “Als de reductie van CO2-uitstoot flink omlaag gaat, dus richting de beoogde 1,5 megaton, dan blijft het hierbij. Als de CO2-uitstoot niet genoeg omlaag is gegaan, dan volgt er een normstelling.”
En dat is precies wat we niet moeten willen, denkt Martens. “Niemand is blij met een norm. Dus we hopen dat het op deze manier lukt om de CO2-uitstoot naar beneden te krijgen.” Permanent rapporteren over de CO2-uitstoot van medewerkers kan dus nog voorkomen worden.
2. Maak rapporteren makkelijk en speels
De rapportageverplichting is voor veel bedrijven een obstakel, zien de tafelgasten. “Het klinkt als een belastingformulier: het is niet leuk om te doen, maar het is wel nodig”, zegt Martens. Daarom helpt het om het rapporteren zo gemakkelijk mogelijk te maken. “Er is een handleiding in de maak om systemen aan te passen aan de regeling.”
En ook voor de werknemers moet het niet te veel extra lasten meebrengen, merken de mobiliteitsexperts. “Je moet medewerkers meenemen in het verhaal”, zegt Eline Langeveld van Arcadis. Bij het advies- en ingenieursbureau kunnen medewerkers zich vrijwillig aanmelden bij een platform waar ze punten kunnen sparen. “Je kunt je eigen reisgedrag vergelijken met dat van je collega’s. Dat kan heel positief uitpakken.”
Bot merkt dat een financiële component ook een goede drijfveer is om positief gedrag te stimuleren. “Zo zijn er bedrijven die een parkeerbudget voor iedere medewerker hebben. Als je bijvoorbeeld een hele maand niet parkeert, dan is het hele budget voor jou. Maar als je iedere dag met de auto naar kantoor komt, dan gaat dat van je parkeerbudget af.”
Die financiële stimulans is volgens Bas Bogerd van Xximo een van de belangrijkste prikkels om gedrag te veranderen. "Zo is KPN bijvoorbeeld goed bezig. Ze geven medewerkers voor reizen per fiets een hogere kilometervergoeding dan met de auto. Op die manier kun je zelfs geld verdienen door de fiets te pakken. Dat is het leuke aan de regeling."
3. Geef mensen de keuze
Zolang mensen een keuze krijgen, zijn ze eerder bereid om met verandering mee te gaan, zien de experts aan tafel. “Werkgevers die het hele pallet aan duurzame reisopties aanbieden, zoals het OV, deelfietsen en deelauto’s, zijn eerder bereid om meer mensen richting de groene opties te bewegen”, zegt Bogerd.
En dat is precies wat de werknemers zelf ook willen. Bas van Weegberg, bestuurslid van de FNV laat weten dat de achterban van FNV best duurzamer naar het werk wil reizen, zolang dat ook praktisch en financieel toegankelijk is. “Ons uitgangspunt is daarbij wel dat werknemers nooit financieel moeten inleveren om naar het werk te komen, ook niet als dat op een minder duurzame wijze is.”
Langeveld begrijpt dat: “Iedere dag is anders, en iedere dag vraagt om een andere manier van reizen.” Soms ben je als medewerkers genoodzaakt om de auto te nemen in plaats van het openbaar vervoer, omdat de optie voor deelauto's bijvoorbeeld niet vergoed wordt. "Voor dat soort kleinere bedrijven zijn er ook heel veel mogelijkheden. Zo zien we dat er in bepaalde regio's mobiliteitsoplossingen met meerdere kleinere bedrijven worden gedeeld. Dat maakt het voor werkgevers een stuk behapbaarder."
Duurzaam reizen promoten heeft voordelen
Door als werkgever duurzame reisopties te promoten, trek je meer nieuwe werknemers aan. "Wij horen vaak dat mensen op zoek zijn naar een werkgever die duurzaamheid serieus neemt en flexibel is met dit soort duurzame reisopties", zegt Bogerd. "Het maakt je als werkgever dus aantrekkelijk."
Dat merkt Langeveld bij Arcadis ook. "Wij proberen het OV aantrekkelijker te maken door ook de kosten voor privéreizen te vergoeden." Een goede stimulans, ziet Martens. Maar eigenlijk meer dan logisch. "Als je medewerkers een leaseauto geeft, dan bied je eigenlijk dezelfde voorziening aan."
Innovaties
Naast de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit is er nog een verplichting die eraan komt. Wanneer een gebouw wordt gerenoveerd of ergens een nieuw pand geplaatst wordt, moeten bedrijven minimaal één laadpaal per tien parkeerplekken hebben. Vanaf 2025 moeten alle bestaande bedrijven minimaal één laadpaal per twintig parkeerplekken beschikbaar hebben.
Laadpaal met extra verdienmodel
Om de transitie te versimpelen en de drempel te verlagen, neemt Revolt de verantwoordelijkheid voor de investering, de installatie en het onderhoud van de laadpalen op bedrijfsterreinen. Bedrijven betalen daar een maandelijks bedrag voor; een laadpaalabonnement. De laadpalen van Revolt bieden naast het verduurzamen van een wagenpark een extra verdienmodel. Zo ontwikkelde Revolt een laadpaal met een twee displayschermen, zoals een abri in een bushokje. Op de displays kunnen bedrijven adverteren. Van de Ven: "Met een kleiner budget kun je dan ook mee innoveren."
Slimmer en goedkoper laden
Groendus ontwikkelde een laadpaal waarmee je slimmer je elektrische auto kunt opladen. Op de momenten dat er duurzame stroom in overvloed is, worden auto's opgeladen. "Als je dat slim doet, dan is het ook nog eens goedkoper", zegt Willems. Groendus biedt ook zonnecentrales, batterijen en energiesturing. Daardoor weet de gebruiker van de Groendus-laadpaal precies waar de stroom vandaan komt.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in