In de vroege uurtjes van dinsdag 21 juli bereikten de regeringsleiders uit de Europese Unie een akkoord dat de schade van de coronacrisis moet opvangen. Dit eenmalige herstelfonds van 750 miljard euro is gekoppeld aan de meerjarenbegroting van de Europese Unie. Het fonds bestaat voor 390 miljard euro uit subsidies en voor 360 uit goedkope leningen. In het onderhandelingsproces zijn sommige duurzaamheidseisen afgezwakt. Desondanks vindt Sandra Phlippen, hoofdeconoom bij ABN AMRO dat we vanuit duurzaamheidsoogpunt van een succes mogen spreken. “In het algemeen is het supergoed nieuws, want de Europese Green Deal wordt gestut door de meerjarenbegroting en het Europees herstelfonds.”
Ten eerste verhoogden de regeringsleiders het percentage van de totale Europese begroting dat bedoeld is voor het behalen van de klimaatdoelstellingen van 25 procent naar 30 procent. De precieze invulling daarvan is nog onduidelijk, maar het blijft een stap in de goede richting. Ook aan de giften en leningen uit het herstelfonds worden eisen gekoppeld. Zo moeten lidstaten die gebruik willen maken van geld uit het herstelfonds een plan inleveren bij de Commissie. De criteria waaraan de plannen moeten voldoen zijn nog niet expliciet uitgewerkt. Het idee is echter wel dat voldoen aan de klimaatdoelen een belangrijke meerwaarde is.
Minder geld voor getroffen landen klimaattransitie
“Van de subsidies en de plannen die concreet het oormerk vergroening hadden is een deel gekort, dat vind ik wel zorgelijk”, merkt Phlippen op. Zo werd de beoogde 30 miljard euro voor het Just Transition Fund verminderd tot 10 miljard euro. Het doel van dit fonds is om landen te compenseren die het zwaar krijgen in de klimaattransitie. Bijvoorbeeld een land als Polen dat een grote steenkoolindustrie heeft, zou aanspraak kunnen maken op dit fonds. “De oude voorwaarde was dat landen in ruil voor compensatie eigen klimaatbeleid moesten voeren in lijn met Parijs. Nu is die eis er niet meer. Weliswaar krijgt het land minder geld zonder eigen klimaatplannen, maar de prikkel om die stap te maken is voor de meest vervuilende landen daarmee toch flink kleiner geworden”, zegt Phlippen.
Wel positief is zij over de introductie van groene belastingen als de plasticbelasting en de CO2-grensbelasting. Zo zegt ze over dat laatste: “Dat is zeker goed nieuws, want die grensbelasting gaat een gelijk speelveld creëren voor de bedrijven op het Europese continent die gedwongen worden om snel te verduurzamen.” De grensbelasting zorgt ervoor dat niet-Europese bedrijven die producten op de Europese markt brengen die op een CO2-intensieve manier zijn geproduceerd een extra belasting moeten betalen. Ten slotte wijst zij erop dat er plannen zijn om het emissiehandelssysteem (ETS) te verbreden zodat ook minder grote vervuilers daar onder gaan vallen. “Dat is ook goed nieuws, maar dat moet allemaal nog worden uitgewerkt.”
Europese Unie ’s werelds groenste
Phlippen vindt het belangrijk te benoemen dat de Europese Unie het in internationale context goed doet. “Europa heeft veruit 's werelds groenste crisisbeleid.” Zij verwijst naar onderzoek van Vivid Economics dat de stimuleringsmaatregelen van verschillende landen en de Europese Unie vergelijkt. “We zijn nog steeds het meest duurzame continent ter wereld in termen van de manier waarop we uit de crisis willen komen, maar de zuinigheid van Rutte heeft wel het halen van de klimaatdoelstellingen moeilijker bereikbaar gemaakt”, stelt Phlippen. Zo heeft bijvoorbeeld het korten van de innovatiebudgetten mogelijk een negatief effect op de Nederlandse klimaatdoelstellingen. Zo kon het ministerie van Economische Zaken en Klimaat met zijn energietransitie-plannen aanspraak doen op innovatiefondsen. “Als die gekort worden dan hebben ze dus in zekere zin in eigen voet geschoten.”
Concluderend blijft Phlippen er echter bij dat we tevreden mogen zijn met de uitkomsten. “Je moet het niet beoordelen op wat het had kunnen zijn, maar wat het is ten opzichte van wat het daarvoor was en dan is het gewoon heel erg goed nieuws.”
Lees hier de reactie van Europarlementariër Bas Eickhout en hoogleraar Henk Volberda op het herstelfonds en de meerjarenbegroting.
De betekenis voor de duurzame ondernemer
De eerste reactie van duurzaam ondernemer Maurits Groen op de ontwikkelingen in Brussel is positief. Hij vindt het goed dat de Europese Unie haar duurzame ambities ondanks de coronacrisis lijkt door te zetten. Hij zegt erbij dat hij vindt dat de disruptieve kracht van de coronacrisis gebruikt kan worden als extra argument om aandacht te besteden aan het klimaat. “Er komt nog een veel grotere disruptie aan met een nog veel langer-durende impact. Als we nu niet die sprong maken wanneer in godsnaam dan wel?”
De coronacrisis veegt de ambities uit de Green Deal niet van tafel en voor sommige subsidies blijft duurzame impact een vereiste. Toch betwijfelt Groen of dit geld bij duurzame ondernemers terechtkomt. “Heel vaak landen Europese budgetten niet bij de MKB-bedrijven waar toch vaak de innovatie vandaan komt.”
Zaak van lange adem
Groen begrijpt dat de Europese Unie goed moet opletten waar het geld terechtkomt, maar de langzame en ingewikkelde procedures zijn vooral voor innovatieve bedrijven funest. Zij hebben vaak niet de lange adem en de specialisten in huis om in aanmerking te komen voor deze subsidies en budgetten. Er zijn wel gespecialiseerde bureaus die bedrijven kunnen helpen. Desondanks lukt het veel kleinere en innovatieve bedrijven niet om zich goed te organiseren. “Juist omdat ze zich vaak op de innovatie concentreren en niet zo zeer op de governance en alles wat er om heen zit.” Daarnaast wijst hij erop dat bedrijven gebaat zijn bij consistent beleid en slagvaardigheid. Hij vindt niet dat de Europese Unie daarin uitblinkt.
'De meest innovatieve bedrijven profiteren vaak het minst van de Europese fondsen'
Dat er minder budget vrijkomt voor innovatie vindt hij jammer. “Tegelijkertijd denk ik dat het, door de omstandigheden die ik net schets, voor de meest innovatieve bedrijven nog niet eens zoveel uitmaakt, omdat zij vaak het minst profiteren van de Europese fondsen. Degene die profiteren zijn vaak grotere bedrijven die zich wel hele afdelingen kunnen permitteren of mensen vrij kunnen maken om die budgetten binnen te halen.”
Als Groen het voor het zeggen had, zou hij de verdeling van innovatiebudgetten voor kleine ondernemers anders inrichten. Idealiter wordt er een beoordelingscommissie opgericht bestaande uit ondernemers met verschillende kennisgebieden: van juridische zaken tot productontwikkeling, met iemand van de Europese Unie in de rol van secretaris. Deze beoordelingscommissie bevraagt een ondernemer over zijn bedrijf en bepaalt ter plekke of de ondernemer geld ontvangt of dat deze nog meer onderzoek moet doen. “Het gaat vaak helemaal niet om enorm veel geld, maar wel om alertheid en snelheid”, aldus Groen.
Het belang van duurzame ambities
Niet alles wat de Europese Unie doet op het gebied van duurzaamheid is voor kleine innovatieve ondernemers tevergeefs. Zo benadrukt Groen het belang van duurzame ambities als de Green Deal. Als de Europese Unie langzaamaan een duurzamere koers inzet, zien investeerders dat ook. Vooral private investeerders kunnen vervolgens een rol spelen bij de financiering van innovatieve MKB-bedrijven. “Daar komt over het algemeen sneller geld vrij op het moment dat ze zien dat ook de grote organisaties zoals de Europese Unie langzamerhand die duurzame kant op gaan bewegen."
Lees ook: Europees Parlement zint op aanpassing herstelplan
Hoofdafbeelding: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in