De maatregelen beslaan vier gebieden. Een van de vier gaat over het beprijzen en belasten van de uitstoot en activiteiten van de industrie. De rest zijn ‘wortels’: stimuleringsmaatregelen om een van de vervuilendste sectoren van Nederland duurzamer te maken.
Belastingen op aardgas
Er komt een CO2-heffing én een minimumprijs voor het uitstoten van CO2. Daarmee moet het voor de industrie duurder worden om milieu-onvriendelijk bezig te zijn, en zijn duurzame alternatieven dus eerder rendabel. Ook gaat de belasting op aardgas omhoog en die op (duurzame) elektriciteit omlaag. Dit alles moet in het Belastingplan voor 2023 geregeld worden.
Daarnaast wordt de zogenoemde energiebesparingsplicht aangescherpt. Bedrijven moeten energiebesparende maatregelen nemen als deze binnen vijf jaar terug te verdienen zijn. Denk aan zonnepanelen op fabriekshallen, of nieuwe technieken die voor relatief weinig gebruikt kunnen worden. Vanaf 2023 moeten alle bedrijven die meedoen aan het emissiehandelssysteem van de EU voldoen aan deze energiebesparingsplicht.
Stimuleren van duurzaamheid
Het kabinet zet beprijzen voorop als maatregel; dit moet ervoor zorgen dat bedrijven in ieder geval vier megaton CO2 besparen. Maar er is meer besparing nodig om klimaatdoelen te halen, en die moet komen door stimulatie. Dat kan met subsidies; er is een hele rits aan manieren om geld te krijgen als je duurzamer wilt worden. Subsidies zoals de SDE++ worden uitgebreid (de volgende ronde is 13 miljard te vergeven). Het opslaan van CO2 onder de grond, CCS, speelt een belangrijke rol in deze subsidies.
De grootste vervuilers
Voor de allergrootste vervuilers, zoals Tata Steel of kunstmestfabriek Yara, is maatwerk nodig. De minister wil met de 20 grootste vervuilers van Nederland 1-op-1 in gesprek om vorm te geven aan ‘fundamenteel nieuwe duurzame technologieën’.
Voor de kleinere industriebedrijven is ook werk aan de winkel. Naast de plichten en de subsidies moet het mkb in de industrie grote veranderingen doormaken. De overheid zal zorgen dat de nodige infrastructuur voor die verandering er ligt.
Circulaire Economie
Ten slotte het ondergeschoven kindje in het duurzaamheidsverhaal: de circulaire economie. De industrie moet niet alleen minder CO2 uit stoten, het moet ook minder afval produceren. Maar er is overlap tussen CO2-reductie en circulaire economie. “Het minder nieuwe grondstoffen gebruiken en het hergebruiken van grondstoffen, en het vervangen van fossiele grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen is essentieel voor industriële verduurzaming en leidt tot een vermindering van de CO2-emissie in Nederland en elders,” aldus de minister in de brief.
Kortom: minder grondstoffen gebruiken en meer hergebruik zorgt ook voor minder CO2-uitstoot. De subsidies die er zijn voor het klimaat, helpen dus ook de circulaire economie.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in