Unieke, Amsterdamse broedplaats wil de bouwsector zo snel mogelijk verduurzamen

Verduurzamen lukt je niet alleen, zeker niet in de bouwsector. Architectenbureau Studioninedots weet dat als geen ander. Het realiseerde daarom een bijzondere plek in Amsterdam, waar verschillende bedrijven zich sámen inzetten voor een duurzame gebouwde omgeving. “Een duurzame wereld kan niet zonder hechte samenwerkingen, op alle niveaus.”

Studioninedots Karper K 02 Sebastian van Damme
Op de open werkplek Karper K. in Amsterdam werken verschillende bedrijven aan verduurzaming van de bouwsector. | Credit: Sebastian van Damme

Aan het woord: Albert Herder, architect en founding partner van Studioninedots. De architectenstudio was al een tijdje op zoek naar een nieuw kantoor en stuitte vorig jaar op een pareltje: een leegstaand magazijngebouw aan de Karperweg in Amsterdam-Zuid. Samen met collega-architecten van Studioninedots toverde Herder het gebouw om tot creatieve werkplek. En sinds mei van dit jaar is het de thuisbasis van Studioninedots en acht andere bedrijven. Het gebouw heeft inmiddels ook een naam: Karper K.

“Karper K. is een ecosysteem van complementaire bedrijven. Geen andere architecten dus, maar complementaire disciplines. Het zijn stuk voor stuk bedrijven die ons inspireren en waar we graag mee samenwerken”, vertelt Herder. Het gebouw beschikt over een open werkruimte, waar iedereen bij elkaar kan ‘binnenlopen’ en van elkaar kan leren. “Dat vinden we belangrijk. Als architectenstudio zijn we altijd betrokken bij grote bouwprojecten. Daarom weten we: we kunnen het niet alleen. Om dingen voor elkaar te krijgen in de bouwsector, heb je hechte samenwerkingsverbanden nodig. Op alle niveaus. Karper K. is zo’n niveau.”

Circulaire geveltegels

Herder ziet een belangrijke rol weggelegd voor architecten in het verduurzamen van de gebouwde omgeving. “Wat duurzame materialen hier, wat duurzame innovaties daar… Het werkt niet. Bij het eerste beetje tegengas van investeerders of ontwikkelaars gaat er een streep door de duurzame plannen. Als architect moet je dan ook vollédig voor duurzaamheid (durven) gaan, er volledig voor blijven gaan en voet bij stuk houden.” Hoe geeft Studioninedots daar invulling aan? Transformatie van bestaande gebouwen en toepassing van hout zijn bijvoorbeeld belangrijke pijlers in de gebouwen die de studio ontwerpt. Maar ook het toepassen van andere vernieuwende, circulaire producten doet de studio veelvuldig.

Sterker nog, twee bedrijven die dergelijke producten naar de markt brengen zijn onderdeel van het ecosysteem op de Karperweg: Pretty Plastic en StoneCycling. Pretty Plastic maakt circulaire geveltegels van honderd procent gerecycled PVC. In 2019 zette het jonge bedrijf de eerste circulaire geveltegel in de markt en recentelijk introduceerde het de opvolger, speciaal voor hoogbouw en modulaire bouw. “Nu werken we aan een derde type tegel, die iets neutraler is dan zijn voorgangers”, zegt Hajo Reinders, managing director van Pretty Plastic. “Daarmee hopen we binnenkort fors op te schalen.”

Plaatmateriaal van maiskolven

StoneCycling zette in 2016 een baksteen in de markt die voor 60 procent uit bouw- en sloopafval bestaat. Sindsdien werkt het hard om ook andere circulaire bouwmaterialen naar de markt te brengen. “Die ontwikkelen we deels zelf, maar het gaat vooral om producten van ándere ontwerpers”, zegt Ward Massa, medeoprichter van StoneCycling. “Want een mooi, circulair product ontwikkelen is één, het daadwerkelijk naar de markt brengen is een tweede. Wij kennen inmiddels het klappen van de zweep en helpen ontwerpers bij dat tweede gedeelte, in de vorm van intensieve samenwerking en co-creatie.”

En dat gaat goed. StoneCycling is inmiddels internationaal actief, met projecten in onder andere New York, Londen en Stockholm Daarnaast heeft het meerdere circulaire producten naar de markt gebracht, zoals tegels gemaakt met de hulp van bacteriën en plaatmateriaal van de restanten van maiskolven.

De blik van de architect

Studioninedots, Pretty Plastic en StoneCycling profiteren op verschillende manieren van elkaars aanwezigheid op de werkvloer van Karper K.. Bijvoorbeeld van elkaars netwerk. “Grote ontwikkelaars komen maar weinig in aanraking met kleinere bedrijven zoals Pretty Plastic en StoneCycling. Wij kunnen die link leggen”, aldus Herder. “Wij komen via Pretty Plastic en StoneCycling weer in contact met andere ontwerpers en startups, die wellicht duurzame bouwmaterialen in huis hebben die wij kunnen toepassen.”

Ook advies is een belangrijk voordeel van het ecosysteem. Zowel StoneCycling als Pretty Plastic verkopen hun producten aan architecten. Bij het ontwikkelen en introduceren van nieuwe producten is het dan ook heel fijn om een eerste reactie van Studioninedots te krijgen, zegt Reinders: “De blik van een architect is voor ons ontzettend belangrijk. Die weet als geen ander wat wel en niet werkt in de markt. Dat verhoogt de kans van slagen van onze producten.”

Herder en collega’s kunnen op hun beurt weer vragen uitzetten bij Pretty Plastic en StoneCycling. “Wij moesten onlangs een parkeergarage ontwerpen en parkeergarages moeten open gebouwen zijn”, vertelt Herder. “Daarom hebben we Pretty Plastic naar de mogelijkheden gevraagd van een circulaire geveltegel met open structuur. Dat zijn we nu aan het onderzoeken.”

Leren van elkaar

Herder vindt vooral de synergie belangrijk dat het ecosysteem op de Karperweg met zich meebrengt: “De wereld moet anders en dat moeten we samen doen. De bundel is belangrijker dan het individu. Daar worden we op deze plek dagelijks aan herinnerd. We leren van elkaar, vliegen uitdagingen gezamenlijk aan. Dat is erg inspirerend en zorgt voor versnelling.”

Die versnelling is hard nodig, want de verduurzaming van de bouwsector gaat nog lang niet rap genoeg, merkt Massa: “Het groepje architecten en ontwikkelaars dat écht bereid is om nieuwe materialen en innovaties toe te passen, is nog steeds ontzettend klein. Dan praat je over een kleine tien procent van de markt. De rest vindt het steeds belangrijker, dat wel. Maar ze komen nog niet in actie.”

Reinders beaamt dat: “Ik ben relatief nieuw in de bouwsector en schrok van de conservatieve houding die de sector erop nahoudt. Duurzaamheid zou vanaf de start en bij elke keuze een belangrijke drijfveer moeten zijn, bij elk project. Maar dat is zelden zo.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Studioninedots Karper K 01 Sebastian van Damme
Credit: Sebastian van Damme

Wet- en regelgeving, geld en risico

Hoe komt dat? Reinders noemt regelgeving en geld als belangrijke belemmerende factoren. “Wet- en regelgeving draagt momenteel op geen enkele manier bij aan het concurrerend maken van duurzame bouwmaterialen. En de bouw is bij uitstek een kosten-gedreven markt. Als dat niet verandert, blijft iedereen de traditionele manier van bouwen zolang mogelijk volhouden. Zolang je duurzaamheid niet op één zet (wat wel zou moeten), zijn er heel veel redenen om het niet te doen.”

Massa sluit zich daarbij aan en voegt risico aan het rijtje toe: “Een aannemer blijft tien jaar verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gebouwen die hij neerzet. Wat doe je dan? Dan bouw je op de manier die je kent, omdat je daar ervaring mee hebt en je weet dat het goed gaat. Duurzame bouwmaterialen worden al snel gezien als een risico. Niet omdat daar een aanwijsbare reden voor is, maar omdat de aannemer het product simpelweg niet kent.”

De bouwsector versnelt

Máár… er is een verandering gaande, merkt Massa. “Steeds meer ontwikkelaars realiseren zich dat duurzaamheid waarde heeft. Dat het aantrekkingskracht heeft wanneer je muurbekleding gemaakt is van maiskolven of je geveltegels van volledig gerecycled PVC. Dat de hippe koffietent dan maar al te graag in je gebouw wil zitten en bereid is om daar een goede vierkante-meterprijs voor te betalen. De voorlopers kapitaliseren daar nu al op.”

Ook Herder ziet versnelling. “Steeds meer gemeenten laten duurzaamheid en circulariteit bijvoorbeeld zwaar meewegen in hun tenders. Het kan tegenwoordig echt de doorslaggevende factor zijn, die bepaalt of je een tender binnensleept of niet. Dat is een groot goed. Daarnaast zien we steeds meer beleggers die uit een duurzame pot met geld investeren in bouwprojecten. Vaak sneuvelen duurzame plannen als een bouwproject vordert, maar als de belegger erop aanstuurt, is dat een ander verhaal.”

Het zijn mooie tekenen aan de wand. Maar ook al is er een versnelling gaande, de bouwsector gaat nog lang niet snel genoeg, benadrukken Herder, Reinders en Massa. “Naast betere wet- en regelgeving is er ook gewoon meer lef nodig, om nieuwe dingen te proberen. En meer bereidheid om te investeren in een betere toekomst, ook als dat nu nog meer kost”, aldus Reinders. “Er zijn vooralsnog maar een beperkt aantal mensen in de bouw die over dat lef en die bereidheid beschikken.”

Jonge mensen, oude garde

Massa benadrukt daarnaast nogmaals het belang van hechte samenwerkingen: “Jonge mensen met innovatieve ideeën, gekoppeld aan een oude garde met slagkracht, dát hebben we nodig.” Herder hoopt dan ook dat het ecosysteem in Amsterdam-Zuid een inspiratie voor anderen kan zijn. En wellicht richt hij in de toekomst wel een tweede ecosysteem op in het Amsterdamse, om meer gevestigde (bouw)bedrijven met innovatieve start-ups te verbinden. “Want we weten inmiddels hoeveel dat kan opleveren.”

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu