Met klinkende namen als ‘DinoTails’ en ‘DinoShells’ presenteerde het Duitse technologieconcern de innovaties. Door relatief kleine aanpassingen aan te brengen verbetert de aerodynamica van windmolenwieken en kan de opbrengst van oude turbines met zo’n 1,5 procent omhoog gaan. Dat deze innovatieve aanpassingen gebaseerd zijn op prehistorische dieren is opvallend.
Stegosaurussen en dino-eieren
Voor de DinoTails stonden de rugplaten van de stegosaurus model. Siemens vertaalde deze rugplaten naar platen op de molenwiek. Het ontwerp vergroot de oppervlakte van de molenwiek, waardoor de lift en de stuwkracht van de turbine toeneemt.
Volgens magazine New Scientist zijn de windmolens ook een stuk stiller. Het blad schrijft dat “wanneer er lucht boven en onder aan de achterrand van een wiek stroomt, kan er turbulentie ontstaan die luidruchtig is. De gekartelde rand van de ‘DinoTails’ onderbreekt deze stroom, waardoor de turbulentie afneemt”.
Voor een andere innovatie vormde een dinosaurusei de inspiratie. Bij de ‘DinoShells’ loopt de vorm van de wiek doorloopt tot aan de hoofdas. Ook dit maakt de turbine efficiënter.
Extra opbrengst
Volgens Siemens klinkt de 1,5 procent extra opbrengst niet indrukwekkend, “maar wanneer het over de opbrengst van een heel windmolenpark gaat, zoals het 125 megawatt Altamont windmolenpark in Amerika, dan zijn deze aanpassingen genoeg om 2.500 extra huishoudens van energie te voorzien”.
Ook Paul Veers van het US National Wind Technology Center is positief over de aanpassingen. “Als je één of twee procent aan een groot aantal windmolens kan toevoegen, dan maakt het wel degelijk een verschil”.
Bron: De Morgen
Foto: Brian Smith
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in