Gasunie, het netwerkbedrijf dat in Nederland het gasleidingennet aanlegt, onderhoudt en beheert, heeft zijn oog laten vallen op de Noordzee. Niet voor het transport van aardgas maar van groene waterstof. Het bedrijf dat 100 procent in overheidshanden is, werkt op land al aan het waterstofnetwerk van Nederland (Waterstofnetwerk NL), een netwerk voor het transport en de opslag van groene waterstof. Het past daarvoor bestaande gasleidingen aan en onderzoekt opslagmogelijkheden in oude zoutcavernes.
“Nederland heeft in het Klimaatakkoord een forse doelstelling voor waterstof opgenomen: 4 gigawatt in 2030”, zegt Werna Udding. Bij Gasunie is zij verantwoordelijk voor de offshore waterstofontwikkelingen. “En de internationale ambitie ligt nog hoger.” Afgelopen zomer ondertekende Nederland samen met Denemarken, Duitsland en België de Esbjerg-verklaring waarin zij afspraken de Noordzee als ‘groene energiecentrale’ te ontwikkelen.
In september liet minister voor Energie en Klimaat Rob Jetten weten te mikken op 70 gigawatt windvermogen op zee in 2050. In 2040 moet dat 50 gigawatt zijn. Een aanzienlijk deel daarvan zal bestemd worden voor het maken van groene waterstof.
Het duurzame gas kan onder andere ingezet worden voor de verduurzaming van de industrie, het zwaar transport en als grondstof in de chemie. Volgens Udding wordt het duurzame gas een essentieel onderdeel van het nieuwe energiesysteem. “Waar we nu van gas en kolen elektriciteit maken, gaan we straks van elektriciteit gas maken. Het hele energiesysteem zal er dus volledig anders uitzien. Samen met TenneT onderzoeken we al een hele tijd welke infrastructuur daarvoor nodig is.”
Groene waterstof van wind op zee
Groene waterstof wordt gemaakt met zonne- en windenergie. De waterstofplannen in Nederland maken vooral gebruik van energie van windparken op zee. De stroom van die windparken komt daarvoor met een kabel aan land waar het in een elektrolyser wordt omgezet in groene waterstof. “Die kabels nemen ruimte in op zee en moeten soms door kwetsbare gebieden zoals de Wadden”, zegt Udding. “Dat is best een puzzel.”
Bovendien is het aanleggen van de elektriciteitskabels kostbaar. Zeker voor de windparken die in de komende jaren verder uit de kust gebouwd zullen worden. De Rijksoverheid schat de investeringskosten van deze delen van het net op zee op ongeveer 26 miljard euro. Daarom wordt nu ook gedacht aan elektrolyse op zee. In plaats van de stroom eerst naar land te brengen met een dure kabel, wordt er meteen waterstof van gemaakt dat via buisleidingen naar wal gaat.
Energie-eilanden
Uit onderzoek blijkt dat waterstofproductie op zee tot lagere maatschappelijke kosten leidt dan grootschalige elektrolyse op land. Alleen is het in Nederland nog nooit gedaan. Een eerste pilot wordt voorbereid. Ook zijn er experimenten met windturbines die meteen waterstof maken en wordt er nagedacht over energie-eilanden waar waterstof geproduceerd kan worden.
Waar we nu van gas elektriciteit maken, gaan we straks van elektriciteit gas maken
Waterstofnetwerk op zee
Maar de waterstof die op zee gemaakt wordt, moet ook naar land gebracht worden. Een optie is om dat via buisleidingen te doen. De vraag is wie die infrastructuur gaat aanleggen. “Dat is nog niet bepaald”, zegt Udding. Gasunie onderzoekt nu de mogelijkheid voor de aanleg van een waterstofnetwerk op zee in de vorm van buisleidingen. “Als je dat slim doet heb je in een keer voor een heel aantal jaren de infrastructuur gerealiseerd.”
Een ander voordeel is dat het aanleggen van een buis vele malen goedkoper is dan een kabel. Ook kan er meer energie tegelijkertijd vervoerd worden. Door één grote buisleiding kan 10 tot 20 gigawatt, evenveel als door 5 a 10 stroomkabels.
Gasunie heeft hier al ervaring mee. Op land heeft het bedrijf daarvoor opdracht gekregen van het ministerie van Economische zaken en Klimaat nadat uit onderzoek bleek dat het bestaande gasleidingennetwerk voor maar liefst 85 procent veilig in te zetten is. Een groot voordeel is dat die pijpleidingen al in handen van Gasunie zijn, waardoor hergebruik relatief eenvoudig te realiseren is wat de operatie kosteneffectief maakt. Ook is de verwachting dat een groot deel van de leidingen vrijkomt omdat de aardgastransportvolumes in Nederland tot 2030 met circa 40 procent afnemen.
Hergebruik gasleidingen op zee
Op zee ligt dat anders. Ook hier liggen al veel buisleidingen. Het Nederlandse deel van de Noordzee herbergt een indrukwekkend netwerk van zo’n 3.000 kilometer pijpleidingen. Het grote verschil is dat deze in handen zijn van olie- en gasbedrijven. Ook heeft staatsbedrijf EBN vaak een aandeel en nemen ook investeringspartijen soms deel. En die zien ook wel brood in het hergebruik van hun leidingen, mocht de markt voor olie en gas inzakken.
“De vraag is wel wanneer deze buizen vrijkomen en of ze ook geschikt zijn voor waterstof”, zegt Udding. Anders dan op land waar de gasproductie afloopt is het oppompen van Noordzeegas sinds de inval van Rusland in Oekraïne enorm toegenomen. “Gezien de recente ontwikkelingen zullen we die pijpleidingen misschien wel langer nodig hebben voor gas. En als ze wel vrij komen moeten we kijken of ze geschikt zijn.” Want op land zijn de leidingen van Gasunie en is bekend in welke staat ze verkeren. “Maar van de leidingen op zee weten we dat niet.”
Volgens de sector is ook op zee een groot deel van het bestaande gasnetwerk geschikt om waterstof te transporteren. De waterstof zou in pure vorm of gemengd met aardgas door dezelfde buis kunnen gaan. Begin oktober namen Noordgastransport (NGT) en NOGAT als eerste offshore pijpleidingeigenaren het Certificaat van Geschiktheid voor het transporteren van groene waterstof door hun bestaande leidingen op de Noordzee in ontvangst. De certificering werd uitgevoerd door Bureau Veritas en geldt tot 2062.
Zuivere waterstof
Ook heeft Udding zo haar twijfels bij het mengen van waterstof met aardgas. “De vraag is of de afnemers een mengsel kunnen gebruiken. En zo niet, of je het daarna weer netjes kan scheiden. En je maakt nu nog best dure waterstof die kan je het beste puur gebruiken.” Udding en haar team onderzoeken nu de mogelijkheden voor het aanleggen van een offshore netwerk. “Waar moet het aan voldoen, wat zou het moeten kosten, waar moet het aan wal komen? Maar we kijken ook naar het hele systeem: van hoeveel windenergie willen we waterstof maken? Ook zijn er veel vragen rond regelgeving. Dat is allemaal nog niet duidelijk.”
Udding zelf ziet wel voordelen als Gasunie het waterstofnetwerk op zee gaat aanleggen. Groot voordeel is dat het dan goed kan aansluiten op het waterstofnetwerk op land. “Uiteindelijk zijn het dezelfde partijen die de waterstof willen hebben. En ook zaken als opslag zou je dan in een systeem kunnen regelen.”
Toekomstmuziek
Voorlopig is het nog toekomstmuziek. Want de eerste elektrolyseprojecten zijn allemaal op land. Waterstof maken op zee staat in de kinderschoenen. “Ik denk dat de eerste grotere pilots en projecten in 2028 of 2029 draaien”, zegt Udding. Maar de voorbereidingen voor een transportnetwerk moeten wel op korte termijn starten om tegen die tijd klaar te zijn. De overheid zal moeten bepalen of waterstof uiteindelijk via een privaat of publiek netwerk aan land komt. In 2023 moet duidelijk worden wie het waterstofnetwerk op zee mag gaan ontwikkelen.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in