“Duurzame architectuur en esthetiek gaan niet altijd samen”, stelt Wouter Thijssen van MVSA Architects. Maar hij vindt dat het ontwerp voor het Holland Casino in Venlo het tegendeel bewijst. Het gebouwontwerp toont aan dat uitgesproken architectuur ook duurzaam kan zijn.
Gebouw als visitekaartje
Het casino ligt op een belangrijke toegangsweg voor de stad. “Het vormt in dat verband een visitekaartje voor dit gebied; een gebouw met een iconische uitstraling. Het wordt absoluut een ‘landmark’ voor Venlo”, zegt Stefan van Herten, projectmanager real estate bij Holland Casino.
Deze 'landmark’-functie gaat verder dan wat men op het eerste oog ziet. Zo komt het casino tegenover het voormalige Floriadeterrein te staan; in het gebied waar Greenport Venlo een gebiedsontwikkeling realiseert, geïnspireerd op de Cradle to Cradle (C2C) principes. Daarmee staat het casino straks in een gebied met een duurzaam karakter dat waarde toevoegt aan Venlo, want de stad wil zich blijven doorontwikkelen als C2C-stad.
Dat het casino duurzaam zou worden, was al vanaf het begin duidelijk. Vanaf de start waren ‘total cost of ownership’, aanpasbaarheid en beleving belangrijke pijlers, herinnert Wouter Schik zich. Zo vormt ‘total cost of ownership’ een goede basis voor een gezonde exploitatie en biedt aanpasbaarheid de mogelijkheid om de inrichting op elk moment te veranderen. Bijvoorbeeld om te voldoen aan veranderde wensen van klanten. Dat maakt het gebouw toekomstbestendig. Ten slotte doelt beleving zowel op zichtbare duurzaamheid als op het bieden van optimaal comfort. Als duurzaamheidsadviseur bij Arcadis was Schik in de ontwerpfase bij het project betrokken. “Ik word erbij gehaald als klanten iets met integrale duurzaamheid willen.”
Hoge duurzaamheidsscore
Holland Casino begon met de wens dat het gebouwontwerp een hoge duurzaamheidsscore zou halen: een GPR-score van minimaal 8,5 op alle deelaspecten. Schik draaide de instelling gelijk om. “Laten we eerst een zo’n goed mogelijk gebouw ontwerpen, dan komen we vanzelf aan die score. En dat klopte dus ook.” Het casino in Venlo is naar zijn weten één van de weinige niet-distributiegebouwen dat een dusdanige score haalt. “Zo’n hoge score is vrij uniek”, stelt Schik.
In de ontwerpfase begon Schik, samen met het architectenbureau, bij de kern. Ten eerste draait het om de functie van het gebouw en tot welke vorm deze functie leidt. “Een casino is in principe een dichte doos waar heel veel mensen in zitten.” Ten tweede gaat het om de vraag van de klant: wat wil zij bereiken? Ten derde om de context waarin het gebouw staat: de locatie. Zo pakte Venlo als C2C-stad tot nu toe vooral de technische kringloop op: de materialenkant. Met het casino besloten Schik en het architectenbureau te kijken of ze tot een meer organische en biobased benadering konden komen, waardoor het gebouw echt als boegbeeld van de stad en het Greenport zou dienen.
Schik vertelt dat ze in de ontwerpfase een heel palet aan duurzaamheidsthema’s hanteerden. Per thema keken ze wat er speelde en waar de kansen lagen. Vervolgens rangschikten ze de thema’s op relevantie. Voor het casino bleken de belangrijkste thema’s: ‘total cost of ownerschip’, toekomstwaarde, comfort, energie en materialen. Een dusdanig integraal gebouw vereist een nauwe samenwerking tussen disciplines.
Gebouw als organisme
De samenwerkingspartners benaderden het gebouw als organisme, mede geïnspireerd door biomimicry-principes: bouwen met de natuur als voorbeeld. Dit helpt Venlo bij de doorontwikkeling van haar positie als C2C-stad. Het concept organisme is uitgewerkt door het casino als bloem te ontwerpen met vier onderdelen: de huid, het skelet, het metabolisme en het brein.
Zo vormen de PV-folie op het dak, de groene gevel, de biobased isolatie en de LED-pailletten de huid. De houten constructie vormt het lichte skelet en is vrijwel geheel demonteerbaar. “De houtconstructie die het dak draagt vormt de ‘stengel’ van de bloem”, vertelt Thijssen. Door hout te gebruiken verminderde de milieulast van het gebouw. Zo leidde het lichtere gewicht van het materiaal ook elders in de constructie tot besparingen. Rondom het hart van deze bloem is de centrale bar geplaatst. Dit vormt een opvallend interieurelement.
Het hybride ventilatie- verwarmings- en koelingssysteem en de koeling met behulp van regenwater vormen het metabolisme van het gebouw. Zo vangt het dak, gevormd als blad, het regenwater op. En maakt het casino, net als een plant, gebruik van zonlicht als energiebron. Het brein van het gebouw bestaat uit smart building sensoren en de programmeerbare façade. “Net als bij een bloem worden alle elementen gebruikt om het tot een duurzaam gebouw te maken”, aldus Thijssen.
Integraal duurzaamheidsconcept
“Het unieke zit vooral in het totaalconcept. Het is geen verzameling van duurzame oplossingen, maar duurzaamheid is een integraal onderdeel van het ontwerp", stelt Van Herten. Zowel Schik als Thijssen is het daarmee eens. Zo is de gevel een eyecatcher, maar levert deze tegelijkertijd een hoge isolatie en weinig onderhoud op. “Doordat wij een heel goed geïsoleerd gebouw hebben gemaakt, heb je straks een stuk minder energiekosten”, stelt Thijssen. Het energieverbruik is een belangrijk aandachtspunt, benadrukt de architect. “Dat is bij dit soort gebouwen relatief hoog.”
Tot slot keken de samenwerkingspartners niet alleen naar het gebouw zelf, maar ook naar de locatie waar het casino komt te staan: in het overgangsgebied tussen het bedrijventerrein en het natuurgebied aan de Maas. Zo ligt het gebouw op de vliegroute van een vleermuiskolonie. Daarom ontworpen zij diverse vleermuiscorridors op en rond het gebouw.
De vloer als ventilatiesysteem
De circulaire ambities van de gemeente Venlo komen onder andere terug in het ontwerp van de zogenoemde ‘slim line’ vloer. Schik noemt voordelen die op verschillende niveaus meerwaarde opleveren. Ten eerste is voor deze vloer weinig materiaal nodig, waardoor de draagconstructie ook lichter kan. Dat scheelt grondstoffen. Zo is er bijvoorbeeld minder fundering nodig. Dit vermindert de milieulast van het gebouw. Door het lichte gewicht zijn ook grotere overspanningen mogelijk, dat levert meer flexibiliteit in de speelruimte-indeling op.
Ten tweede is de vloer, net als vrijwel de hele bovengrondse constructie, demontabel. Zoals eerder benoemd is flexibiliteit een belangrijke voorwaarde voor Holland Casino. Met deze vloer is het zelfs mogelijk om de parkeerplaats weer onderdeel te maken van het casino, vertelt Schik. “Het gebouw is heel erg aanpasbaar.”
´Het gebouw is heel erg aanpasbaar´
Ten derde is de vloer hol aan de binnenkant. Dit levert een dubbelfunctie op. Zo is het mogelijk om er kabels en leidingen door te leiden. Dit maakt de speelruimte gemakkelijk aanpasbaar. Daarnaast biedt het ruimte voor ventilatielucht. “Wij kunnen daar de lucht optimaal mee verdelen onder de vloeren. Maar er zit nog een trucje aan: omdat wij zo’n laag warmtegebruik hebben, kunnen wij de warmte en koude ook via die ventilatielucht regelen, zonder dat we daar extra luchtdruk op hoeven te zetten”, zegt Schik. Die lage warmtevraag komt mede door de functie van het gebouw: ramen zijn overbodig en er staan veel apparaten die warmte afgeven. Tegelijkertijd levert dat meer vraag naar kou op. Dat er toch energiezuinige koeling via de ventilatielicht kan plaatsvinden komt door goede isolatie en koeling met behulp van natuurlijke luchtstromen en het regenwater.
Ten vierde is de vloer compacter. Doordat de vloer dunner is, hoeft de gevel minder hoog. Dat bespaart kosten. Schik: “De led-gevel is relatief kostbaar, dus elke besparing in vloerhoogte tikte flink door.” Hij weet maar één nadeel te noemen: de vloer is duurder dan een standaard vloer. Daarom ontstond tijdens het proces een discussie over alternatieven. Na doorrekening bleek dat deze uiteindelijk een stuk duurder waren, omdat er zwaardere materialen, andere kabelvoorzieningen en ventilatie-installaties nodig bleken. “Het was bijna een miljoen euro duurder om die vloer door een alternatief te vervangen dat in eerste instantie goedkoper leek”, vertelt Schik.
Duurzaamheid als koken
Schik benadert duurzaamheidsthema’s liever niet afzonderlijk. Hij vergelijkt het met koken. Er zijn twee analogieën die hij daarbij vaak gebruikt. “Ik houd bijvoorbeeld van chocoladepasta, pesto en gebakken banaan. Maar die stop ik niet bij elkaar in de blender met het idee dat ik dan een goede maaltijd heb.” Hij onderstreept dat het erom gaat om niet met de details te beginnen, maar met dromen, visies en (integrale) concepten. Kortom: wat is kenmerkend voor de klant, de opgave, de functie van het gebouw en de context, voor nu en in de toekomst?
Een duurzaamheidsaanpak die hij minder interessant vindt, is als men een gebouw bouwt volgens de standaardmethode om er vervolgens een paar duurzame onderdelen aan toe te voegen. “Een paar duurzame kersen op de taart. Dan heb je toch een duurzaam taartje? Nee, dan heb je een taart met een paar duurzame kersen erop. Veel interessanter vind ik het maken van een kersentaart waarin al die onderdelen bij elkaar kloppen. Dat levert meer op dan de som der delen.” Hij wil tot een goed samenhangend duurzaamheidsverhaal komen. Vaak zijn er meerdere combinaties van duurzaamheidsoplossingen mogelijk. Op basis van een gesprek met de klant wordt duidelijk wat de belangrijkste duurzaamheidsoplossingen zijn en daarmee wat het meest geschikte recept is.
Schik hoopt dat mensen de meerwaarde van een integrale aanpak ervaren als zij Holland Casino in Venlo bezoeken. “Ik hoop dat het mensen helpt inzien dat die integraliteit echt kan helpen om betere gebouwen te maken die beter aansluiten bij de behoefte van de klant en de eindgebruiker.”
Financiële waarde
Is duurzaam bouwen duurder dan traditionele bouw? Bij de ‘slim line’ vloer bleek dat de duurzame keuze uiteindelijk goedkoper was dan de standaard. Van Herten: “Vanwege de hoge ambities zullen bepaalde oplossingen in investeringskosten zeker hoger zijn dan traditionele oplossingen, maar dat is lang niet altijd zo.” Een casino is überhaupt duurder dan een gemiddeld gebouw, benadrukt Thijssen. Dat komt onder andere doordat er door de vele apparaten en speelautomaten veel hoogwaardige installaties nodig zijn voor verse luchttoevoer en koeling.
Een totale schatting van de meerkosten van het duurzame ontwerp ten opzichte van een minder duurzaam ontwerp is niet gemaakt. “Duurzaamheid is vanaf het initiatief van deze ontwikkeling een integraal onderdeel geweest. Er kan daardoor lastig over een meerprijs worden gesproken”, legt Van Herten uit. Hij benadrukt dat zij met name de ‘total cost of ownership’ in de gaten hielden en daarmee vooral naar de businesscase in de exploitatiefase keken.
Een duurzame toekomst
Thijssen denkt dat het gebouw op het gebied van duurzaamheid een nieuwe standaard neerzet voor vastgoed. Tegelijkertijd benadrukt hij dat het om een uniek gebouw gaat. “Het is geen duurzaam hoofdkantoor dat gemakkelijk reproduceerbaar is. Het is een heel specifiek gebouw, maar het laat wel zien dat duurzaamheid goed te combineren is met een hele uitgesproken en spraakmakende architectuur."
Thijssen merkt dat opdrachtgevers steeds vaker om duurzaamheid vragen, omdat het waarde toevoegt aan het vastgoed. De architect verwacht daarom dat de sector er over tien jaar heel anders uitziet. Hij plaatst nog wel snel de kanttekening dat overheidsbeleid een belangrijke rol speelt bij deze versnelling. “Maar de markt wil wel.”
Lees meer: ‘Technologische oplossingen houden stad van de toekomst leefbaar’
Afbeeldingen: MVSA Architects, Holland Casino en Arcadis
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in