Het behoeft bijna geen toelichting meer dat ons leven op aarde een gigantische uitstoot van CO2 met zich meebrengt. Een veelgebruikte manier om die uitstoot enigszins (al dan niet tevergeefs) te compenseren, is om bomen te planten. De bomen nemen de CO2 uit de atmosfeer op en zetten die om in zuurstof. Maar: als de geplante bomen op een bepaald moment overlijden, komt de opgeslagen CO2 langzaam weer terug in de atmosfeer. En dan ben je weer terug bij af.
Bio-afval beter gebruiken
Dat is waar ‘biochar’ om de hoek komt kijken. Biochar is een materiaal dat ontstaat door organisch afval – hout, gewasresten en residuen van afvalwater – te verhitten tot hoge temperaturen, zonder het te verbranden. Dat proces wordt pyrolose genoemd. Het product dat daaruit voortkomt, is een korrel die qua uiterlijk veel wegheeft van houtskool.
Door van het organische afval biochar te maken, wordt de CO2 die anders weer vrij zou komen, juist vastgehouden. Als je de korrels in de grond opslaat, wordt de CO2 er voor honderden, misschien zelfs duizenden jaren vastgehouden. Bovendien maakt het de bodem gezonder, wat landbouwoogsten ten goede kan komen. Dit geldt met name voor droge en zure gronden, waardoor boeren in gebieden die aangetast zijn door de gevolgen van klimaatverandering geholpen kunnen worden.
Grote faciliteit
Het Finse Carbo Culture heeft van de European Innovation Council een subsidie van ruim twee miljoen euro gekregen om hun faciliteit in de buurt van Helsinki te bouwen. Met die faciliteit, waar op grote schaal bio-afval wordt omgezet in biochar, zou naar eigen zeggen kunnen vermijden dat 3.000 ton CO2 per jaar in de atmosfeer belandt. Dat is grofweg te vergelijken met de jaarlijkse uitstoot van 1.500 benzineauto’s.
Het bio-afval dat Carbo Culture gebruikt, is afkomstig van nabijgelegen houtbewerkers. De houtsnippers en -korrels die overblijven van hun werkzaamheden, zouden anders in de prullenbak verdwijnen. Het is belangrijk dat het hout niet nog bruikbaar is voor primaire toepassingen, vindt het bedrijf. Dat zou namelijk betekenen dat er meer bomen gekapt moeten worden dan noodzakelijk. Ook vindt het bedrijf het belangrijk om dichtbijgelegen materiaal te gebruiken, om op die manier niet gebruik te hoeven maken van vervuilende transportopties.
Afvangen uit de lucht
Een andere veelgebruikte techniek om CO2 uit de atmosfeer te halen, is door deze af te vangen uit de lucht. Direct Air Capture, of DAC, wordt die methode genoemd. Omgevingslucht wordt dan met ventilatoren opgezogen, en met een membraan wordt vervolgens het CO2 eruit gefilterd. Volgens Henrietta Moon, een van de oprichters van Carbo Culture, is het opslaan van CO2 met biochar sneller schaalbaar dan met DAC. “Als je naar andere methoden kijkt, zijn die schaalbaar binnen één of twee decennia”, zegt ze. “De natuurlijke systemen (biochar, red.) zijn dat vandaag al.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in