De productie van gewassen als koolzaad, maïs, palmolie en suikerbiet voor biobrandstof kent grotere kosten van fosfaatuitputting ten opzichte van de baten van verminderde CO2-uitstoot. Dit stellen onderzoekers van Wageningen Universiteit (WUR) in een recent rapport. Andere bronnen van duurzame energie, zoals zon, wind en biogas vormen betere alternatieven.
De resultaten van de onderzoekers van de WUR zijn onlangs in het internationale tijdschrift Ambio gepresenteerd.
Gevaar
Naast de productie van landbouwgewassen, vereist ook de productie van biobrandstoffen fosfaat-kunstmest. Voor biobrandstoffen is momenteel 2 procent van de wereldproductie aan fosfaat nodig - dit percentage zal in de toekomst alsmaar stijgen vanwege de verplichting van het bijmengen van biobrandstof in benzine en diesel in Europa.
In 2009 deed de Milieudefensie met het rapport Failing governance - Avoiding responsibilities al een oproep tegen het gebruik van palmolie als biobrandstof. In Nederland bevat elke liter benzine of diesel tegenwoordig ongeveer 4 procent biobrandstoffen. De onderzoekers van de WUR stellen nu dat het verplichte bijmengen de eindige voorraden van fosfaat, en daarbij dus ook de wereldvoedselproductie, in gevaar brengt.
Bijstellen
Op basis van de bevinding dat biobrandstoffen niet zo duurzaam zijn als gedacht, stellen de onderzoekers dat de beleidsdoelstellingen voor het bijmengen met biobrandstoffen moeten worden bijgesteld. Volgens hen zijn er tegenwoordig betere alternatieven voor duurzame energie, waaronder biogas.
Bron: WUR
Foto: woodleywonderworks
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in