Met het whitepaper ‘Van Label C tot EED. Alles wat u moet weten over de wet- en regelgeving rond energiebesparing’ biedt technisch dienstverlener ENGIE handvatten. In de publicatie gaat het bedrijf in op de verschillende wetten en regels: waarom ze er zijn, wat de gevolgen voor bedrijven zijn en wat zij moeten doen om aan de regels te voldoen.
Volgens Bart Jan Freriks, algemeen directeur bij ENGIE Services West, leeft er in het brede bedrijfsleven onduidelijkheid over wat er van bedrijven verwacht wordt op het gebied van energie-efficiëntie.
Verduurzamen
“Dat kunnen bedrijven zijn die worstelen om compliant te zijn en verdwalen in de wetgeving”, zegt hij. “Maar het zijn ook bedrijven die graag een stap extra willen zetten om vastgoed te verduurzamen en zoeken naar de maatregelen die daarvoor nodig zijn.”
Zo klopte een voetbalstadion aan bij ENGIE. “We hebben een mooi en duurzaam stadion, met zonnepanelen op het dak, maar is een stadion ook een gebouw waar een energielabel op van toepassing moet zijn?”
Er zijn ook koplopers in duurzaamheid die hun zaken goed op orde hebben, maar vervolgens te maken kunnen krijgen met conflicterende wetgeving. Freriks wijst op het voorbeeld van een vloerenfabrikant Forbo, die duurzaamheid omarmd heeft en hard werkt aan verduurzaming van zijn productielocatie. “Dat bedrijf komt in de problemen door veronderstelde geurproblematiek. De omgevingsdienst schrijft voor dat de fabriek een verbrandingsinstallatie op gas plaatst om de uitgaande lucht te ontdoen van geur. Dat levert veel extra CO2-uitstoot op, en de maatregel grijpt enorm in op de productprijs. Maar uit onderzoek bleek helemaal niet dat er sprake is van overlast.”
Werkelijke prestaties
De Nederlandse overheid heeft de nationale energiebesparingsdoelen vastgelegd in het Energieakkoord en wil dat ondernemingen maatregelen nemen om energie te besparen. De handhavende instanties zitten er bovenop, en dat heeft ook gevolgen voor partijen die op papier al aan alle eisen voor energie-efficiëntie voldoen.
Freriks wijst op een publicatie van het bedrijf e-nolis, gestart als een spin-out van ENGIE, dat onderzoek heeft gedaan naar de werkelijke prestaties van gebouwen met verschillende energielabels. Daaruit bleek dat slechts 35 procent van alle panden presteert conform het energielabel. De performance gap manifesteert zich vooral in de gebouwen met een hoog energielabel.
“Zeker gebouwen met een A-label presteren op een lager niveau”, zegt Freriks. “De uitgangspunten uit de ontwerpfase van deze panden worden dus niet volledig benut in de gebruiksfase. Daar is nog een enorme energiebesparing mogelijk."
E-nolis kwam tot zijn conclusies op basis van cijfers uit de Energy Navigator, een slimme softwaretool die de prestaties van vastgoed inzichtelijk maakt op basis van algoritmen en handvatten biedt voor verduurzaming.
17 Petajoule
Inmiddels is met de Energy Navigator ruim 1 miljoen vierkante meter bruto vloeroppervlak geanalyseerd. Dat is maar een klein deel van de totale gebouwvoorraad in Nederland. Wanneer de besparingen worden geëxtrapoleerd naar alle panden in ons land, komt het totale besparingspotentieel uit op 17 Petajoule aan operationele energiebesparingen.
Vanaf 2023 stelt de overheid een C-label verplicht. “Maar dat betekent niet dat partijen met een A-label achterover kunnen leunen. Bedrijven worden in het vervolg afgerekend op energie-efficiëntie in de gebruiksfase, niet op wat er allemaal is bedacht tijdens de ontwikkeling van het gebouw. Veel bedrijven weten nog niet goed wat dat voor hen betekent. De discussie over energielabels is voor ieder bedrijf urgent.”
Het whitepaper van ENGIE bevat onder meer een infographic, die een duidelijk overzicht biedt van de regelingen die gelden voor een bedrijf en welke acties ondernomen moeten worden.
Afbeelding: ENGIE
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in
