Argon is een gas dat meer warmte overbrengt bij verbranding, waardoor een motor 80 procent van de warmte omzet in energie, tegenover 50 procent bij een gewone motor. De onderzoeksgroep van de TU/e, onder leiding van Jeroen van Oijen, kreeg een subsidie van € 1,5 mln van NWO om de motor te bouwen.
Daarvoor moet de universiteit uitvinden hoe de brandstof samen met zuurstof in de motor geïnjecteerd moet worden. “Het principe is hetzelfde als bij een dieselinjectiemotor”, vertelt van Oijen. “Maar nu moet je twee gassen inspuiten, en dat moet zo dat ze op het goede moment mengen en ontbranden.” Alleen dan kan de beloofde efficiency gehaald worden.
Lees ook: Motor van hout loopt op algen
Aardgas
De motor kan waterstof gebruiken, maar werkt ook met bio- of aardgas. Dat geeft flexibiliteit. “Voorlopig is er nog niet genoeg waterstof om in motoren te gebruiken. Als je ook andere brandstof kan gebruiken, kan de motor eerder ingezet worden.”
Industriebedrijven waar Van Oijen mee spreekt, vinden waterstof prachtig. “Maar het is nu nog te duur vergeleken met aardgas. Als in 2050 alle elektriciteit duurzaam wordt opgewekt, is het een ander verhaal en is de opslag van energie in waterstof een realistische optie.
Lees ook: Vliegtuig met waterstofmotor moet in 2022 opstijgen
Van Oijen denkt niet dat de motor snel in een auto terecht zal komen. “Argon wordt veel heter dan lucht bij samenpersing en ontbranding. Met de kleine cilinders in auto’s is dat te veel warmte. Maar voor grotere machines, zoals dieselaggregaten of kleine gascentrales, is het systeem bij uitstek geschikt.”
Brandstofcel
Van Oijen ziet bijvoorbeeld een toekomst waar kleine centrales met argonmotoren bij zonneboerderijen of windmolenparken komen te staan. De elektriciteit wordt omgezet in waterstof, en de motor maakt er weer stroom van als het nodig is. “De motor werkt veel beter dan een brandstofcel, die maximaal 60 procent van de waterstofenergie in stroom omzetten. Op grote schaal is dat veel te duur.”
Hoe kom je aan argon?
Het edelgas dat nodig is in de motor is ruim voorradig. Bovendien wordt het niet verbruikt in de machine. "We moeten in het onderzoek uitvogelen hoe je het argon terugwint na verbranding. In een waterstofmotor is dat makkelijk: je koelt het gas af, waardoor het water weer vloeibaar wordt en er puur argon overblijft. Met verbranding van fossiele brandstof is dat ingewikkelder, maar met koolstoffilters kan je de CO2 uit de uitlaatgassen halen en het argon terugstoppen in de motor."
Binnen vijf jaar moet het onderzoek afgerond zijn. Vervolgens moet de industrie een manier vinden om de techniek betaalbaar te maken; de TU/e werkt al samen met motorproducenten om dat in de toekomst te regelen.
Lees hier al onze artikelen over waterstof
Bron & Beeld: TU/e, Bart van Overbeeke
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in