Kabinet Rutte-II heeft zichzelf als doel gesteld in 2020 16 procent duurzame energie op te wekken. Dat streven ligt hoger dan wat Brussel vraagt. Om daad bij woord te voegen is €25 mrd aan investeringen nodig.
Uit onderzoek van ECN blijkt nu dat het kabinet niet alleen zijn doelstelling kan verwezenlijken, maar dat ook jaarlijks voor €300 mln minder kan doen. De Groene Investeringsmaatschappij (GIM) is hiervoor cruciaal.
Groene Investeringsmaatschappij
De GIM moet een privaatpublieke instelling worden die overheid, banken en pensioenfondsen bij elkaar brengt. Banken ontwikkelen een standaardaanpak voor kredietbeoordeling, institutionele beleggers investeren geld, terwijl de overheid subsidieregelingen aanpast.
Dankzij de medewerking van de overheid en de gestroomlijnde aanpak, kan de GIM voor een lager bedrag geld uitlenen aan duurzame energieprojecten: 1 tot 2 procentpunt op de lening. Investeren in duurzame energie wordt zo goedkoper. Daardoor hoeft er minder te worden gesnoept van de SDE+-regeling – de belangrijkste subsidieregeling voor duurzame energie met een jaarlijks budget van €1,7 mrd.
Daarnaast kan de GIM ervoor zorgen dat pensioenfondsen het aantrekkelijker vinden om geld beschikbaar te stellen voor duurzame energie. Hierdoor kan het leeuwendeel van de benodigde €25 mrd uit private bronnen komen.
Waar komt de €300 mln vandaan?
Geld lenen kost geld, zoals iedereen met een hypotheek kan ervaren. De SDE+-regeling komt de investeerder tegemoet in de kosten, dus ook rentekosten. Als die omlaag kunnen, hoeft er minder subsidie te worden verstrekt. Het resultaat: €300 mln besparing en een flinke stap dichterbij de doelstelling van 16 procent duurzame energie in 2020.
Foto: Scris
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in