‘Houtbouw van nu is niet te vergelijken met de Middeleeuwen’

Bij grootschalige houtbouw vrezen sommige mensen Middeleeuwse taferelen waarbij hele wijken tot de grond afbranden. Ten onrechte, want houtbouw van nu is niet te vergelijken met die van vroeger. Welke ontwikkeling maakte hout door?

houten woontoren Haut aan de Amstel in Amsterdam
Haut is één van de hoogste hout-hybride constructies in Nederland. | Credit: Lingotto

Op de bouwplaats anno nu vind je geen stapels stenen en draaiende cementmolens, maar compleet ingerichte houtzagerijen, inclusief zaagtafels en afzuiginstallatie. Dat komt doordat hout z’n herintrede doet in de bouw.

Geschiedenislesje bouwmaterialen

Vroeger bouwden we hele steden van hout. Vaak van matige kwaliteit met veel kieren, en er zat er ook nog stro in de tochtige huizen om deze beter te isoleren. “In feite waren die huizen perfect ge-engineerd voor brand”, concludeert Pablo van der Lugt. De onderzoeker en kwartiermaker biobased bouwen bij de TU Delft en het AMS-Institute vergelijkt de Middeleeuwse huizen met een haardvuurtje: dat brandt ook het beste door hout, stro en zuurstof te combineren.

Al in de vijftiende eeuw moedigden stadsbesturen bouwen met (bak)steen aan. Tijdens de industriële revolutie kwamen daar staal en beton bij. Toen werd het mogelijk om bakstenen, beton en staal grootschalig en gestandaardiseerd te produceren. “Dat zijn gestandaardiseerde uniforme materialen, dus je wist precies hoe sterk je bouwmateriaal was en wat je ervan kon verwachten”, zegt Van der Lugt. Voor hout gold dat niet.

“Elke boom, zelfs van dezelfde soort, is anders, dus ook het hout. In de Middeleeuwen had je nog geen methodes om die sterkte uniform te bepalen, dus bleek hout een onbetrouwbaar bouwmateriaal.” Dat was in de achttiende en negentiende eeuw nog niet heel anders.

De belofte van beton

Vanuit brandveiligheidsperspectief is beton een prettig materiaal om mee te werken omdat het steenachtig en robuust is. Er is echter ook een nadeel aan de toepassing van beton: bij de productie ervan komt veel CO2 vrij: circa 5 procent van de wereldwijde CO2 uitstoot is gerelateerd aan productie van cement en beton. Terwijl de CO2-uitstoot van de bouwsector juist naar beneden moet om de opwarming van de aarde te stoppen. Vanuit die visie groeit de aandacht voor hout en andere hernieuwbare materialen. De ontwikkelingen daarvan hebben niet stil gestaan.

Comeback van hout

In de twintigste eeuw startte de industrialisatie van hout met de ontwikkeling van gestandaardiseerde plaatmaterialen als MDF, OSB en multiplex. De laatste twintig jaar kwamen de ontwikkelingen in een stroomversnelling.

Zo worden met behulp van lasertechnologie defecten in gezaagde planken opgespoord en kunnen deze desgewenst verwijderd worden. Op die manier ontstaat ‘foutvrij hout’ waarvan precies bekend is in welke sterkteklasse het valt. Daarmee wordt het mogelijk om enorm grote elementen te maken: zowel balk- als plaatvorm (kruislaaghout). In die vorm kan hout beton en staal in de bouw vervangen als constructief materiaal.

Kruislaaghout

Kruislaaghout bestaat uit naaldhoutplanken die onder hoge druk aan elkaar worden gelijmd met een kleine hoeveelheid lijm (1 procent gewichtsaandeel). Op die manier ontstaan dikke - maar lichte - panelen die grote sterkte en stabiliteit hebben. Kruislaaghout wordt ook wel CLT genoemd, naar de Engelse afkorting Cross Laminated Timber.

Door al die ontwikkelingen is het nu mogelijk om hele hoge gebouwen van hout te maken en houtbouw te standaardiseren. “Het hoogste houten gebouw ter wereld is op dit moment 86 meter hoog, maar er zijn projecten in ontwikkeling zoals ‘the Dutch Mountains’ in Eindhoven die ruimschoots boven de 100 meter uitkomen", zegt Van der Lugt.

Bouwers weten nu precies hoe sterk hout is en welke afmetingen houten producten hebben. “Wat je had met beton, baksteen, staal, plastic, aluminium, et cetera, kan nu dus ook met hout”, zegt hij.

Hout past volgens hem goed in de huidige woningbouwopgave. “Omdat het vijf keer lichter is dan beton en het daardoor veel makkelijk te bewerken is, waardoor het ideaal is voor prefabricage. En gezien de enorme woningopgave in Nederlands biedt het daarmee enorme kansen voor industriële, prefab woningbouw” Zo is het mogelijk om al in de fabriek uitsparingen te maken voor stopcontacten, leidingen en kozijnen. Hij ziet ook kansen voor houten bouwlagen bovenop bestaande betonnen gebouwen in steden. “Omdat hout zo licht is.”

Houten bruggen

Ingenieursadviesbureau Arup is al een tijdje aan de slag met houtbouw. Het bedrijf heeft op dit moment één van Nederlands hoogste hout-hybride constructies op zijn naam staan: Haut in Amsterdam. Dit gebouw is 73 meter hoog. Bandveiligheidsadviseur Yvonne Wattez vertelt dat Arup ook de mogelijkheden van andere houten constructies onderzoekt. Bijvoorbeeld voor bruggen. Zo kijkt het ingenieursadviesbureau onder andere naar de brandveiligheid daarvan. Omdat de liggers van bruggen heel dik zijn, kunnen ze een brand goed doorstaan. Wattez: “Die hebben zo'n groot volume dat ze niet zo snel zullen instorten. De isolerende koollaag zorgt er namelijk voor dat de kern van de balk zijn sterkte behoudt. Staal verliest zijn sterkte bij bepaalde temperaturen, bij hout geldt dat niet.”

Imagoprobleem

Ondanks de vele voordelen van hout, kampt het materiaal volgens Van der Lugt nog steeds met een imagoprobleem. “Heel veel mensen zijn nog een beetje huiverig.” Zo krijgt hij vaak vragen over boskap, rotting en brandveiligheid van houten gebouwen.

Ook denken mensen bij een houten huis gelijk aan een gevel van hout, terwijl de meeste milieuwinst juist in het casco zit. “Daar kan je milieuvervuilend staal, beton en baksteen vervangen door dit hernieuwbare materiaal dat vijf tot tien keer meer CO2 opslaat tijdens de groei dan dat er vrijkomt tijdens productie”, zegt Van der Lugt. Hij benadrukt dat een gebouw met veel hout erin er niet uit hoeft te zien als een houten gebouw. Zo kan de gevel van steen-strips zijn, de kozijnen van aluminium en het houten skelet verstopt achter gipsplaten.

“Ik vind het zelf wel charmant als het een houten buitenkant heeft”, zegt Van der Lugt. Maar qua CO2-winst en acceptatie snapt hij dat het handiger is om in de beginfase hout vooral in het casco te verwerken. Ondertussen kunnen houten hoogstandjes zoals die van Arup helpen om mensen te laten wennen aan hout.

Kantelpunt

Van der Lugt denkt dat het snel kan gaan met houtbouw. Vooral als er strengere CO2-regelgeving komt waardoor er ook meer rekening wordt gehouden met de CO2-opslag van hout. “Zo heeft de Metropool Regio Amsterdam zich in de Greendeal Houtbouw reeds gecommitteerd aan 20 procent houtgebruik in 2050”, zegt hij. Op dat moment is wellicht op elke bouwplaats een houtzagerij te vinden.

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu