“De zee ligt er rustig bij”, merkt Peter Glas op terwijl hij zijn stoel aanschuift. Vanuit zijn werkkamer op een van de bovenste verdiepingen van een Haagse kantoortoren heeft de deltacommissaris uitzicht op de kustlijn. Daarmee staat het thema water altijd op zijn netvlies. Zowel letterlijk als figuurlijk. Voor de gemiddelde Nederlander geldt dat niet. “Welke dijk beschermt jou? Heel veel mensen weten het antwoord op die vraag niet.” Glas neemt ze dat niet kwalijk. “Want omgekeerd betekent het dat ze veel vertrouwen hebben dat de overheid het voor ze regelt.”
Voor die veiligheid is hij medeverantwoordelijk, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat: Mark Harbers. Glas adviseert de overheid en bewaakt de voortgang en samenhang van het Deltaprogramma. Hét programma dat Nederland beschermt tegen hoogwater en overstromingen, voor voldoende zoetwater zorgt en bijdraagt aan een klimaatbestendige en water-robuuste inrichting van het land. Met wispelturiger weer en een stijgende zeespiegel is dat programma belangrijker dan ooit.
“Als we er niet in slagen om de temperatuurstijging tot 1,5 à 2 graden te beperken, dan overschrijdt de potentiële schade door wateroverlast, overstromingen, hitte en droogte in Nederland de 100 miljard euro richting 2050 ”, zegt Glas. Het bewustzijn dat we de aarde niet verder moeten laten opwarmen kan hem niet groot genoeg zijn, en het is tijd om ernaar te handelen. “De deskundigen zeggen dat er nog tijd is om de opwarming te beperken tot die 1,5 graad. Maar als we het laten lopen… Inmiddels is de kans dat het niet gaat lukken al groter dan de kans dat het wel gaat lukken. Maar die kans is nog geen nul.”
Wake-up call
Glas verzamelt kennis en statistieken om de veiligheid op orde te houden, maar ook hij werd afgelopen zomer verrast door de aanhoudende en extreme regenval. “Er ging meer water door de Maas dan er ooit was gemeten.” Ook was het in ‘het verkeerde seizoen’: de zomer. “Overal stonden de uiterwaarden en hellingen vol in het blad en ze waren begroeid met gewassen. We verwachten hoog water of regenval vooral in de herfst en in de winter. In die zin was Limburg een soort wake up call: er kan ineens iets gebeuren dat buiten de statistieken valt. Dit leert ons dat je nuchter naar de statistiek moet kijken.”
“Er ging meer water door de Maas dan er ooit was gemeten”
Peter Glas
Naar aanleiding van de overlast in Limburg richtte de minister van Infrastructuur en Waterstaat de beleidstafel wateroverlast en hoogwaterveiligheid op. Glas zit daarbij. Als deltacommissaris wil hij maatregelen treffen om zoveel mogelijk schade te voorkomen, maar schade 100 procent voorkomen is onmogelijk. “Dat zouden we wel willen, maar zo werkt het niet in het leven.”
In een eerder deel van deze serie stelde Karin Bos van Achmea een noodfonds voor waaraan alle Nederlanders meebetalen. “Een solidaire oplossing”, aldus Bos. Glas vindt het fijn dat verzekeraars meedenken over oplossingen. Op advies van de beleidstafel betrekt het Rijk verzekeraars ook in een verkenning naar de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s. “De verzekerbaarheid en in brede zin de nazorg na een ramp heeft zeker de aandacht”, zegt hij.
Durven buitenlandse vastgoedbeleggers nog in Nederland te beleggen?
‘We kunnen niet alles, overal’
Ook begint het besef te komen dat we bij nieuwbouw, landbouw en infrastructuur rekening moeten houden met water en de bodem. “We hebben tientallen jaren gedacht dat wij alles kunnen. Overal. Water weg, water erin, op slappe bodems bouwen en alle soorten gewassen telen”, zegt Glas. Die gedachte is achterhaald.
Daarom is Glas blij met het regeerakkoord waarin staat dat water en bodem de basis moeten vormen als het over onze ruimtelijke ordening gaat. Ook is hij te spreken over de brief van minister Hugo de Jonge over de woningbouwopgave. Daarin bevestigt De Jonge de noodzaak van klimaatbestendig bouwen en geeft hij aan dat we goed moeten kijken waar en hoe we bouwen. “Iedereen wil kennelijk graag in de Randstad - en in het bijzonder Amsterdam - wonen, maar er is veel voor te zeggen om dat elders te doen.”
Glas vindt het daarnaast goed nieuws dat het kabinet op nationaal niveau regie wil nemen bij de woningbouwopgave. Hij heeft direct een advies: “Als je stuurt, stuur dan weg van de risico's.” Om er gelijk aan toe te voegen dat we dan nog steeds in diepe polders kunnen bouwen: als de we de risico’s goed afwegen en kwetsbaarheden in de ruimtelijke inrichting en bouwwijzen beperken.
Stresstesten
Terwijl de brief van De Jonge over toekomstige woningen gaat, brengen gemeenten met stresstesten de waterrisico’s van de bestaande gebouwde omgeving in kaart. Deze stresstesten vormen het beginpunt van gesprekken met burgers, bedrijven en overheid. Wat zijn de risico’s? Zijn deze acceptabel? Zo nee, wat willen we ertegen doen, wat mag het kosten en wie gaat het betalen? Sinds kort is er een stimuleringsregeling van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat waarbij gemeenten een beroep kunnen doen op middelen uit het Deltafonds om klimaatbestendigheid te bevorderen. Rijk en regio hebben hier gezamenlijk 600 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.
Glas vindt dat we ook kleine initiatieven moeten koesteren. Zoals steden die wedstrijden houden om zoveel mogelijk tegels te vervangen door planten. “Met tegelwippen houden we de zee niet tegen, maar het helpt wel bij het waterbewustzijn.” En dat bewustzijn is cruciaal om draagvlak te creëren en houden voor de plannen die het hoge zee- en rivierwater tegenhouden.
“Waar we in ieder geval mee door moeten gaan is de instandhouding van de duinen, dijken, deltawerken, pompen en gemalen. Als je dat verwaarloost, dan pietert het achteruit. Dat snapt iedereen die een bedrijf of eigen huis heeft: je moet het ook onderhouden.” Daarnaast moeten we de risico’s in kaart brengen, deze blijven monitoren en op basis daarvan maatregelen treffen.
Snellere zeespiegelstijging
Eén van die risico’s is een sneller stijgende zeespiegel. In onze huidige bescherming-scenario's gaan we uit van een zeespiegelstijging tussen 0,35 en 1 meter in 2100, maar inmiddels sluit het IPCC een stijging van 2 meter in dat jaar niet meer uit. Dat kan gebeuren als de CO2-emissies verder blijven toenemen en de bijbehorende opwarming het landijs op Antarctica doet afsmelten. Die kans is klein, maar áls het optreedt is de wereldwijde impact enorm. Ook hier in onze delta. Daarom moeten we dus goed voorbereid zijn.
Een zeespiegelstijging van 30 centimeter kunnen we aan. Het kost geld en we moeten er ruimte voor opofferen, maar het is goed te doen. Ook tot een meter zeespiegelstijging is te overzien. De nieuwe zeesluis bij IJmuiden is bijvoorbeeld zo gebouwd dat hij een hoger waterpeil aankan. “Het tempo wordt dan wel een issue, want tot een meter stijging in zo'n korte tijd is wel een ding.”
Bij een zeespiegelstijging van 2 meter wordt het echt lastig. Dan moet bijvoorbeeld de kering bij Maassluis eerder worden aangepast of vervangen. Net als de Oosterscheldekering. Die zijn niet ontworpen voor dat soort hoge zeeniveaus. Een zeespiegelstijging van 2 meter in 2100 is (nog) niet erg waarschijnlijk, maar het is belangrijk om dit soort risico’s te blijven monitoren en op tijd beslissingen te nemen. “Het wordt pas een gevaar als je er niets aan doet”, benadrukt Glas.
De beste tijd voor een beslissing
Eerder inventariseerde Deltares op verzoek van de deltacommissaris mogelijke oplossingen om een hoger zeeniveau het hoofd te bieden. Deze variëren van een grote dijk in de zee en nieuw land creëren tot terpen aanleggen. De keuze voor één van de denkrichtingen - of een combinatie ervan - wil Glas nu niet maken. De denkrichtingen uit het rapport helpen bij het debat, maar moeten nog worden doorgerekend, stelt hij. “Dit was tekenen, maar nu gaan we rekenen.”
“We kunnen niet alle opties oneindig openhouden”, zei Marjolein Mens van Deltares in een eerder onderdeel van deze serie. Maar, zegt Glas: “Je kunt ook te snel een afslag nemen.” In 2026 wordt er opnieuw gekeken naar ‘de deltabeslissing’ van 2014 en 2021. Daaronder valt onder andere een besluit over de kustlijn. Tot dat evaluatiemoment moeten we alle opties op tafel houden, vindt Glas.
Hij maakt een wijds gebaar richting het raam om de kustlijn aan te duiden die zich in de verte uitstrekt. “Houden we de kustlijn op zijn plek of brengen we hem naar voren of achteren? Dat is een beslissing die we vermoedelijk voor het einde van dit decennium met al het rekenwerk en de kennis van dat moment nemen. Dat is het eerlijke antwoord. Dus niet te laat, maar ook niet te vroeg.”
Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie Het wassende water. Lees ook de eerdere delen:
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in