Dit blijkt uit een studie van IBM Research.
Voedselbesmetting
Bij een uitbraak van voedselbesmetting is het lokaliseren van de bron vaak een tijdrovende klus, stelt IBM Research. Vooralsnog wordt hierbij gebruik gemaakt van enquêtes en vragenlijsten. Dit terwijl de schade van een voedseluitbraak erg beperkt kan worden als de bron snel gevonden is.
Zo duurde het in 2011 maar liefst 60 dagen om de bron van een E. coli-uitbraak te lokaliseren. Het ging om geïmporteerde, Egyptische fenegriekzaden. Maar tegen de tijd dat de bron van de uitbraak werd gelokaliseerd, waren alle zaden al geconsumeerd. Het leidde tot vijftig doden en 4.000 zieken door heel Europa. De schade had beperkt kunnen worden als de bron van de besmetting eerder was gevonden.
Big data
Daarom stelt IBM Research een methode voor die de bron sneller moet opsporen. In een notendop werkt de methode als volgt: onderzoekers voeren een big data analyse uit op kassabonnen en honderden producten. Deze analyse houdt rekening met factoren als houdbaarheid, de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van een pathogeen en de geografische locatie van consumptie. Door deze informatie te vergelijken met kassabonnen op de locaties waar de voedseluitbraken zijn gesignaleerd, kunnen de risicovolle producten eerder bepaald worden.
Het onderzoeksteam stelt dat als deze methode in de praktijk toegepast wordt, een onderzoek binnen een paar uur te verkleinen is naar slechts 12 verdachte voedselproducten.
Bron: IBM Research | Foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in