In een recent interview met Nieuwsuur laat Shell-topman Ben van Beurden geen ruimte voor twijfel over de focus van zijn concern: “Ik pomp alles op wat ik kan oppompen.”
In het jaarverslag over 2015 schrijft Shell vervolgens echter toch ‘de intentie te hebben te investeren in commerciële emissiearme energieprojecten'. Naast aardgas en CO2-opslag noemt Shell ook wind-, zonne- en bio-energieprojecten als concrete mogelijkheden.
Anderhalve maand na het Nieuwsuur-interview zet Shell de deuren verder open voor een frisse wind door de strategie. Na hardnekkige geruchten over een gewenste participatie in Nederlands volgende windpark op zee én de annulering van een aardgasproject van $ 40 mrd, rijst de vraag of Shell de lijn van ‘maximaal pompen’ alweer loslaat.
Shell nu toch klaar voor zijn tweede duurzaamheidsgolf?
Dat de energietransitie gebaat is bij ondersteuning vanuit de oliereus is hoe dan ook zonneklaar. Drie redenen waarom duurzame energie beter af is met Shell als partner.
1. Shell heeft de kennis
In de afgelopen decennia diversificeerde ‘energiebedrijf’ Shell zijn portfolio al eerder. Met investeringen in de productie van zonnepanelen, offshore en onshore windparken en biobrandstoffen leek Shell definitief een vlucht naar voren te nemen.
Tien jaar geleden bleek de tijd bij het door aandeelhouders gedreven Shell toch niet rijp voor grootschalige projecten op basis van cleantech-innovaties. Veel projecten zijn daarna afgestoten.
Shell hield echter ook kennis binnenshuis, en bleef, zij het op een lager pitje, betrokken bij duurzame R&D. Nu de businesscase voor hernieuwbare energieprojecten wel sluitend is, kan Shell daarmee alsnog snel de markt op.
Met een zonnecentrale van 1 gigawatt laat Shell zich nu weer zien in zonnesector, al dient de innovatieve zonthermische centrale hier nog om de oliewinning rendabeler te maken. Met hetzelfde doel investeert shell ook in drijvende windturbines, die kunnen offshore boorplatforms verduurzamen.
Met de Braziliaanse joint venture Raizen is Shell nu al een succesvolle producent van bio-ethanol, als alternatief voor benzine. Verder steekt Shell in onder meer Duitsland en Japan miljoenen in de ontwikkeling van een waterstofinfrastructuur.
Onder meer via het LiveWire-programma investeert Shell daarnaast in tientallen cleantechstart-ups en ook onderhoudt de oliereus nauwe banden met vooraanstaande kennisinstituten. Zo heeft Shell een goed overzicht van duurzame innovaties, en daarmee alle gelegenheid om zijn gewicht achter de meest schaalbare technologieën te zetten.
2. Shell heeft het geld
De aanhoudend lage olieprijs doet echt pijn bij Shell, dat is duidelijk. Met een winstdaling van 80 procent in 2015 en in drie jaar tijd € 22 mrd aan afschrijvingen zit Shell in de hoek waar de klappen vallen.
Raffinage en pompstations leveren de komende jaren nog veel geld op
Toch maakt het concern ook in deze barre tijden nog gewoon winst. Shell heeft voor miljarden aan raffinaderijen, tankstations en andere activa die stuk voor stuk nog jaren geld opleveren.
Als Shell die financiële macht tijdig inzet om de energietransitie te ondersteunen, heeft het bedrijf goede kansen om ook in de decennia na ‘Parijs´ te behoren tot de grootste bedrijven ter wereld.
Volgens een groeiend aantal Shell-aandeelhouders is de tijd inderdaad rijp om de focus te verleggen. Niet alleen de activistische aandeelhouders van FollowThis, maar ook institutionele partijen als ABP en grote spelers uit Noorwegen en Groot-Brittannië roepen het concern op zijn strategie rond carbon bubble-risico’s duidelijk te maken.
Met de miljarden die Shell de komende jaren nog verdient met olie en aardgas, kan het bedrijf zijn toekomst zekerstellen voor een wereld die draait op emissievrije energiebronnen.
3. Shell heeft de wil
Shell onderkent de risico’s van klimaatverandering. Ook de rol die door mensen geproduceerde CO2 daarin speelt.
Gelijk CO2-speelveld voor aardgas en duurzame energie
Hoewel topman Van Beurden openlijk twijfelt over de haalbaarheid de klimaatopwarming tot 2 graden Celsius te beperken, toont ook hij bereidheid om de CO2-schade zoveel mogelijk te beperken.
Van Beurden maakt zich, samen met mondiale spelers uit de industrie, sterk voor een serieuze CO2-prijs. Essentieel is daarbij voor Shell en zijn concurrenten dat er wereldwijd een ‘gelijk speelveld’ ontstaat.
Met een gelijkgetrokken systeem voor CO2-beprijzing, vermijden landen een verhuizing van de zwaarste industrie naar landen zonder uitstootgerelateerde kosten.
Wachten op dat gelijke speelveld is overigens ook voor Shell onaantrekkelijk. Betekenisvolle stappen naar beprijzing van de uitstoot van broeikasgassen verbeteren de marktpositie van de aardgasactiviteiten van het bedrijf, ten opzichte van elektriciteitsopwekking op steenkool. Ook het vervangen van stookolie en diesel in de scheepvaart voor vloeibaar aardgas (LNG) komt dan sneller van de grond.
Eigen belang of niet, de roep van de olieconcerns om een CO2-prijs kan de realisatie daarvan sterk versnellen. Als de mondiale markt voor CO2-rechten eenmaal effectief is zal deze ook fossiel gas op termijn uit de markt prijzen, of anders op zijn minst fossiele energieverbruikers verplichten tot afvang en opslag van CO2.
In dat ‘gelijke speelveld’ worden de marktkansen van echt hernieuwbare bronnen alleen maar sterker.
Foto's: Shell, via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in