“Ik ben vanaf het begin in 2004 bij MVO Nederland betrokken geweest. In de eerste jaren was het vooral tegen de wind in fietsen. Veel partijen waren nogal gereserveerd over dit onderwerp.
Het duurde tot 2007 voor er een versnelling kwam. Het IPCC, de klimaatorganisatie van de VN, heeft klimaatverandering toen wereldwijd op de agenda gezet. Het IPCC-rapport was een beleidstekst, maar met een invloedrijke stem: Al Gore.
"Ik zit hier niet met een hosanna-verhaal. De weerstand is weg, maar de impact van de daden is er nog niet"
MVO heeft sindsdien de wind in de rug. De aandacht is sterk gegroeid. Maar ik zit hier niet met een hosanna-verhaal. De weerstand is weg, maar de impact van de daden is er nog niet. We zitten net in het voorprogramma. De grote werken voor energie, grondstoffen en financiering moeten nog gedaan worden.”
Echte koplopers
“Veel bedrijven zitten nu in de fase van strategieformulering. Alleen echte koplopers als Philips, DSM en Unilever hebben een operationele agenda en kunnen vooruitgang laten zien. Maar bijvoorbeeld de energiesector begint pas net op gang te komen. Sommige bedrijven bieden veel weerstand tegen duurzaamheid, zoals Shell.
Ook de retail - food en non-food - moet nu echt stappen gaan zetten. Dat is belangrijk, want veel producten komen uiteindelijk via retailers in omloop. Ik heb zelf een Fairphone-telefoon. Partijen als Vodafone en Mediamarkt moeten die duurzame innovaties veel prominenter in hun assortiment opnemen.
Datzelfde geldt voor kleding. Ik roep retailers op om hun enorme marktmacht in te zetten. Ze kiezen vanzelfsprekend voor de wens van de consument. Maar de retailsector kan ook een markt ontwikkelen en de vraag naar duurzame producten op gang brengen.
Ik spreek bij mijn afscheidsrede over een duurzame Gouden Eeuw, die ons te wachten staat. Nederland in 2030 moet 100 procent duurzaam zijn. Dan heb ik het over circulaire en inclusieve economie. Want de menskant is ook heel belangrijk.”
Leiderschap
“Ik ben een man van het bedrijfsleven. Wij als bedrijven moeten voorop gaan. En wij kunnen ook heel wat. Maar het lukt alleen als de overheid ook gaat meewerken. We hebben fiscale veranderingen nodig: CO2-beprijzing en initiatieven als True Price maken het mogelijk om snel enorme stappen te maken.
De politiek loopt echter achter op de ontwikkelingen in de maatschappij en het bedrijfsleven. We hebben in Nederland te lijden onder een gebrek aan inspirerend leiderschap, hoewel ik weet dat het heel moeilijk is om politicus of minister te zijn. De Wilders-cultuur speelt ook op dit terrein: de angst voor verandering. De VVD is te behoudend. Groen Links en D66 omarmen deze agenda van nature wat meer, maar we zijn te veel verdeeld. Er zit daardoor een rem op de slagkracht van de overheid. Dat is zorgelijk, want de dynamiek bij bedrijven en burgergroeperingen is er volop.
Ik hoop dan ook dat het appèl uit de samenleving en vanuit het bedrijfsleven groter wordt. VNO-NCW heeft nu zijn campagne Next-Level gepresenteerd. Daar zit duurzaamheid zwaar in. Als dat soort organisaties de lobby meer langs de lijnen van duurzaamheid inrichten, zal dat zijn effect op de politiek hebben. Dan krijg je de goede maatregelen. Ik heb persoonlijk veel tijd gestoken in het beïnvloeden van VNO. Achter de schermen, en op mijn manier.
"Er zit een rem op de slagkracht van de overheid"
Voor de duurzame transitie heeft het bedrijfsleven leiders nodig die de drie P’s van People, Planet en Profit in zichzelf verbinden. De best presterende bedrijven zijn geliefd bij aandeelhouders, consumenten, leveranciers, medewerkers en de samenleving.
Daar hoort leiderschap bij dat in staat is om de wensen van al die stakeholders goed te accommoderen in een strategie. Verbindend en dienend leiderschap dus, in plaats van meer hiërarchische vormen. De volgende stap is om die strategie om te zetten in executie. Daar hoort ook het sturen op kosten, acquireren en afstoten bij, en tegelijkertijd de verbinding zoeken met de omgeving en partijen uit de keten. Feike Sijbesma van DSM doet dat fantastisch, maar er zijn ook talloze voorbeelden uit het mkb.”
Impact
“Ik ben erg positief over de impact die wij de afgelopen tien jaar met MVO Nederland hebben gehad, maar wel in bescheidenheid. MVO gaat over samen en MVO Nederland werkt vooral achter de schermen om te inspireren, verbinden en versnellen. De laatste jaren is het bouwen van coalities belangrijk geworden. We hebben twintig coalities gesmeed waarin we bedrijven bij elkaar brengen om impact te genereren.
Trots ben ik op wat we hebben bereikt in de bedrijfskledingsector. MVO Nederland is de gangmaker geweest om grote producenten van bedrijfskleding, zoals Van Puijenbroek, koplopers zoals Dutch Spirit en partijen uit de zorg bij elkaar te brengen. Daar is een volledig nieuwe duurzame en inclusieve kledinglijn uit ontstaan. Op basis daarvan heeft het Radboud UMC recent een opdracht voor 10.000 witte jassen en broeken voor specialisten en verplegend personeel in de markt gezet. Naast de zorg zijn ook defensie, de politie, brandweer en Alliander hier nu mee bezig.
Een ander voorbeeld is de betonsector, een heel traditionele sector. Wij zijn nu een akkoord aan het bouwen om tot een reductie van 1 miljoen ton CO2 te komen in 2020. Vergelijkbare projecten lopen in de infrastructuur, de chemische sector, de tuinbouw en de leerketen. Ook hebben we de grootbanken bij elkaar weten te brengen rondom een circulaire agenda. Dat was nog nooit vertoond.”
Transitie
“Ik heb in dit soort coalities altijd graag gewerkt vanuit het transitiebegrip. Het begint met analyse van een groot vraagstuk in een sector of een keten. Dan haal je koplopers uit dat domein bij elkaar om na te denken over dat vraagstuk. Daarmee ga je nadenken over een stip op de horizon. Dan redeneer je terug naar mijlpalen voor veranderprojecten. Dat veranderproject probeer je daarna de norm in de markt te maken.
We hebben nooit iets gedaan in de onderwijsmarkt. Met name voor het beroepsonderwijs zijn we meerdere keren uitgenodigd. Maar ik heb onderwijs nooit de aandacht gegeven die de markt wel verdient. Ik was druk bezig met bedrijven en zag op tegen de bureaucratie die je tegenkomt in de onderwijssector. Ik heb het daar laten liggen.
In de regio zie je de economic boards opkomen. Daar hebben we contact mee. Maar MVO Nederland is in de regio nog te weinig zichtbaar geworden. Terwijl er wel signalen zijn dat op regionale schaal veel winst te behalen is. Een geslaagd voorbeeld is een project met grote zorginstellingen in Noord-Nederland. Samen de voetafdruk verkleind, het gebruik van gezonde voeding gestimuleerd. Je leest er niets over in de landelijke kranten, maar in het noorden weet iedereen het.
"De laatste jaren is duidelijk geworden dat een duurzame transitie hernieuwde aandacht voor ethiek en moraliteit vereist"
De laatste jaren is duidelijk geworden dat een duurzame transitie hernieuwde aandacht voor ethiek en moraliteit vereist. Dat wordt te weinig benoemd in het bedrijfsleven. Volkswagen is niet de enige met een schandaal. Rabobank heeft de Libor-affaire gehad, NS de aanbestedingsfraude. KPMG en Imtech hebben ook van dit soort toestanden gekend. Er zit dus iets in ons systeem waardoor de morele kant onvoldoende geborgd is.
In maart hebben we MVO-managers van vijftien grote bedrijven bij elkaar gezet. We lieten hen op zoek gaan naar de dieselgate binnen hun eigen bedrijf. Dat gaat over ethiek, maar het raakt ook aan het verdienvermogen op korte en lange termijn.
Nederlandse bedrijven zitten bijvoorbeeld veel in de internationale wereld voor baggerwerken en ingenieursopdrachten. Daar kom je onvermijdelijk in trajecten terecht waarin corruptie en smeergeld een rol spelen. Hoe kom je daar uit? Brunel is als detacheerder uit Nigeria gestapt omdat het bedrijf dat niet meer wilde. Een loffelijk streven, maar het is veel ingewikkelder om te zeggen: we stoppen ermee als je product of bedrijfsonderdeel maatschappelijk niet meer acceptabel is zoals kiloknallers of kolencentrales.
Toch moet je die gesprekken aangaan. Daarvoor willen we nu faciliteiten aanbieden. Om in beslotenheid de moed op te brengen om te spreken en te denken over wat je vindt van de processen binnen je eigen bedrijf in termen van een moreel oordeel.”
Leiderschap
“Bedrijven hebben tijd nodig om de stap naar een duurzamer bedrijfsmodel te maken. Philips maakt daarin heldere keuzes. Het bedrijf heeft al een bewezen staat van dienst voor circulaire modellen en een innovatiebeleid dat is gekoppeld aan duurzaamheid. Dat Philips nog een bepaalde periode in de gloeilampen zat, moet je accepteren omdat je ziet dat het bedrijf een heldere koers heeft uitgezet. Ze verdienen het om tijd te krijgen voor hun transitie. Daar horen duidelijk leiderschap en duidelijke indicatoren bij.
Ik vind dat het geduld met bedrijven die geen duurzame boodschap hebben, of zelfs een contraire boodschap, heel gering moet zijn. Het voorprogramma moet snel afgelopen zijn.”
Foto's: MVO Nederland
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in