Dat is een van de vraagstukken waar we in de toekomst tegen aan zullen lopen, volgens Tol. Hij stelde deze vraag tijdens de thema-avond ‘Groene Groei’ die dinsdag werd georganiseerd door informatieplatform VU Connected. Tol, hoogleraar klimaateconomie en mede-auteur van het VN-rapport dat in 2007 de Nobelprijs voor de Vrede won, pleit voor een belasting op CO2.
Het sprookje groene groei
“De groene groei is een sprookje”, stelt Tol. “Groene groei betekent dat tegelijkertijd zowel het milieu als de economie worden gestimuleerd.” Om klimaatverandering te bestrijden is het essentieel om over te stappen op hernieuwbare energie. “Het is een groot misverstand van onder andere de Europese Commissie dat we vanzelf rijk worden als we maar goed genoeg met het klimaat omgaan. Hernieuwbare energie is een stuk duurder dan gas, dus klimaatbeleid maakt energie duurder, wat de economische groei vertraagt. In ieder geval in de huidige economie.”
Maar volgens de hoogleraar zou een koolstofbelasting ons wel goed op weg helpen. “Door een koolstofbelasting in te voeren, verhoog je de belastingopbrengsten voor de overheidskas. Dat geld moeten we gebruiken om arbeidsbelasting te verlagen en dit leidt vervolgens tot economische groei. Zo kunnen we maximaal economisch groeien met minimale effecten op het klimaat”
Het goede voorbeeld
Sceptici zijn echter nog niet overtuigd, want hoe neem je hierin de hele wereld mee? “Nederland kan hier als klein land invloed uitoefenen door het goede voorbeeld te geven. Er is over het algemeen nog weinig ervaring met klimaatbeleid en het lijkt duur. Maar als je in de praktijk kan laten zien dat het werkt, kan dat de vrees van een hoop tegenstanders van klimaatbeleid wegnemen.”
“Misschien zouden we een klein beetje economische groei moeten opofferen voor een beter klimaat. Ik geloof namelijk ook niet dat we rijker worden van een slecht klimaatbeleid.”
Foto: Miroslav Petrasko
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in