Dit is een gastbijdrage van Rob Kreiter, directeur TKI Energie & Industrie.
Kunnen we de toekomst van de industrie tot in detail voorschrijven? Dat zou nog eens gemakkelijk zijn. Helaas hebben we simpelweg niet alle ingrediënten om dit te doen. Wat we wel weten is dat doorbouwen op de systemen van nu, ons niet bij het einddoel brengt. We weten ook dat de route naar die nieuwe industrie zal gaan in schokken, zoals we zeker het afgelopen jaar hebben ondervonden. Er is geen geleidelijk pad naar een nieuw energie- en grondstoffensysteem. We moeten afbreken en weer opbouwen, en soms veel geld investeren zonder dat het op korte termijn rendeert. Dat zorgt voor spanning: welke partij durft als eerste, wie volgt en wie neemt afscheid?
Van een geleidelijke industrietransitie, naar een systeemverandering die in schokken verloopt: hoe doe je dat? Door af te stappen van incrementele vooruitgang en in te zetten op radicale veranderingen. Door innovaties te richten op de contouren van het systeem van de toekomst, ook als dit nu nog niet betaalbaar is. Een voorbeeld: de overheid zet nu vooral in op kosteneffectiviteit van CO2-emissiereductie. Het resultaat is dat de industrie voor de goedkoopste oplossing van dit moment kiest, zoals CCS. Dat is geredeneerd vanuit de werkelijkheid van nu. Terwijl we weten dat we voor de echt grote stappen iets totaal anders nodig hebben over 30 jaar.
De bouwblokken van de toekomst
Sturen op radicale verandering betekent dat we investeren en beslissingen maken op basis van de grote contouren van het systeem van de toekomst. We laten ons daarbij niet beperken door de huidige (on)mogelijkheden. En we accepteren dat we nog geen idee hebben over hoe deze toekomst er in detail uit zal zien.
Het is de innovatieve uitdaging aan ons allemaal om de bouwblokken van de toekomst op een rijtje te zetten en daar een begaanbaar pad bij te maken. Dat is de start van het verhaal ‘Nederlandse industrie 2050’. En wie is de schrijver? Heeft de overheid voldoende kennis om dat te doen? Of zit die bij de bedrijven? En welke bedrijven dan?
Pioniers zijn essentieel
Het gaat niet om een totaalontwerp van de toekomst, maar wel om het bepalen van de basisingrediënten: waar moet een industrie aan voldoen om te bestaan in 2050? Pioniers zijn essentieel, bedrijven die alvast in het diepe springen. Die zelf de regie nemen op de toekomst. Als Topsector Energie kunnen we dit soort pioniers helpen. Een mooi voorbeeld is de papierindustrie: kun je papier maken zonder water te hoeven verdampen? Technisch is dat heel lastig, maar wel dé interessante uitdaging. Want alleen het bestaande proces efficiënter maken is een platgetreden pad. Er zijn ook pijnlijke keuzes te maken: wat produceren we straks nog wel in Nederland en wat niet meer? Van welke industrie gaan we afscheid nemen? En is dat per se erg? Laten we niet investeren in het vergroenen van processen die niet passen in onze industrie van de toekomst.
Een nieuw energiesysteem vraagt om risico’s
Het nieuwe energiesysteem dat we aan het bouwen zijn kan niet stapje voor stapje. Zo’n nieuw systeem vraagt om risico’s nemen, radicaler (om)denken, moed en lef. Ook van de overheid. Als Topsector Energie zetten wij vol in op dit pad. We hebben beperkt zicht op wat de energietransitie in totaal kost en onderweg gaan we er alles doen wat nodig is. En het kan! Wind op zee kon nooit uit. Technisch te moeilijk, te duur. Maar zie daar: binnen een decennium hebben we hogere, grotere en meer turbines met een mega-opbrengst voor een prijs die niemand ooit mogelijk had gedacht. Hetzelfde geldt voor het cv-ketelbesluit. Daar heeft de overheid de sprong gewaagd om het vangnet voor warmtepompen te verstevigen, zodat de markt nu durft te springen in schaalvergrotingen die hun weerga niet kennen.
Zonder crisis geen verhaal
Achter de schermen zijn enorme veranderingen in voorbereiding. Het lijkt alsof er misschien weinig geïnnoveerd is in de industrie de afgelopen tien jaar, maar veel innovaties staan op het punt om uitgerold te worden. De hoge gasprijzen versnellen dit proces met een jaar of tien. Zo zegt TataSteel dat ze al in 2028 hun eerste hoogoven vervangen door een DRI-installatie (direct gereduceerd ijzer) die op waterstof draait. Dow en Shell liggen op koers om in 2025 en 2027 de eerste elektrische kraakfornuizen te demonstreren. Dat zijn enorme stappen. Bij andere industriesectoren is flexibiliteit (af- en opschalen van de productie) nu ineens voor veel bedrijven realiteit, waar dat vorig jaar alleen nog maar plannen op papier waren. De huidige energiecrisis is in die zin een brandoefening voor 2050. En: zonder crisis geen verhaal. Laten we met elkaar een open dialoog voeren over de toekomst van Nederland en de rol die onze industrie hierin heeft. Het doel is geen gedetailleerde handleiding, maar een levend verhaal dat we samen schrijven, met perspectief en impact.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in