De door ECN ontwikkelde methode heet Cellulase Saver. Door van een extra stap in de productie optimaliseert de technologie de werking van enzymen die de biomassa afbreken.
"Hiermee komen betaalbare biobrandstoffen van de tweede generatie weer een stapje dichterbij zegt onderzoeker Arjan Smit van ECN. “Uiteindelijk moeten die qua kostprijs kunnen concurreren met fossiele brandstoffen.”
In benzine wordt tot 5 procent bio-ethanol bijgemengd. Meestal betreft het biobrandstof van de eerste generatie, brandstof uit eetbare gewassen. Brandstoffen van tweede generatie biobrandstoffen concurreren niet met de productie van voedsel en is daarom duurzamer.
Cellulose
Productie van brandstoffen uit oneetbare gewassen en reststromen uit de landbouw is lastiger dan het produceren van bio-ethanol uit eetbare mais of suikerriet. Enzymen, cellulases, moeten de cellulose uit vezelrijke reststromen afbreken voor dat er brandstof uit kan worden gewonnen.
De Cellulase Saver methode voegt een stap toe aan de productie van tweede generatie bio-ethanol. Bij het wassen van reststromen als stro, mais, en suikerrietstengels komen eiwitten vrij. Deze eiwitten worden aan het waswater onttrokken en komen in een later stadium weer terug in het proces. Ze helpen dan de werking van de enzymen.
Sjoerd Wittkampf, verantwoordelijk voor de commercialisatie van de technologie: “We weten niet hoeveel de kosten voor enzymen nog zullen dalen, maar ik schat het besparingspotentieel van de Cellulase Saver wereldwijd op honderden miljoenen euro’s.”
ECN wil de technologie testen voor meer reststromen en zoekt industriële partners die het proces in de praktijk willen toepassen.
Bron: ECN | Foto: Mike Krüger, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in