Shivant Jhagroe: ‘Elektrische auto’s zijn niet bedacht om de planeet te redden, maar de auto-industrie’

Wie profiteert er nu echt van de duurzame transitie? Een heel kleine groep, waarschuwt bestuurskundige Shivant Jhagroe: multinationals en rijke westerlingen. Volgens hem houden groene oplossingen als elektrische auto's eeuwenoude uitbuitingspatronen in stand. "De mensen in het mondiale Zuiden delven de grondstoffen, de mensen in het Noorden rijden in de auto’s die ervan worden gemaakt."

Shivant

Duurzaamheid. Het is een term waar bestuurskundige Shivant Jhagroe het liefst vanaf zou willen. Niet omdat hij ertegen is, integendeel. Maar hij is wel kritisch – zeer kritisch – op hoe er hier, in het westen, invulling aan wordt gegeven. Duurzaamheid is bijna een levensstijl geworden: een elektrische auto voor de deur, zonnepanelen op het dak, tofu in de koelkast en havermelk in je cappuccino.

Een betere wereld is te koop, voor degenen die het kunnen betalen dan. Die groep definieert Jhagroe in zijn recent verschenen boek, Voorbij Duurzaamheid (2024), als de eco-elite: (rand)stedelingen die dankzij hun goede opleidingen en dito banen de financiële mogelijkheden hebben om hun koopwoningen te verduurzamen, elektrisch te rijden en biologische boodschappen te doen.

Die benadering is oppervlakkig en beperkt, schrijft hij. Bovendien smoort dat groene consumeren, feitelijk het afkopen van verantwoordelijkheid, elke vorm van verbeelding in de kiem. "Het sust mensen in slaap en weerhoudt beleidsmakers, burgers en bedrijven ervan om verder te denken. Waarom zouden ze, ze zijn toch al goed bezig?"

Wit perspectief

Jhagroe is een relatief nieuwe stem in het duurzaamheidsdebat. Hij is als universitair docent verbonden aan het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden en onderscheidt zich door zijn holistische blik: in zijn werk legt hij verbanden tussen economie, ecologie en onrechtvaardigheid. Want de klimaatcrisis, betoogt hij, is allereerst een rechtvaardigheidscrisis – waarover straks meer.

De Surinaams-Hindostaanse-Nederlandse academicus valt ook op, omdat hij een van de weinige stemmen van kleur is in een door witte stemmen gedomineerd debat. Het westerse perspectief van duurzaamheid is een wit perspectief, ziet hij. "Daarmee worden hele gemeenschappen buitengesloten."

Duurzaamheidsdenkers

De wereld maakt een ruk naar rechts. In Amerika woedt een cultuuroorlog rondom ESG, in Europa wordt klimaatbeleid versoepeld om concurrerend te blijven. MT/Sprout, het platform waar dit interview eerder verscheen, vraagt leiders en denkers naar hun visie op de stand van zaken: gaan we (nog wel) de goede kant op? En wat is nodig om de duurzame transitie verder vorm te geven?

Lees ook de eerdere interviews in deze reeks:

Een stap terug in de tijd. Ons huidige duurzaamheidsdenken kreeg vorm met de opkomst van duurzame ontwikkeling in de jaren 90 en de introductie van people, planet, profit – het idee dat zorg voor de planeet en mensen hand in hand zouden kunnen gaan met economische groei en winst. Jhagroe: "In de praktijk bleek dat vooral een manier om de rauwe randjes van het economische groeidenken te halen."

Neoliberaal idee van duurzaamheid

Want zoom iets verder uit en dan zie je dat in diezelfde periode ook het neoliberalisme opkwam, gestut op het idee dat een goede overheid een kleine overheid is en de markt publieke diensten als de energievoorziening en zorg veel efficiënter kan regelen.

"Het gevolg was dat de politiek steeds meer taken ging uitbesteden", vertelt Jhagroe. "En daarmee de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de bevolking en de planeet op het bedrijfsleven afschoof. Terwijl het de taak van de overheid is om haar burgers te beschermen. Nederland is daar in 2015 succesvol op aangesproken door Urgenda. Dat was even schrikken, dat er ook nog zoiets was als een publiek belang."

De kurk waarop duurzame ontwikkeling drijft, is het loskoppelen van economische groei en negatieve effecten op milieu en klimaat middels innovatie. Daar gelooft Jhagroe niet in. "Een deel van die oplossingen moet nog worden bedacht en de technologische ontwikkelingen gaan veel langzamer dan we hadden gedacht, of gehoopt. Maar belangrijker is nog dat we er niet verder mee komen."

Klimaatcrisis als zakelijke kans

Neem de omslag van fossiel naar elektrisch rijden. Over vijf jaar moeten alle nieuwe personenauto’s die in Nederland op de markt komen volledig elektrisch zijn, in 2035 geldt dat voor de hele Europese Unie. Daarmee is de elektrische auto een van de symbolen van de duurzame transitie geworden.

Bedrijven als Tesla hebben daar slim op ingespeeld, zegt Jhagroe. "EV’s zijn niet bedacht om de planeet te redden, maar de auto-industrie. Tesla ziet de klimaatcrisis puur als zakelijke kans om hippe elektrische auto’s te kunnen verkopen."

Natuurlijk is het uitstoot-technisch fijn dat de verbrandingsmotor langzaam in de ban gaat. Maar we moeten ook nadenken over wat we ervoor in de plaats krijgen, waarschuwt de onderzoeker. "We ruilen de ene verslaving in voor de andere. In plaats van olie hebben we nu lithium, kobalt en andere waardevolle mineralen nodig voor al die auto-accu’s. De duurzame transitie heeft een enorme materiaalhonger. Alleen al om die reden is groene groei een illusie."

Kobalt uit Congo

Volgens de Europese Commissie heeft Europa in 2030 vijf keer zoveel kobalt nodig als nu, en in 2050 bijna vijftien keer zoveel. Die afhankelijkheid van grondstoffen is gevaarlijk, zegt de onderzoeker, dodelijk zelfs. Niet voor ons, maar voor de mensen in de landen waar de mineralen vandaan komen. Zoals de Democratische Republiek Congo (DRC), dat momenteel 70 procent van de wereldwijde vraag naar kobalt invult. Daar wordt het metaal volgens Human Rights Watch gedolven onder erbarmelijke omstandigheden.

De mijngangen zijn smal, het instortingsgevaar groot – en buiten de mijnen is de situatie niet veel beter. Bossen zijn gekapt om plaats te maken voor mijnen. De mineraalrijke regio’s worden gecontroleerd door gewapende bendes. Volgens Human Rights Watch zijn onder hun bewind duizenden mensen vermoord en miljoenen mensen op drift geraakt.

Koloniale uitbuiting, noemt Jhagroe het. De DRC is sinds 1960 onafhankelijk van België, maar de scheve machtsverhouding en economische ongelijkheid tussen wat het mondiale Noorden en Zuiden wordt genoemd, werken tot op de dag van vandaag door.

"De natuurlijke rijkdommen worden vrijwel volledig aan de zuidelijke landen onttrokken, zonder dat de bevolking daar zelf van profiteert", zegt hij. "Eigenlijk is het een voortzetting van het oude plantagemodel. Natuurlijke ecosystemen worden vernietigd, lokale gemeenschappen verdreven. Zwarte en bruine lichamen worden tewerkgesteld ten behoeve van westerse handelsmaatschappijen. Dat gebeurde al in de tijd van de VOC en WIC, feitelijk de corporates van vierhonderd jaar geleden."

Rechtszaak tegen Apple en Tesla

Het westerse duurzaamheidsdenken houdt die kloof in stand, vervolgt hij. "De mensen in het mondiale Zuiden delven de grondstoffen, de mensen in het Noorden rijden in de producten die ervan worden gemaakt. Daarom wil ik niet vanuit duurzaamheid denken, maar vanuit ecorechtvaardigheid. Dat is een beter perspectief om het onrecht dat gepaard gaat met de klimaatcrisis aan te kaarten."

In 2019 kwam het voor het eerst tot een rechtszaak tegen de bedrijven in wiens accu’s het kobalt uit de DRC eindigt. International Rights Advocates stelde Apple, Google, Dell en Tesla aansprakelijk voor de dood van Congolese kindarbeiders die illegaal in de mijnen werkten.

Maar over het algemeen zijn er weinig controlemechanismen. Jhagroe vraagt zich af of Europese wetgeving als de CSRD en CSDDD, die bedrijven verplichten om misstanden in de keten in kaart te brengen en aan te pakken, daadwerkelijk verschil gaan maken. "Die wetten zijn alweer afgezwakt." De overheid legt de verantwoordelijkheid grotendeels bij het bedrijfsleven zelf, ziet de onderzoeker. "Tata Steel mag met een eigen transitieplan komen, al dan niet met staatssteun. Welke belangen dien je dan eigenlijk? Niet die van de mensen of van de planeet, maar van het kapitaal."

Van corporates naar coöperaties

Natuurlijk zijn er ook voorbeelden van bedrijven die wel verantwoordelijkheid nemen voor hun toeleveringsketens en proberen fundamenteel andere keuzes te maken, vervolgt hij. "Tony's Chocolonely probeert dat met chocola, Fairphone met smartphones. Maar dat gaat wat mij betreft niet ver genoeg. Zij willen impact maken binnen het dominante duurzaamheidsregime, terwijl het hele systeem moet veranderen."

Voor die verandering is een bredere verschuiving in ons denken nodig, bepleit Jhagroe. Van winst naar bredere welvaart, van shareholders naar stakeholders en van corporates naar coöperaties.

"Een model dat draait om gedeeld eigenaarschap, waarin iedereen kan meedoen en meeprofiteren. Toekomstboeren vind ik een mooi voorbeeld, een vereniging van boerenbedrijven die de agro-industrie van onderaf wil verduurzamen. Hun werk draait naast voedselproductie ook om natuurbeheer, gemeenschapsvorming en internationale solidariteit. Ze werken samen met het land, voelen zich onderdeel van het ecosysteem, in plaats van dat ze zichzelf erbuiten plaatsen."

Het huidige ‘duurzaamheidsregime’ is ontworpen vanuit een westers kader en vooral bedoeld om het kapitalistische systeem in stand te houden, betoogt Shivant Jhagroe. Met zijn boek Voorbij Duurzaamheid bepleit hij een nieuwe manier van denken: niet vanuit duurzaamheid, maar vanuit radicale ecorechtvaardigheid, met de focus op sociale en ecologische winst.

Wat corporate leiders daarvan kunnen leren? "Dat was niet de primaire doelgroep die ik bij het schrijven van mijn boek voor ogen had, moet ik zeggen. Maar stel, je bent de CEO van Unilever en overweegt het aandeel palmolie in je producten te verhogen. Misschien moet je dat besluit niet nemen in een klinische vergaderzaal, maar op de locatie waar het over gaat. Ga met de gemeenschappen in Indonesië praten, bekijk de bossen die voor die palmolieplantages moeten worden gekapt. Neem je dan nog dezelfde beslissingen?"

Eco-socialisme, geen groene DDR

Toekomstboeren is onderdeel van de internationale beweging La Via Campesina, die in tachtig landen actief is. "Door zulke collectieven te verbinden, maak je impact. Vele kleintjes maken groot", knikt Jhagroe. "Wat mij betreft moet de staat zulke initiatieven veel meer steunen. Ik bepleit een veel actievere overheid, die niet alleen in keiharde bbp- en kwartaalcijfers denkt en hetzelfde van het bedrijfsleven verwacht. Een overheid die van bedrijven eist dat ze met een stappenplan komen waarin niet economische, maar sociale en ecologische winst centraal staan."

Kijk naar Triodos, wijst hij. "Een van de weinige banken die geen euro in fossiel en andere vervuilende sectoren belegt. Waarom zou de regering andere financiële instellingen niet kunnen opleggen precies hetzelfde doen?" Hij beaamt: op sommige punten schurkt hij zeker tegen Marx aan. "Maar ik bepleit eco-socialisme, geen groene DDR. Mijn kritiek is gericht op de concentratie van de macht. We wisten al dat kapitalisten de touwtjes in handen hadden. Met de inauguratie van Trump en schaduwpresident Musk is dat nu letterlijk zo. Zij beschouwen alles in termen van business."

Redder van het kapitalisme

Ook het kabinet-Schoof bekijkt de wereld volgens Jhagroe door een corporate bril. "Het enige klimaat dat ertoe doet, is het investeringsklimaat." Wrange lach: "Ze zijn er in elk geval eerlijk over. Prima, dat klimaat, zolang het maar hand in hand gaat met groene groei. Het beleid is erop gericht om de huidige economische orde in stand te houden. Duurzaamheid als redder van het kapitalisme."

Voorstanders van groene groei stellen dat de maatschappij die economische groei simpelweg nodig heeft om de publieke voorzieningen richting de toekomst op peil te houden. "Zij redeneren vanuit ons huidige welvaartsniveau", zegt Jhagroe. "Maar daar ligt juist het probleem. We moeten anders gaan nadenken over ons energie- en materiaalgebruik. Simpel voorbeeld, maar de levensduur van al die zonnepanelen en thuisbatterijen die we momenteel massaal aanschaffen is ook niet oneindig. We zijn bezig de afvalberg van de toekomst te creëren."

Economisch antropoloog Jason Hickel rekende recent voor dat we slechts 30 procent van de natuurlijke hulpbronnen nodig hebben om de 8 miljard mensen wereldwijd in hun behoeften te voorzien. Jhagroe: "Dan moeten we wel herzien wat we normaal vinden. Vinden we het normaal om met het vliegtuig naar Spanje op vakantie te gaan, vinden we het normaal om elke dag in de file te staan? Moeten er het hele jaar door tropische vruchten in de supermarkt liggen? Dat zijn geen technologische, maar culturele vragen. Bijna spirituele vragen.

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu