Volgens het laatste rapport van Circle Economy wordt weliswaar 88 procent van het bouw- en sloopafval in Nederland gerecycled, maar dat wordt vooral gebruikt voor laagwaardige toepassingen, zoals de fundering van wegen. Slechts 8 procent van het gebruikte bouwmateriaal is daadwerkelijk circulair.
Beeld klopt niet
Technisch gezien kan er in Nederland veel meer gebouwd worden met circulaire materialen als hout, beton of aluminium. Waarom gebeurt dat dan niet? Te duur, is vaak de conclusie van ontwikkelaars, banken en vastgoedbezitters. Dat beeld klopt niet. We moeten veel meer kijken naar de waarde en de kosten van gebouwen op de langere termijn, de bespaarde CO2-uitstoot, energie en grondstoffen, stelt Martijn Veerman, specialist circulaire gevels bij Alkondor. "We kijken nog steeds te veel naar de initiële investering. Wat kost iets nu? Kan ik het nu betalen? Maar we kijken niet over dertig jaar; naar de aanpasbaarheid of de CO2-impact”, zegt hij.
Paneldiscussie op Provada
Tijdens vakbeurs Provada zit hij woensdag 14 juni om 14.15 uur in een panel met andere experts met als titel ‘De waarde van circulaire materialen in de businesscase’. Deskundigen, van ontwikkelaars tot architecten en maakbedrijven, die zich richten op circulaire producten. Zij willen bouwbedrijven, ontwikkelaars, vastgoedbezitters, investeerders, banken en andere bezoekers nieuwe inzichten geven over de circulaire economie. “Die vraagt een totaal andere manier van denken”, zegt hij. “Het gaat per definitie over een langere levensduur. Het gaat om flexibiliteit. Als je vandaag iets bedenkt, hoe kun je dat in de tijd nog aanpassen? Je ziet nu veel leegstaand vastgoed bij kantoren, terwijl er een gigantische woningnood is. Dat heeft onder andere te maken met wet- en regelgeving, maar ook met de technisch beperkte mogelijkheden voor een opknapbeurt zonder alles te strippen voor recycling. Aan de kwaliteit van woningen worden hogere eisen gesteld en aan kantoorpanden minder. Dat is niet zo snel te upgraden. Bovendien is strippen en weer opbouwen gigantisch duur.”
Nederlandsche Bank als voorbeeld
Volgens hem is er een wereld te winnen door gebouwen zo te ontwerpen dat ze makkelijker uit elkaar gehaald kunnen worden en de onderdelen later weer hergebruikt kunnen worden. De afgelopen dertig jaar is daar nauwelijks aan gedacht. Daardoor is de kwaliteit van gebouwen aan het eind van hun levensduur slecht. Een positieve uitzondering is het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank (DNB) in Amsterdam, De Satelliet. New Horizon en Re:Born hebben het gebouw geheel ontmanteld, waarna alle onderdelen een tweede leven krijgen. Bijvoorbeeld de gevels. Veerman: “Daar zagen we dat de DNB in de jaren 80, toen de toren is gebouwd, gigantische kwaliteit heeft neergezet. Die elementen zijn perfect om her te gebruiken. Alleen was daar het probleem dat de verbindingen moeilijk uit elkaar te krijgen waren en er veel met kit aan elkaar is geplakt om alles wind en -luchtdicht te krijgen. Alkondor deed voor RE:Born en New Horizon onderzoek en testen op enkele gevelelementen in haar fabriek. De conclusie: meer kwaliteit biedt meer waarde in de toekomst. We konden dat gebouw letterlijk een-op-een hergebruiken. Helaas laat de praktijk zien dat het een enorme uitdaging is.”
Aluminium mijnen uit gebouwen
Veerman werkt onder meer voor Alkondor, De Groot & Visser en Wicona’s ‘dochterbedrijf’ Ciskin, de Circular Facade Company. Dat ontwerpt circulaire gevels van gerecycled aluminium. “Daar schrikt iedereen van, want dat is CO2-intensief. Maar onze partner Wicona oogst dit materiaal uit gebouwen en werkt dat om tot een hoogwaardig gevelproduct van dezelfde kwaliteit”, legt hij uit. “Wicona is onderdeel van het Noorse Hydro, een van de grootste aluminiumproducenten ter wereld. Zij hebben ontdekt dat hun mijn voor delving niet meer de bauxietmijn is, maar de gebouwde omgeving.”
Omdat aluminium onder hoge temperaturen en dus met veel energie gemaakt wordt, levert dat veel klimaatwinst op. Wicona verwerkt jaarlijks 200.000 ton materiaal en brengt dat terug tot zuiver, hoogwaardig aluminium. Dat levert wereldwijd een CO2-besparing ten opzichte van traditioneel aluminium uit bauxiet op van 85 procent.
Circulaire waarde niet meegenomen in taxatie
Als voor het omsmeltproces groene waterstof gebruikt kan worden, neemt dat percentage verder toe. Maar het draait volgens Veerman vooral om het steeds weer hergebruiken van aluminium gevels en het verlengen van de technische levensduur. “Daar zetten wij met Ciskin zwaar op in. Maar banken en investeerders schrikken daarvan en zeggen: dat doe ik niet. Ik zie alleen maar risico’s. Uiteindelijk is deze gevel zo’n 10 procent duurder dan een traditionele spouwmuur of een houtskeletbouw-element. Dus de waarde van die circulaire, losmaakbare gevel met een langere levensduur zie je nooit terug in je taxatie of financiering. We kijken niet verder over twintig of dertig jaar.”
Circulair bouwen goedkoper
Voor dit soort circulaire bouwproducten zijn wel subsidies beschikbaar, wat de prijs wat gelijk trekt. Maar volgens Veerman is bouwen met circulaire materialen goedkoper als je de zogeheten Total Cost of Ownership (TCO) in ogenschouw neemt. Dat zijn alle kosten die een eigenaar maakt tijdens de levensduur van een gebouw of woning. Dus niet alleen tijdens de bouw, maar ook bij de aanpassing aan strengere milieu- en klimaatregels die eraan komen. Of tijdens de sloopfase en het afvoeren van puin en afval. De totale kosten van woningbouw zijn gemiddeld 2,4 keer hoger dan de initiële bouwinvestering. Omdat CO2-uitstoot duurder wordt en de EU strengere milieu- en klimaatregels oplegt, zijn duurzame gebouwen met circulaire materialen op termijn goedkoper. En gebouwen met primaire grondstoffen duurder. Ook kunnen overheden nadere eisen opleggen. Zo stelt het Rijksvastgoedbedrijf sinds dit jaar strengere eisen voor het gebruik van circulaire materialen bij de aanbesteding van renovatie- en bouwprojecten voor de overheid.
Lees ook:
- Windmolenwieken, brugliggers, constructiestaal... Urban Miner geeft het een hoogwaardige herbestemming
- Met welke circulaire materialen bouwen we straks onze huizen?
- Circle Economy: ‘Slechts 8 procent van gebruikte bouwmaterialen is circulair’
- Circulaire bouwers krijgen per 2023 voorrang van het Rijksvastgoedbedrijf
PROVADA 2023
PROVADA is bekend van de grootste vastgoedbeurs van Nederland. Met ruim 200 exposanten uit de vastgoedsector - van projectontwikkelaars, beleggers, bouwers, architecten tot aan financiers, adviseurs, makelaars en woningcorporaties – en meer dan 70 gemeenten, provincies en het Rijk is de publieke sector goed vertegenwoordigd op deze vastgoedbeurs waar de publiek-private verbinding centraal staat in de programmering.
Elk jaar in juni is PROVADA terug te vinden in RAI Amsterdam voor een driedaagse beurs met een aantrekkelijk programma, fysieke stands en netwerkmogelijkheden.
Openingstijden en programma
Dinsdag 13 juni | 10:00 - 19:00
Woensdag 14 juni | 10:00 - 19:00
Donderdag 15 juni | 10:00 - 19:00
Op donderdag 15 juni wordt om 14.30 uur de Provada Inspiratie Award uitgereikt aan een Changemaker die positieve impact maakt in de gebouwde omgeving. Wij mogen een aantal van onze partners uitnodigen voor dit feestelijke moment met aansluitend een borrel. Bij interesse neem contact op via kathelijn@change.inc.
Bekijk het volledige programma op PROVADA via deze link.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in