Dat blijkt uit onderzoek van Probos uit Wageningen. Probos, het kennisinstituut voor duurzaam bosbeheer, heeft de studie uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Milieu, en Economische Zaken en FSC Nederland. De gegevens zijn afkomstig van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH).
Het Forest Stewardship Council is het grootste keurmerk op de Nederlandse houtmarkt. Certificeringsorganisatie PEFC, die zich wereldwijd inzet voor lokale duurzaamheidsinitiatieven, is de tweede partij.
Tropisch hardhout
Uit de studie blijkt dat het gebruik van tropisch hardhout met een FSC-keurmerk achterblijft bij de verwachtingen. Het aandeel bleef in de gemeten periode vrijwel gelijk, met een geringe stijging van 39 procent in 2011 naar 40,4 procent in 2013. Bij infrastructurele werken als weg- en waterbouw wordt het meeste tropisch hardhout verwerkt. Volgens Probos is bijna de helft van het gebruikte hout van niet-duurzame herkomst.
FSC Nederland wijt dat aan een gebrek aan toezicht door de opdrachtgever. Voor infrastructuur is dat in de meeste gevallen de overheid. In de bestekken is het gebruik van duurzaam hout wel opgenomen, maar het gaat in de uitvoering vaak mis.
Eerder deze maand berichtte de Volkskrant dat staatssecretaris Joop Atsma van Milieu ten onrechte tropisch hardhout uit Maleisië wilde inkopen als duurzaam bouwmateriaal voor de overheid. De zogeheten Toetsingscommissie Inkoop Hout had het Maleisische merantihout al afgeraden, omdat er onvoldoende duidelijkheid was over de bescherming van het bos. Meranti is een van de meest gebruikte houtsoorten door Nederlandse bouwbedrijven.
Bron: Probos | Foto: Matt Acevedo, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in