Biobased bouwen brengt veel voordelen met zich mee. Zo biedt het een oplossing voor grondstoffen-schaarste, leveringszekerheid en CO2-vastlegging. Maar de natuurlijke materialen dragen bijvoorbeeld ook bij aan een gezonder binnenmilieu, lagere uitstoot van CO2 en stikstof en het creëren van lokale productieketens en nieuwe businessmodellen voor boeren. Met andere woorden: de transitie naar biobased bouwen is een belangrijke. Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet het zelfs als één van de vier belangrijkste pijlers op de route naar een circulaire bouweconomie in 2050 (naast minder bouwen, minder materiaalgebruik en hoogwaardig hergebruik).
Maar momenteel is het aandeel van biobased materialen in de Nederlandse bouw gering. Hout heeft een aandeel van 2 procent en andere biobased materialen hebben gezamenlijk slechts een aandeel van 0,1 procent. Op het gebied van houtbouw is de versnelling inmiddels ingezet, maar andere biobased materialen blijven achter. Hoe schalen we op? In ’De urgentie van biobased bouwen’ benoemt Arcadis de kansen op versnelling.
6 belangrijke productgroepen
In het rapport identificeert Arcadis zes belangrijke productgroepen, die veel opschalingspotentie hebben. In de grond-, weg- en waterbouw zijn dat bioasfalt, biobeton en biocomposiet. In de burgerlijke en utiliteitsbouw gaat het om biobased isolatiemateriaal, plaatmateriaal voor gevels en daken en constructiemateriaal. Maar om die productgroepen daadwerkelijk op grote schaal in te zetten, moet er anders worden omgegaan met biobased bouwmaterialen, stelt Arcadis.
De sector is nu nog erg versnipperd, aldus het advies- en ingenieursbureau. Daarnaast zitten gevestigde partijen en belangen opschaling in de weg. Om daar verandering in te brengen, is een gezamenlijke, proactieve benadering nodig, gericht op de mogelijkheden, meerwaarde en noodzaak van biobased bouwen. Want als dat verhaal krachtig en eenduidig verteld wordt, kan het als vliegwiel dienen om de gehele bouwsector aan boord te krijgen.
4 bouwblokken voor biobased
Maar er is meer nodig, benadrukt Arcadis. Het onderscheidt vier ‘bouwblokken’ die voor versnelling en opschaling kunnen zorgen: focus, launching customers, bijmenging en het wegnemen van barrières. Focus is belangrijk omdat er momenteel een enorme breedte aan biobased oplossingen bestaat, in verschillende fases van ontwikkeling. De focus moet liggen op die producten en materialen die klaar zijn voor opschaling en voor versnelling kunnen zorgen, zoals de eerdergenoemde zes productgroepen. Vervolgens moeten grote organisaties opstaan als launching customer, om de versnelling op gang te brengen. Arcadis ziet daar vooral een rol voor Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten.
Ten derde is bijmenging belangrijk. Het bijmengen van biobased materiaal bij laagwaardige bulkproducten kan namelijk een relatief simpele, maar effectieve route voor opschaling zijn. Als laatste moet de overheid (samen met de markt) optreden om belangrijke barrières weg te nemen. Denk daarbij aan het wegnemen van zorgen in de markt over kwaliteit en levensduur van biobased bouwmaterialen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van een sectorbrede risico-pot. Ook het versterken van kennis- en validatieloketten kan een belangrijke factor zijn.
Meer weten? Lees het volledige rapport hier.
Meer lezen?
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in