De nieuwe techniek gebruikt lignocellulose als grondstof. Dat is onverteerbaar materiaal uit bijvoorbeeld hout, stro en gras. Het was al wel mogelijk om lignocellulose om te zetten in ethanol, maar commercieel niet aantrekkelijk. TNO gebruikt nu enzymen, biologische katalysators, die helpen met de omzetting van plantenresten. Door een zorgvuldig samengestelde enzymencocktail is een kosteneffectieve productie eindelijk haalbaar, zegt TNO.
Wetenschappers zoeken al jaren naar manieren om plantenafval goedkoop en effectief om te zetten naar een brandstof voor auto’s. Veel zogeheten eerste generatie biobrandstoffen zijn afkomstig van gewassen die rechtstreeks concurreren met de voedselproductie. Biobrandstof neemt miljoenen hectares landbouwgrond in beslag. De tweede generatie is gebaseerd op restafval, en concurreert dus niet of minder.
Investeerders
Een proeffabriek ligt nu in het vizier, maar daarvoor zijn eerst nieuwe investeerders nodig. Een ethanolproducent die deelnam aan een EU-project om de eerste fabriek voor te bereiden, vertrok echter naar de Verenigde Staten. Projectmanager Jasper Kieboom noemt het slechts een kwestie van tijd voordat grote commerciële partijen zich melden. “Dit is de technologie van de toekomst. Die ‘tweede generatie’ fabrieken gaan er op korte termijn komen, daar zijn we van overtuigd.”
Volgens TNO-onderzoeker Peter Punt reiken de mogelijkheden van het nieuwe proces verder dan alleen biobrandstofproductie. “Voor de industrie wordt het commercieel rendabel om lignocellulose als grondstof te gebruiken. Denk aan producten waarvoor bedrijven nu nog olie gebruiken, zoals plastics.”
Bron: TNO | Foto: Steve Jurvetson via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in