De BENG-eisen sluiten aan op de definitie van bijna energie-neutrale gebouwen zoals beschreven in de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) en vastgelegd in het Energieakkoord.
Vanaf 2020 wordt de energieprestatie van gebouwen op de volgende drie criteria beoordeeld: energiebehoefte, primair fossiel energieverbruik en aandeel hernieuwbare energie. De definitie en hoogte van BENG-indicatoren kan nog veranderen. Daarnaast verschilt de hoogte van de eisen per gebouwfunctie.
Energiebehoefte
De eerste eis, ofwel BENG 1, gaat om de energiebehoefte van het gebouw. Hoeveel energie is er nodig voor verwarming en koeling? Dit is ook de eerste stap in de trias energetica: verminder eerst het energieverbruik voordat je begint met opwekking. Isolatie, gebruik van triple glas en een goede luchtdichtheid zijn oplossingen die de energiebehoefte van een gebouw verlagen.
Belangrijke kanttekening bij het voldoen aan de BENG-eisen is dat compenseren niet meer aan de orde is: aan iedere BENG-eis moet afzonderlijk worden voldaan. Dus compenseren door plaatsing van extra zonnepanelen is niet meer mogelijk.
Primair fossiel energieverbruik
De tweede eis, ofwel BENG 2, gaat om de optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwater, ventilatoren, verlichting en bevochtiging. Energie die opgewekt wordt met hernieuwbare energiebronnen wordt van dit getal afgetrokken.
Bij de BENG 1-eis ging het vooral om bouwtechnische aanpassingen, terwijl bij BENG 2 de nadruk ligt op bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten van een gebouw. Daar liggen ook de oplossingen zoals vraag-gestuurde klimatisering op basis van bezetting, efficiënte en energiezuinige installaties voor verwarming, koeling, ventilatie en warmwater en nuttig gebruik van restwarmte.
Aandeel hernieuwbare energie
De derde eis, ofwel BENG 3, is het percentage hernieuwbare energie van het totale energieverbruik. Het totale energieverbruik is een optelsom van de energie die men uit het energienet haalt plus de (hernieuwbare) energie die men zelf opwekt.
In de eisen zal rekening gehouden worden met de uitdagingen voor hoogbouw. Vanwege het kleine dakoppervlak is lokale opwekking van hernieuwbare energie lastig voor dit soort gebouwen. In Utrecht wordt momenteel getest met innovaties die het aandeel hernieuwbare energie op hoogbouw vergroten, zoals integratie van zonnepanelen in de gevel en plaatsing van een soort windtunnel op het dak.
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) tellen alle vormen van erkende hernieuwbare energie mee om aan de BENG-eisen te voldoen, zoals: warmtepompen (WP), warmte-koude opslag (WKO), pellet-kachels, biomassaketels en niet uitputtende zonneboilers.
Lees ook: 'Energieneutraal bouwen gaat ook over veiligheid en gezondheid'
Bron: RVO | Afbeelding: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in