Dat blijkt uit de jaarlijkse marktmonitor van de non-profitvereniging Stroomversnelling, die corporaties en projectontwikkelaars vroeg hoeveel nul-op-de-meterhuizen zij realiseren. Voor de totale nieuwbouw zal dit jaar minimaal 5,7 procent geen energierekening meer hebben. Het aantal bestaande woningen dat een nul-op-de-meterrenovatie krijgt is kleiner.
Renovatie is duurder dan nieuwbouw
Dat renovatie achterloopt, komt door de hogere kosten; het kost meer geld om een bestaand huis beter te isoleren, en een warmtepomp en zonnepanelen te geven, dan om deze dingen in een nieuw huis te plaatsen. Daarnaast is de renovatiemarkt voor bouwers minder interessant, omdat de marges kleiner zijn. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt in de bouw kiezen ontwikkelaars en corporaties hier niet voor.
Lees ook: Deze banken maken een goede businesscase voor duurzame woningen
Dit terwijl de renovatiemarkt veel groter is dan de nieuwbouwmarkt. Uiteindelijk hoopt Stroomversnelling dat de groei van nul-op-de-meter in de nieuwbouwmarkt ook de renovatiewereld helpt. “De innovaties en infrastructuur die nu ontstaat voor nieuwgebouwde huizen kan ook uitkomst bieden voor de renovatiemarkt”, vertelt Ivo Opstelten, directeur bij Stroomversnelling.
Vruchten plukken van duurzaamheid
Opstelten is optimistisch over de nieuwe cijfers. “Vooral in nieuwgebouwde sociale huur zie je dat de tijd van early adopters voorbij is. Vanaf nu zal nul-op-de-meter steeds populairder worden. En daar zullen ook andere sectoren profijt van hebben.” Dat de sociale huur vooroploopt, ligt vooral aan de energieprestatievergoeding (EPV) die de regering in 2016 invoerde. Deze zorgt ervoor dat de woningcorporaties de vruchten kunnen plukken van duurzame maatregelen. Anders zouden de huurders de baten hebben (geen of een veel lagere energierekening) terwijl de verhuurder de kosten moest dragen.
Helaas zorgt deze regeling in de particuliere sector nog niet voor een grote groei van energiezuinige huizen. “We hebben minder zicht op die sector, omdat we de enquête vooral naar corporaties en projectontwikkelaars sturen”, vertelt Opstelten.
Op de koopmarkt is de EPV niet van toepassing, maar ook daar zijn problemen met de verdeling van kosten en baten. Als je betaalt voor renovatie van je huis, en het vervolgens verkoopt, dan is het niet zeker dat je alle kosten terug wint door een voldoende hogere verkoopprijs. “Daar moet ook een oplossing voor worden gevonden”, zegt Opstelten. “Dan moeten er regels komen voor een objectgebonden financiering, die overgaat naar de volgende eigenaar bij verkoop.” De markt werkt namelijk (nog) niet zo dat een huis met nul-op-de-metervoorzieningen precies zoveel meer kost als de extra waarde van de voorzieningen bij verkoop.
Coronacrisis
De cijfers voor 2020 hebben betrekking op geplande woningen. Een deel zal mogelijk niet dit jaar afkomen. De coronacrisis speelt daarbij ook een rol, vooral voor renovaties. “Dan moeten er mensen over de vloer komen, en dat is niet altijd gewenst in deze tijden. Bij nieuwbouw is dat een minder groot probleem.” Toch denkt Opstelten dat het totaal aantal nul-op-de-meterwoningen dit jaar hoger uit zal vallen dan in de monitor staat. Niet alle marktpartijen zijn aangeschreven en een deel van de aangeschreven partijen reageerde niet, terwijl ook daar mogelijk een aantal energiezuinige huizen op de planning staan.
Lees ook: Hoe verwarmen we straks 7 miljoen woningen?
Bron: Stroomversnelling | Beeld: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in