Tijdens het Warmtenetwerk Jaarcongres in Nieuwegein overhandigden Stichting Warmtenetwerk, Netbeheer Nederland en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) een manifest met tien voorstellen aan Caroline Kollau, directeur energiemarkt en plaatsvervangend directeur-generaal klimaat en energie bij het ministerie van EZK. Die voorstellen moeten de vastgelopen markt weer vlot trekken. Ze variëren van betere betaalbaarheid voor klanten en investeerders, betere verdeling van kosten en betere planning tot meer subsidie. Eigenlijk zou demissionair minister Rob Jetten van Energie en Klimaat het manifest in ontvangst nemen, maar hij was er niet. In de ogen van de commerciële bedrijven die warmtenetten aanleggen is hij de grote boosdoener.
Versnelling nodig
Dat zit zo. Jetten wil de aanleg van warmtenetten in Nederland versnellen met de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening (WCW). In 2050 moeten alle Nederlandse woningen van het aardgas af zijn en warmtenetten spelen daarin een belangrijke rol. Zo’n collectief warmtenet – ook wel stadsverwarming genoemd – bestaat uit kilometers lange buizen en leidingen waardoor warm water stroomt. Dat verwarmt aangesloten huizen en bedrijven via een warmtewisselaar in de meterkast. Het water in het leidingnet wordt verwarmd met restwarmte van bedrijven, afvalverbrandingsovens, geothermie of andere bronnen. In 2030 moeten al een half miljoen bestaande woningen op een warmtenet aangesloten zijn, en in 2050 al 2,6 miljoen. Volgens een recente studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zouden die aantallen nog veel hoger kunnen uitvallen tot wel 3,7 miljoen woningen, als het potentieel maximaal benut wordt. Anders zou het aantal op 1,4 miljoen blijven steken.
Goedkoper
In dichtbevolkte stadswijken zijn warmtenetten 30 procent goedkoper dan individuele warmtepompen en belasten ze het overvolle stroomnet niet, zo bleek onlangs uit onderzoek van bureau Berenschot, in opdracht van de NVDE, netbeheerder Stedin, Bouwend Nederland en Energie Beheer Nederland (EBN). Daarom zou er volgens die partijen meer subsidie voor op tafel moeten komen, zodat de tarieven voor burgers goedkoper worden en de aanleg voor bedrijven aantrekkelijker. Nu stelt de overheid via de Warmtenet Investeringssubsidie al 1 miljard euro uit het Klimaatfonds beschikbaar om de onrendabele top bij de aanleg te dekken. Daarnaast is er een waarborgfonds van 200 miljoen voor warmtenetten. Volgens de NVDE moeten subsidies er ook voor zorgen dat de tarieven voor de bewoners lager worden. Anders laten ze zich niet aansluiten op het net en nemen ze een warmtepomp.
90 procent ligt stil
Juist daarom wil Jetten de warmtenetten verplicht in handen van de gemeenten geven. Zij kunnen consumenten beschermen tegen grote prijsverschillen of tariefstijgingen van commerciële aanbieders. Dat heeft tot nu toe averechts uitgepakt. Commerciële warmtebedrijven spreken van onteigening en weigeren nog te investeren in warmtemetten. Als ze geen eigenaar mogen zijn worden de bedrijfseconomische risico’s te groot. Vattenfall kondigde na het voorstel van Jetten aan geen nieuwe warmtenetten meer te gaan ontwikkelen. Onlangs trok de energieleverancier zich dan ook terug uit de onderhandelingen over het warmtenet in Amsterdam. Eneco trok onlangs de stekker uit een warmtenet in Utrecht. Uit een rondgang van Nieuwsuur blijkt dat momenteel 90 procent van de aanleg van warmtenetten in Nederland stil ligt.
Wet aanpassen
Het wetsvoorstel van Jetten moet nog goedgekeurd worden door de Tweede Kamer. Voordat die er over stemt, moest de Raad van State er eerst een advies over geven. Dat advies kwam pas in april dit jaar en is vrij kritisch op het meest heikele onderdeel: het verplichte publieke meerderheidsbelang, oftewel het eigendom van gemeenten. Het adviesorgaan van de regering betwijfelt of het effectief is en of het wel leidt tot lagere tarieven. Ook zou het wel eens in strijd kunnen zijn met EU-wetten. De Raad van State adviseert dan ook om de wet niet in te dienen bij de Tweede Kamer, voordat die is aangepast.
Tien verbeterpunten
Dat is een flinke steun in de rug van de commerciële partijen, maar in het manifest ‘Maak warmtenetten weer HOT!’ wordt er met geen woord over gerept. Dat gaat meer over de randvoorwaarden die nodig zijn om de aanleg weer aan de gang te krijgen. Dat kan als gemeenten ervoor kiezen om woningen duurzaam te verwarmen tegen de laagste kosten. Via een collectief warmtenet dus. Om het tarief laag te houden, is extra subsidie nodig. Ook moeten bewoners snel duidelijkheid krijgen, anders kiezen ze voor individuele oplossingen zoals een warmtepomp. Omdat ze het stroomnet minder belasten zouden woningen die aangesloten zijn op een warmtenet een lager vastrecht voor elektriciteit moeten betalen. Voor een goede planning moeten overheden, netbeheerders, woningbouwcorporaties en commerciële partijen meer samenwerken en gebruik maken van elkaars kennis. Aangesloten woningen moeten een beter energielabel krijgen. Uiteindelijk zou het rijk bij de warmtenetten dezelfde aanpak moeten volgen als bij de bouw van windparken op zee. Dus met garandeerde vergunningen, startsubsidies, elektriciteitsinfra en kavels om de risico’s te beperken.
Snel duidelijkheid
Volgens Ernst Japikse, voorzitter van de Stichting Warmtenetwerk kunnen collectieve warmtesystemen helpen om files op het elektriciteitsnet te voorkomen. “Daarom is het onder andere wél belangrijk dat zo snel mogelijk duidelijk wordt voor bewoners in welke wijken er de komende tien jaar warmtenetten zullen komen. Dit voorkomt dat ze onnodig op individuele warmteoplossingen overgaan, waardoor de uitrol van een warmtenet in de desbetreffende wijk minder kansrijk wordt. Daarvoor moet je ook zorgen voor een eerlijkere verdeling van kosten voor gebruikers over de diverse energienetten”, zegt hij.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in