Als je op de dijk loopt die Wijk bij Duurstede scheidt van de rivier Neder-Rijn, kom je het monument tegen waarop de zorgwekkende waterstanden te zien zijn uit het verleden. Het nut van een dijk is meteen duidelijk, en dus daalt algauw het besef in hoe dapper het eigenlijk is om hier te wonen. De bevolking aan de randen van dit stadje kijkt letterlijk uit op de dijk die hen moet beschermen tegen hoge waterstanden. Die hoge waterstanden zijn niet enkel een verhaal uit een ver verleden, maar een onderdeel van de toekomst. Want hoge waterstanden zullen zeker niet uitblijven.
Dat dijken goed standhouden, is dus van levensbelang. Alleen is de aanpak van nu anders dan hoe het vroeger ging. Want gelukkig weten we meer, dankzij projectmanager Freek Visser van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en experts zoals Erik van Essen van Arcadis. Met hun jarenlange ervaring laten ze, lopend over deze karakteristieke (want 900 jaar oude) dijk zien wat dijkversterking nou werkelijk inhoudt.
Beschermingswallen voor een stad
Als je het hebt over dijken, heb je het over meerdere beschermingswallen of muren die een stuk land of grond of stad beschermen. Bij Wijk bij Duurstede is dat heel goed te zien. De laatste beschermingsmuur vlak voor de stad is daar letterlijk van baksteen gebouwd. Je kunt de oude stad binnenlopen door de ingang waarvan aan de zijkant een ijzeren deur te zien is. Deze sluit bij hoog water waardoor de muur functioneert als laatste barrière tussen de dorpskern en het water.
De winterdijken, zomerdijken en uiterwaarden eromheen zorgen ervoor dat het water weinig tot geen kwaad kan, mocht het allemaal onderlopen. Want het is een blijvend gevecht als je in Nederland woont: het gevecht tegen water, zoals nog in 2021 in Limburg het geval was. Het project Sterke Lekdijk van HDSR, waar onder andere Arcadis, samen met Sweco aan meewerkt, gaat over het versterken van de 55 kilometer aan dijk, van Amerongen tot Schoonhoven.
Sterke Lekdijk samen met partners en omgeving aanpakken
Freek Visser legt uit dat dit project onderdeel is van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het is een van de zes projecten die Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft uitgezet. Visser: “En HDSR heeft de opdracht gegeven om gezamenlijk met diverse partijen deze kilometers dijk te versterken. Maar niet alleen dat, wij willen ook meerwaarde creëren met het momentum van de dijkversterking.”
Zo wordt elke dijk eens in de twaalf jaar getoetst om te zien of er een zogenoemde ‘opgave’ is. Dat was hier het geval. Van Essen heeft op zijn pensioengerechtigde leeftijd net afgezwaaid als senior projectadviseur bij Arcadis. Hij legt uit hoe de lessen uit de afgelopen decennia door bijvoorbeeld de hoge waterstanden in 1993 en 1995 nu kunnen worden ingezet. In die jaren stroomde het gebied namelijk bijna over. Van Essen: “Ook weten we nu veel meer over wat dijken sterk of zwak maakt.”
Lees hier meer over hoe Arcadis de gebouwde omgeving wil verbeteren.
Verleden op de hielen
Maar het is niet alleen het verleden dat ons natte voeten opleverde. Ook de toekomst voorspelt watersnood. Van Essen is bezorgd als hij denkt aan de combinatie van een stijgende zeespiegel, klimaatverandering en hogere rivierafvoeren door hogere waterstanden. Van Essen: “Al deze situaties nemen we mee als we nadenken over oplossingen. Zo kwamen we erachter dat tegenwoordig niet alleen de hoogte van de dijk van belang is, maar ook het materiaal en de sterkte van de dijk zelf.” In het jargon van mensen die met dijken werken, wordt dat ‘stabiliteit van de dijken’ genoemd.
In Nederland is een groot deel van de dijken gebouwd van en op zand. Visser legt het gevolg van die keuzes uit. “Er stroomt altijd water door het zand onder de dijk, dat is normaal en veroorzaakt geen problemen bij normale waterstanden. “Maar bij hoge waterstanden kan daardoor een flinke stroming ontstaan, waardoor het zand wordt meegetrokken en de dijk van onderen weg klapt, terwijl die eigenlijk hoog genoeg is. Dat wordt ‘piping’ genoemd.”
In de ondergrond onder de dijken liggen vaak zandlagen, zoals bij de Utrechtse Heuvelrug. Visser: “Daar zijn inmiddels betere toetsingsrichtlijnen voor gekomen. We kijken nu heel anders naar dijken dan dat we vroeger deden.” Hij wijst naar de dijk dichterbij de rivier. “Die dijk is bijvoorbeeld hoog genoeg, maar op sommige stukken is er te veel risico voor piping. Dat is dus een faalmechanisme waar in het verleden weinig aandacht voor was en wat we nu gaan corrigeren.”
Lees hier het interview met nieuwe directeur van Arcadis Nederland, Lidewij de Haas
Dijkversterking inzetten in een gebiedsontwikkeling
Van Essen ziet dit als uitdaging én als mogelijkheid. Hij is een optimistisch mens. Hij vindt dat als we naar de toekomst van dit soort dijken kijken, we meteen het grotere geheel kunnen meenemen. “Dat betekent dat je naast je doelstellingen op het gebied van waterveiligheid, ook andere doelstellingen laat meeliften.” Van Essen maakt een wijds gebaar met zijn armen. “Dus dat je ook de biodiversiteit en de natuur meeneemt en bijvoorbeeld nadenkt over hoe dit een goede habitat kan blijven voor de zeldzame kwartelkoning.”
Maar ook wordt de rest van de omgeving meegenomen. Zoals de wegen die op de dijken lopen, zijn die nog afdoende? Moeten er fietspaden komen zodat fietsers zonder hinder van auto’s kunnen rijden? Al deze zaken die aanlengend aan het dijkprobleem worden meegenomen, heten ‘meekoppelkansen’. Van Essen: “Daar heb je geld en tijd voor nodig en dan moeten zaken ook synchroon lopen. Dat lukt niet altijd.”
Visser voegt toe dat je dan wel tien jaar bezig kunt zijn. “We wonen in Nederland met zoveel mensen op zo’n kleine oppervlakte, dat over de functie van elke vierkante meter is nagedacht, dat maakt het ook wel eens ingewikkeld: er is weinig ruimte over.” Het is dus een kwestie van goed samenwerken met alle betrokkenen om al deze meekoppelkansen op het juiste moment aan te pakken en de nieuwe situatie als een geheel te ontwerpen.
Meer weten over hoe woningen kunnen zorgen voor minder uitstoot?
Zorgen over de toekomst
De vraag brandt bij deze wandeling steeds op de lippen. Maken deze experts zich zorgen over de toekomst? Ze knikken beiden van “Ja”. Visser heeft kleine kinderen. “Die moeten nog een heel eind. Als zij vijftig jaar zijn, hoe ziet de wereld er dan uit?” Van Essen loopt weer monter door. We moeten vertrouwen op de oplossingsgerichtheid van de mens. Dat is zijn credo. Daarom heeft hij met veel plezier gewerkt aan dit project.
“Wat ik heel mooi vind, is dat het waterschap ons heeft uitgedaagd om ook duurzaamheid mee te nemen en de omgeving te betrekken. Het gaat hier om twee vragen: hoe willen we in dit gebied met zijn allen samenleven? En hoe willen we dit gebied doorgeven aan onze kinderen en kindskinderen? We hebben dit samen met de omgeving opgeschreven als een soort toekomstverhaal. We hebben ook wel eens letterlijk een lege stoel in de zaal gezet, want daar zit dan de zogeheten toekomstige generatie. Daar zit voor mij de hele duurzaamheidsvraag in opgesloten.”
Dus wat het scenario ook gaat zijn, er moet wat gebeuren. En dan maar beter duurzaam en complementair. Een voorbeeld: funderingen van huizen moeten toch worden aangepakt, dus doe het dan meteen goed, zodat ze bestand zijn tegen water. Visser: “We moeten meer leven mét het water dan vechten tegen het water.” Van Essen haalt zijn schouders op: “Mensen willen graag veranderingen tegenhouden, maar je kunt je beter richten op het aanpassen daarop!”
Meer belang dan eigenbelang
Om het gebied als geheel aan te pakken, moet er integraal en met veel partijen naar worden gekeken. Er zijn bureaus zoals Arcadis aangesloten, maar ook de provincie en gemeenten spelen een belangrijke rol. Ook zij hebben met opgaven te maken die alleen in combinatie met de dijkversterking te realiseren zijn, zoals bijvoorbeeld een fietspad. Visser: “Ik heb de participatie met de omgeving gewaardeerd.” Voor het waterschap was het duidelijk, zij wilden dit project samen met de omgeving vormgeven. Hiertoe is een ontwerpgroep in het leven geroepen.
Van Essen trok samen met de omgevingsmanager van HDSR de kar. Allerlei mensen deden mee: omwonenden, fietsers, natuurliefhebbers, boeren, historici en op verzoek van de groep, ook ambtenaren. Van Essen: “En ook mensen die in 1953 na de Watersnoodramp hierheen waren verhuisd en dachten: dat nooit weer. Zij zaten ook aan tafel om hun belang te verdedigen.” Er werden in totaal tien sessies georganiseerd, waarvan in eentje de rollen werden omgewisseld.
Van Essen: “Het is de bedoeling dat je over je eigen belang heen kunt kijken. Dus fietsers werden agrariërs, omwonenden werden natuurliefhebbers. Dat was ontzettend leerzaam. Als je niet wilt dat er auto’s over een dijk rijden, waar moeten ze dan heen? En hoe zit dat met landbouw, als je wilt dat er – naast ons voedsel - een bijzondere vogel kan blijven broeden?”
Wantrouwen overwonnen
De ontwerpgroep van 35 mensen was in het begin wantrouwend. Wat is het plan, zeiden ze. Toen wij zeiden dat ze juist samenkwamen om het plan te maken, geloofden ze dat niet. “Er was vooral wantrouwen naar de overheid. Dat moesten wij zien te overwinnen, want in het verleden werd vaak participatie ingezet als overheden de kaders al hadden vastgesteld.” Daar weet Van Essen als door de wol geverfde dijk-man alles vanaf. Hij heeft ook geleerd. Nu weet hij hoe je mensen intrinsiek vanaf het begin moet meenemen.
Zo gaven ze een masterclass waterveiligheid. En legden ze uit wat piping is. “Want als je wilt samenwerken, moet je wel hetzelfde kennisniveau hebben.” Ook heeft de omgeving invloed gehad op de kaders en uitgangspunten van het hele project. En wat bleek? Na een aantal sessies was het wantrouwen weg en konden er gezamenlijke beslissingen worden genomen. De grote vraag is natuurlijk of dit proces niet veel tijd en dus ook geld kost? Visser: “Jazeker. Het kost wel tijd, maar dat is relatief. Uiteindelijk hebben we in tweeënhalf jaar het project opgetuigd, van begin tot aan het resultaat.”
Van Essen: “En de laatste besluiten werden heel snel genomen en zelfs met applaus ontvangen. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.” Wat de heren willen zeggen: neem je omgeving serieus, en niet alleen met intentie, maar ook met gedrag. Van Essen: “Je wordt afgerekend op je gedrag, niet op je intenties.”
Lees hier meer over hoe om te gaan met de stijgende zeespiegel en dalende bodem
Evolutie gaat nooit achteruit
Visser is eerlijk. Deze aanpak was voor sommigen in een oorspronkelijk technocratisch instituut als het waterschap wel even wennen. “Maar we wilden het samen met onze omgeving doen. Het waterschapscredo was jaren geleden “zorgen voor” veilige dijken, maar wij willen het nu “samen met” de omgeving doen. Dat is gelukt.” Het projectplan staat nu in de steigers, de bedoeling is dat in 2023 de eerste schop de grond in gaat en de dijken in 2026 volledig en vanuit een integraal ontwerp zijn versterkt.
Visser: “Dit willen we dan ook nog duurzaam doen en binnen budget. Dat kan alleen als we innoveren. Daar zetten we nu zwaar op in. De mensen en partijen kennen elkaar, er zijn jonge technieken die veelbelovend zijn en er is een enorme versnellingskracht bezig.” Voorbeelden zijn dat aannemers nu al kijken naar zonne- en windenergie, contact leggen met netbeheerders en de aanleg van waterstoftankstations onderzoeken voor de zware machines die dadelijk nodig zijn. Visser: “Het is een stap vooruit; een innovatierevolutie. We gaan nu gewoon knallen.”
Van Essen vult hem aan: “Dat is ook iets waar je je aan vast moet houden: evolutie gaat nooit achteruit.” De lege stoel in de kamer zal worden gevuld door een nieuwe generatie die deze dijkwerken weer meekrijgt voor hun eigen toekomst. En Van Essen? Die gaat met pensioen en genieten van zijn vrije tijd. “Ik kom natuurlijk zeker een kijkje nemen als de nieuwe dijk bij Wijk bij Duurstede versterkt is.”
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in