Ze zijn vastgelegd in de ‘Structuurvisie Windenergie op Land’ die de ministers van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken maandag aan het kabinet stuurden. De plaatsen waar kleinere windmolenparken moeten komen, moeten de provincies nog nader bepalen. Het Rijk en de provincies voeren voor het eerst samen beleidsplannen uit op het gebied van hernieuwbare energie.
Windenergie speelt een belangrijke rol bij het halen van de afspraken in het Energieakkoord. Binnen Europees verband moet Nederland voor 14 procent duurzame energie opwekken. Volgens de plannen moeten de nieuwe windparken in 2020 zo'n 6.000 megawatt leveren.
De aangewezen gebieden zijn: Eemshaven, Delfzijl, N33 (Veendam/Menterwolde), Drentse Veenkoloniën, Wieringermeer, IJsselmeer Noord, Flevoland, Noordoostpolderdijk, Rotterdamse Haven, Goeree-Overflakkee en Krammersluizen.
Op zee worden offshore windmolenparken gebouwd. Als deze de afgesproken 4.400 megawatt opleveren, kunnen in 2023 alle Nederlandse huishouden van windenergie zijn voorzien.
Bron: Rijksoverheid | Foto: Elvin by Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in