Het PBL organiseerde vandaag de ‘Nacht van de Leefomgeving’, om de definitieve discussie over het corona-effect te beslechten, als onderdeel van het gepresenteerde rapport van vandaag. Want er is vanaf maart 2020, toen thuiswerken de norm moest worden, een heleboel gezegd over de mogelijke voordelen van corona. Geen files meer, schonere lucht, meer lichaamsbeweging - noem maar op. In de praktijk werd er inderdaad meer thuis gewerkt, maar wel voor een selecte groep. Meer dan de helft van de mensen heeft tijdens de pandemie helemaal niet thuis kunnen werken, omdat ze werk hebben dat niet thuis uitgevoerd kan worden. Daarom bestond de groep thuiswerkers (46 procent van de beroepsbevolking) vooral uit mensen die toch al een dag thuiswerkten, en dat nu uitbreidden tot 4 of 5 dagen.
De coronacrisis als businesscase kan zorgen voor systeemverandering
Geen files meer door beetje minder auto’s
Dat de thuiswerkers een relatief kleine groep vormen, betekent niet dat het geen impact had. De files verdwenen, ook al was er maar een vijfde minder verkeer. Het laat zien dat je met relatief kleine veranderingen al veel problemen kunt oplossen.De grote vraag bij de nacht van de leefomgeving: hoe houden we dit zo? Op het gebied van woon-werkverkeer pleitte NS-directeur Jeroen Fukken voor een tijdslot-systeem. Dan zeggen grote bedrijven dat werknemers tussen 8 en half 9 aan mogen komen, studenten om tien uur, enzovoort. Dat vereist coördinatie van de overheid, denkt hij: zowel de lokale als de landelijke machthebbers moeten ervoor zorgen dat de belangrijke partijen om tafel gaan zitten.
Mobiliteitsexpert Anna Nikolaeva (UvA) had twijfels bij de uitvoerbaarheid van Fokkens visie. Zij denkt dat gewoonten hardnekkig zijn en mensen uiteindelijk toch op spitstijden zullen reizen. Ook, zegt ze, omdat de maandag en vrijdag altijd rustige dagen zullen blijven; iemand dwingen om bijvoorbeeld op vrijdag te werken en op donderdag vrij te nemen, voor de spreiding, is lastig.
Maar er zal mogelijk wel minder (trein)verkeer zijn, want veel mensen die tijdens corona thuiswerkten willen dat blijven doen. Een 50/50 verdeling tussen thuis en kantoor lijkt de optimale verdeling voor de meeste mensen. Maar dat thuiswerk zal op lange termijn grote implicaties hebben. Zo noemde het PBL dat jongeren vaak moeite hebben om hun carrière vorm te geven, omdat ze niet op kantoor geïnspireerd raken en bepaalde vaardigheden van collega's kunnen leren. En er zijn een heleboel mensen die klein wonen en daardoor lastig een thuiswerkplek kunnen installeren. Ook mobiliteitsexpert Nikolaeva had hier last van.
Niet meer investeren in infrastructuur?
Wat dat betekent voor het verkeer? In het PBL-rapport dat hoort bij de Nacht van de Leefomgeving stond dat er minder investering in weg en spoor nodig is, omdat woon-werkverkeer afneemt. Toch betekent het volgens het PBL niet, zoals verschillende media schreven, dat men niet meer hoeft te investeren. Want de economie en bevolking blijft groeien, en groeit harder dan de afname van het verkeer door corona. Kortom: er zal dus meer asfalt of spoor moeten komen, wil iedereen ook in de toekomst naar werk kunnen. Uit het rapport bleek bovendien dat de vervuiling door verkeer niet per se minder wordt door het nieuwe werkgedrag.
Toch verwacht planologe Esther Geuting, directeur bij STEC, wel degelijk dat het kantoor zal veranderen door thuiswerk. Zij sprak verschillende kantooreigenaren en werkgevers over de toekomst van werk. En hoewel het onderzoek nog niet klaar is, kon ze al een tipje van de sluier oplichten: 70 procent van de geïnterviewden wil kantoren die kleinschaliger zijn, met meer ruimte voor ontmoetingen en individueel werken. Kortom, de kantoortuin van de pre-coronatijd lijkt definitief dood. Kantoren worden ook kleiner, waarmee lege ruimte komt. Die zou ingezet moeten worden voor woningen, vonden alle sprekers. Ook omdat kantoren vaak in de stad liggen, op de meest gewilde plekken.
Duurzaamheid en corona
Hoewel duurzaamheid niet de focus was van de avond, klonk het in alles door. Minder verkeer is minder CO2, tenzij mensen niet de trein pakken maar de auto voor de trips die ze wel maken. En de woningmarkt moet innoveren, om meer ruimte te bieden aan de wensen van na corona (zoals meer of flexibele ruimte), maar moet ook duurzamer worden.
Hoe groot is de kans dat we gewoon teruggaan naar het oude normaal? Er is nu al terugveergedrag zichtbaar, dat is niet goed, vindt Jan Hendrik Donkers, topambtenaar bij Infrastructuur en Waterstaat. “Dus nu moet je meer experimenteren, mensen oproepen om het thuiswerkgedrag vol te houden." Het is een teken dat de overheid ook bereid is om mee te werken, om de flexibele en duurzamere manier van werken na corona vast te houden.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in