Klimaat, natuur en stikstof vormen de belangrijkste redenen voor mensen om hun voorkeur voor een bepaalde partij uit te spreken. Dat blijkt uit een peiling van I&O Research.
Wat de BoerBurgerbeweging en GroenLinks gemeen hebben
Van de 1.658 mensen die een voorkeurspartij opgeven, zegt 43 procent voor deze partij te kiezen vanwege de standpunten op het gebied van klimaat- en energiebeleid, 42 procent kiest vanwege natuur en milieu en 31 procent vanwege stikstof. Daar kunnen partijen die stikstof, natuur en klimaat als prioriteit hebben hun voordeel mee doen. Zoals de provinciale newbie BoerBurgerbeweging (BBB) en GroenLinks.
‘Kiezers van GroenLinks en BBB zijn doorgaans vaker van plan te gaan stemmen dan gemiddeld. Hierdoor krijgen zij een groter deel van de taart’, schrijft I&O Research. Uit de peiling komt de VVD alsnog als grootste uit de bus (met 13,3 procent). Daarna komt de BBB (11,5 procent). ‘De BBB profiteert van het maatschappelijke debat over stikstof’, concludeert I&O Research.
In kieswijzers van verschillende provincies komen stellingen over stikstof voorbij. Net als vragen over subsidies en alternatieve energievormen zoals zon, wind en kernenergie. Om meer inzicht te krijgen in de rol van provincies zoomen we in op de drie hoofdthema’s die I&O Research benoemt:
Klimaat en energie
De provincie bepaalt waar wegen en bedrijventerreinen komen. Ook beslist dit bestuursorgaan of dorpen of vliegvelden mogen uitbreiden. Zo discussieerden de Provinciale Staten van Limburg in 2022 over de toekomst van Maastricht Aachen Airport en staat de uitbreiding van Eindhoven airport op het netvlies in Noord-Brabant.
Ook kan de provincie de aanschaf van een elektrische auto aantrekkelijker te maken door extra openbare laadpalen te plaatsen en besluit ze welke zaken ze met subsidies wil stimuleren. Zo komt in het Kieskompas Drenthe voorbij dat alle woningen zo snel mogelijk aardgasvrij moeten zijn, ook als de provincie daaraan moet meebetalen.
De provincie is, naast gemeenten en bedrijven, een van de partijen die invulling geven aan de regionale energiestrategie (RES). Daarin worden beslissingen genomen over de manier waarop hernieuwbare energie wordt opgewekt. Worden het windmolens of zonnepanelen? En waar komen die dan? Daarin speelt de provincie een belangrijke rol. De provincie is de partij die de vergunningen voor wind- en zonneparken verleent.
Natuur en milieu
De provincie bepaalt waar gebouwd mag worden. Zo kan de provincie ervoor kiezen om groene gebieden op te offeren voor woningbouw. Dit werkt ook de andere kant op: een provincie kan besluiten meer natuurgebieden en recreatieve voorzieningen aan te leggen. Zo komt in Zeeland de vraag voorbij of er meer bos moet komen ten koste van landbouwgrond. Ook kan de provincie de natuur boven recreatie verkiezen. Zo is een van de stellingen in Kieskompas Drenthe: ‘Om nationaal park Dwingelderveld te beschermen, mag recreatie daar worden beperkt.’
Daarnaast houdt de provincie toezicht op de naleving van milieuwetten voor lucht, bodem en water. Een van de stellingen in het Kieskompas Noord-Holland luidt: ‘De provincie moet strengere milieueisen stellen aan Tata Steel, ook als daardoor banen verloren gaan.’
Stikstof
Zoals hierboven al aangegeven kan de provincie invloed uitoefenen via de vergunningen die zij uitgeeft. Het Brabantse provinciebestuur viel begin deze maand op met haar aankondiging om per direct te stoppen met het verlenen van bouwvergunningen voor huizen, bedrijven, wegen, boerderijen, windmolens en zonneparken in de omgeving van Natura 2000-gebieden.
Er is nu veel discussie over de rol van provincies als het om stikstof gaat. Zo is de provincie verantwoordelijk voor de uitvoering van landelijke wetten. Regels rondom het landelijke stikstofbeleid vallen daar ook onder. Niet alle provinciale partijen hebben zin om dat te doen. Eind februari weigerden provincie Overijssel en Drenthe al om landelijk stikstofbeleid uit te voeren, door bijvoorbeeld niet te handhaven als boeren zonder vergunning stikstof uitstoten.
In verschillende kieswijzers komt de stelling voorbij: ‘Om boeren te beschermen moet de provincie zich verzetten tegen het landelijke stikstofbeleid.’ De landelijke politiek vreest een overwinning van partijen die het eens zijn met deze stelling. Zoals BBB en JA21. Daarnaast zijn sommige provinciale afdelingen van coalitiepartijen VVD en CDA kritisch op de landelijke plannen. Daarom overweegt het kabinet maatregelen om provincies tot medewerking te dwingen.
Wat de landelijke overheid kan doen om provincies te dwingen
Op dit moment zou de landelijke overheid onder het mom van grove taakverwaarlozing in de provincie kunnen ingrijpen op basis van de Provinciewet. “Dat is een bestuurlijke bazooka”, zei Rogier Kegge, universitair docent algemeen bestuursrecht en omgevingsrecht aan de Universiteit Leiden, daar eerder over in een artikel van NRC. “Dan moet je het heel bont maken als provincie, en bijvoorbeeld überhaupt geen gebiedsplan voor stikstof vaststellen.”
Het is logischer dat het kabinet een andere weg kiest, legt politiek redacteur Epo König uit in de NRC-podcast Vandaag. Zo is er vanuit het Rijk 24,3 miljard beschikbaar voor de hervorming van de landbouw. Als provincies landelijk stikstofbeleid weigeren uit te voeren, dan kan de overheid ze geld uit het transitiefonds ontzeggen. Natuur en Stikstofminister Christianne van de Wal gaf aan dat ze liever samenwerkt met provincies, maar dit soort maatregelen niet schuwt als provincies dwarsliggen.
Lees meer:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in