In de Beurs van Berlage in Amsterdam, gingen Sophie Hermans (plek 3 VVD), Mona Keijzer (plek 7 CDA), Hans Vijlbrief (plek 12 D66), Tom van der Lee (plek 3 GroenLinks), Mahir Alkaya (plek 3 SP), Joris Thijssen (plek 8 PvdA), Lammert van Raan (plek 5 PvdD), Raymond Brood (plek 2 50PLUS) en Chris Stoffer (plek 2 SGP) het debat aan over de manier waarop zij met hun partijen werken aan de nieuwe economie. Een economie die toekomstbestendig is: klimaatneutraal, circulair, inclusief en met eerlijke ketens.
Negen partijen voor de nieuwe economie
Alle afgevaardigden zien een rol weggelegd voor hun eigen partij in de transitie naar die nieuwe economie. Ook zijn zij het opvallend vaak met elkaar eens. “Het is niet meer de vraag of we iets aan het klimaat moeten doen, maar alleen nog maar de vraag hoe we dat doen”, aldus Vijlbrief.
De visie van de oud-coalitiepartijen
Presentatrice Sophie van den Enk geeft de afgevaardigden elk één minuut om te vertellen hoe hun verkiezingsprogramma bijdraagt aan een nieuwe economie. Te beginnen bij de oud-coalitiepartners. VVD trapt af. Hermans benadrukt dat we ons uit de economische crisis moeten investeren. “En groen en groei moeten daarbij voor ons hand in hand gaan.” Ze noemt een paar focuspunten uit het programma: bepaalde subsidieregelingen uitbreiden om ondernemers en huiseigenaren te helpen bij verduurzaming en extra investeren in innovatie van nieuwe technologieën.
Keijzer wijst in haar minuut gelijk op het verschil tussen haar partij en die van Hermans: “Ik heb in het verkiezingsprogramma van de VVD gelezen dat er aan de exportkredietverzekeringen geen eisen meer mogen worden gesteld vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemen als andere landen dat niet doen. Ik zou als CDA'er zeggen: zorg maar dat andere landen het ook gaan doen. En probeer in de Europese Unie ervoor te zorgen dat andere landen in de EU zaken mogen doen als ze zich aan de eisen houden die wij hier stellen.” D66’er Vijlbrief complimenteert zichzelf en zijn coalitiepartners. “We hebben heel veel gedaan.”
Veranderdrang
In de antwoorden van GroenLinks, PvdD en PvdA klinkt vooral veranderdrang door. Eén van de eerste dingen die er volgens Van der Lee (GroenLinks) moet gebeuren is het stopzetten van de 4,5 miljard euro die Nederland jaarlijks investeert in fossiel. Terwijl Lammers van PvdD zegt: “Ik denk dat het begint met te constateren dat economische groei op dit moment het probleem is en niet de oplossing.” Zijn partij wil onder andere een ‘slachttaks’ introduceren om vlees eten te belasten.
Ook Thijssen klinkt ambitieus. “Met de PvdA aan de knoppen gaan we echt ambitieuze doelen stellen voor 2030. Dus ten minste 55 procent CO2-reductie en een halvering van de stikstofvervuiling in 2030. En dat gaan we op een eerlijke manier doen.” Zijn partij wil groene waterstof goedkoper en groen vervoer beter maken. Volgens Alkaya (SP) is het allerbelangrijkste nog niet genoemd. “Dat zijn de machtsverhoudingen binnen multinationals.” Zijn partij wil dit aanpakken door werknemers meer macht te geven. “Zodat niet alleen het kortetermijnwinstbejag van aandeelhouders vooropstaat maar dat we andere doelen ook kunnen nastreven binnen die ondernemingen.”
Ook SGP en 50PLUS voor het klimaat
Ook SGP en 50PLUS zien wel wat in een groene toekomst. 50PLUS pleit daarbij voor meer coördinatie. Met name op Europees gebied. “Als je moet concurreren met producten uit andere landen, dan moet je wel dezelfde spelregels nastreven.” Stoffer benadrukt dat aandacht voor het klimaat goed te rijmen is met het religieuze thema zondagsrust. “Ik denk dat het heel goed is dat je een dag in de week eens even niks doet. Dat is goed voor de mens en dat is goed voor het milieu: op die dag gebruik je gewoon veel minder energie als je de auto's niet laat rijden, fabrieken stil hebt enzovoort. Hartstikke goed.”
‘Coronacrisis als aangrijpingspunt voor verduurzaming’
Na de algemene duurzame voorstelrondjes, mogen de partijen in groepjes reageren op een viertal stellingen. Voor VVD, D66 en PvdD gaat het om de stelling: ‘De coronacrisis is het aangrijpingspunt om onze economie drastisch te verduurzamen.’ Ze zijn het daar allemaal in meerdere of mindere mate mee eens. “Ik zie het als politicus, maar ook als mens echt als mijn plicht om Nederland schoon door te geven aan de volgende generaties”, zegt Hermans. Tegelijkertijd krijgt zij er een rottig gevoel bij om de coronacrisis als kans te bestempelen als zij denkt aan de mensen die in het ziekenhuis vechten voor hun leven en de ondernemers die het zwaar hebben.
‘Fundamentele belastingherziening is cruciaal’
50PLUS, SP en GroenLinks reageren op de stelling: zonder een fundamentele belastingherziening zullen de duurzame doelen nooit worden gehaald. “Meer belastingen bij producenten en bedrijven, want daar zit de innovatiekracht, niet consumenten”, reageert Brood. Ook Alkaya kan zich vinden in de stelling. Maar een groen en eerlijk belastingsstelsel is niet genoeg. Er wordt naar zijn mening te veel verwacht van wetten.
'Het verdienmodel van de toekomst met een schone en circulaire industriepolitiek’
Met een schone en circulaire industriepolitiek realiseren we het verdienmodel van de toekomst. “Eens”, zegt Keijzer. Ze benadrukt dat een gelijk speelveld op Europees niveau daarbij noodzaak is voordat ze drie punten noemt uit het CDA-verkiezingsprogramma waarmee de partij wil bijdragen aan een schone industriepolitiek. Zoals strenge bronmaatregelen voor bijvoorbeeld auto's, apparaten en bouwmaterialen. “Beter aan het begin ervoor te zorgen dat het duurzaam is dan achteraf herstellen.” Als tweede wil de partij ervoor zorgen dat het recht op reparatie onderdeel wordt van de regelgeving. “Waardoor het niet meer aantrekkelijk is om goedkope meuk te verkopen.” En tot slot wil zij een omschrijving in het burgerlijk wetboek hebben van de maatschappelijke onderneming. “Zodat er een norm gesteld wordt voor wat een maatschappelijke onderneming is.”
“Het is misschien minder leuk voor het debat, maar ik ben het ook volmondig eens met deze stelling”, reageert Van der Lee. “Het is namelijk heel hard nodig.” Hij sluit zich aan bij Keijzer’s roep om een gelijk speelveld. “Daar ben ik ook harstikke voor, maar dat vereist een overheid die hele duidelijke krachtige normen stelt en heel stevig beprijzingsbeleid voert.” Op beide punten hebben de afgelopen regeringen het laten liggen, vindt Van der Lee.
‘Het volgende kabinet streeft naar eerlijke prijzen’
“Ja, de SGP vindt dat het volgende kabinet echt werk moet maken van eerlijke prijzen”, reageert Stoffer op de laatste stelling. Al heeft hij het liever over rechtvaardige prijzen en wil hij niet te veel overheidsbemoeienis. Alleen daar waar de markt faalt, moet de overheid ingrijpen. Zo pleit hij voor een belasting op de vliegtuigbrandstof kerosine. Ook PvdA is het eens met de stelling. Thijssen wil op basis van de doelen (55 procent CO2-reductie en halvering stikstof in 2030) terugrekenen wat dat betekent voor vandaag en de komende jaren. Op basis daarvan wil hij een prijs bepalen.
Van ambities naar daden
Wie de afgevaardigden van deze partijen hoort praten kan niet anders dan positief zijn en hoge verwachtingen hebben wat duurzaamheid betreft. Elke partij lijkt op zijn manier wel iets te zien in een klimaatvriendelijkere toekomst. “Wat ik gehoord heb is dat het wel goed komt met duurzaamheid”, is dan ook de reactie van Maria van der Heijden, voorzitter van MVO Nederland. De komende maanden zullen uitwijzen of de kandidaten deze lijn vasthouden.
Voorafgaand aan het verkiezingsdebat koos MVO Nederland ook een minister van de nieuwe economie: Michel Scholte. Lees er hier meer over.
Afbeelding: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in