Door Roebyem Anders, medeoprichter Zonline
Natuurlijk doet het zeer om bijna € 5 mrd aan fossiele centrales in Nederland en Duitsland af te moeten schrijven zoals Peter Terium, topman van energiebedrijf RWE, vorige week aankondigde. En natuurlijk leg je de schuld liever ergens anders neer. Dus haal je uit naar producenten van wind- en zonnenergie die niet alleen jouw markt bederven, maar ook een gevaar vormen voor de continuïteit van de energievoorziening.
Europese energiebedrijven vertonen verrassend veel overeenkomsten met de traditionele Amerikaanse auto-industrie aan het begin van dit millennium. Vette winsten smolten weg door moordende concurrentie van technisch betere en energiezuinigere auto’s uit Europa en Japan. Maar in plaats van als de donder te gaan innoveren, staken de bedrijven al hun energie in het dwarsbomen van fuel efficiency standaarden en hogere benzine-accijns.
Schaamlap
Ook de Europese energiereuzen wijzen liever op duurzame gevaren dan op hun eigen foute inschattingen. De vraag naar electriciteit groeide minder dan ze hadden verwacht terwijl het aanbod van duurzame elektriciteit – met voorrang op het net – juist harder groeide. Door stug fossiele centrales te blijven bouwen en nauwelijks te investeren in duurzame opwekcapaciteit staan traditionele spelers nu aan de verkeerde kant van streep.
In plaats van te innoveren, staken autobedrijven al hun energie in het dwarsbomen van fuel efficiency standaarden en hogere benzine-accijns.
En net als bij Amerikaanse autobedrijven eerder snijden de gelegenheidsargumenten om het eigen falen te verdoezelen weinig hout. Zelfs de International Energy Agency (IEA) – van oudsher een bastion voor fossiele energie – meent dat het elektriciteitsnetwerk in rijke landen zonder veel extra kosten een aandeel van 30 procent of meer uit wind en zonne-energie zou kunnen verwerken.
De omslag die nodig is, zo schrijft IEA in haar recente rapport The Power of Tranformation, is vooral een zaak van een andere organisatie en niet van geld. Dat betekent: ruim baan voor nieuwe flexibele energieproducenten en smart grid technologie en het afbouwen van inflexibele fossiele megacentrales, ofwel de core business van bedrijven als RWE.
Geen luchtfietserij
Een ander medicijn tegen het duurzame doemdenken van traditionele energiebedrijven is de vandaag verschenen Urgenda-studie 'Het kan Als Je Wilt!'. Hoofdvraag: welke stappen moet Nederland zetten om in 2030 100 procent duurzame energie te gebruiken?
Om kritiek over luchtfietserij voor te zijn heeft Urgenda een conservatieve benadering gekozen. Voor de scenario’s is het gerespecteerde energietransitiemodel van Quintel gebruikt, gevoed met aannames van (traditionele) energieleveranciers en bedrijven als Shell en Gasunie. Verder wordt geen voorschot genomen op toekomstige innovaties en gaan de scenario’s uit van de huidige stand van technologie.
De door tientallen experts gecheckte resultaten zijn even verrassend als bemoedigend. Het 100 procent duurzame energiescenario in 2030 levert niet alleen enorme milieuwinst op ten opzichte van het business as usual scenario. De jaarlijkse uitgaven aan energie liggen ook nog eens ruim 5 procent lager.
Besparing is crux
Hoe kan dit? De crux zit hem in iets dat niets met windmolens en zonnepanelen te maken heeft: energiebesparing. Bij de huidige stand van technologie kan het energieverbruik in energie-intensieve bedrijfssectoren en de woningbouw - zonder buitensporige kosten en uitgesmeerd over 20 jaar - met 50 procent worden verlaagd.
Het 100 procent duurzame energiescenario in 2030 levert niet alleen enorme milieuwinst op ten opzichte van het business as usual scenario. De jaarlijkse uitgaven aan energie liggen ook nog eens ruim 5 procent lager.
Het energieverbruik dat rest, wordt gedekt door sterk uitgebreide capaciteit aan wind en zonne-energie gecombineerd met forse inzet van biomassa. Dit laatste zou weliswaar betekenen dat Nederland bijna 40 procent van haar energiebehoefte moet importeren (totdat smart grids en opslag grootschalig worden ingezet), maar in het business as usual-scenario ligt de import van fossiele brandstoffen dubbel zo hoog. En dan zijn de toekomstige duurzame innovaties nog niet eens meegenomen.
Earth Hour is hét moment
Het kan dus als we willen, maar het vergt inspanning van iedereen, vanuit alle sectoren en alle huishoudens. Het Wereldnatuurfonds roept 29 maart iedereen op om de lichten te doven, en zo aandacht te vestigen op energiebesparing. Maar we moeten allemaal een stuk meer doen dan een uurtje per jaar bij kaarslicht souperen. Earth Hour is een mooi moment om je eigen transitie naar 100 procent duurzame energie in te zetten.
Mijn top 5 favoriete acties:
- Gebruik meer OV vervoer en elektrische deelauto’s (Go Car to Go!).
- Kill ‘stand by power’ en kies zuinigere apparaten (Greenem helpt daarbij).
- Weg met aardgas. Verwarm je huis met infrarood verwarming en verlaag je gasrekening met 40 procent (de sexy ThermIQ) Kijk ook op Thuisbaas voor de ThermIQ en andere opties om thuis energie te besparen.
- Minder aardgas betekent meer elektriciteit. Wek die zelf op door zonnepanelen (van Zonline krijg je op Earth Hour een ThermIQ kado!)
- Lukt dat niet, koop dan échte groene stroom uit een windmolen van de boer om de hoek bij Van De Bron
Tot slot, mijn tip voor de volgende energiebobo die u hoort klagen over duurzame energie? Zet de tv uit en breng wat flessen naar de glasbak.
Foto: glasseyes view via Flickr.com
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in