Nederland is koploper op het gebied van zonnestroom: nergens liggen de daken zo vol met zonnepanelen als in ons land. Dit betekent ook dat er grote pieken in onze stroomvoorziening zitten: als de zon fel schijnt, gaat de elektriciteitsproductie door het dak. Terwijl op andere momenten juist veel minder stroom beschikbaar is. De opslag van elektriciteit wordt daarom steeds belangrijker.
Als je zelf je eigen stroom opwekt, ligt het voor de hand om ook zelf je stroom op te slaan. En hier komt de buurtbatterij om de hoek kijken. In plaats van achter elke voordeur een eigen batterij te plaatsen, kun je deze ook delen met je buren. Buurtbatterijen maken het mogelijk dat buren hun zonnestroom samen opslaan en de energie weer aftappen als dat nodig is. Daarnaast zouden ze vraag en aanbod op de elektriciteitsmarkt beter bij elkaar brengen en verstoppingen op het elektriciteitsnet -netcongestie- helpen tegengaan. Hoe werkt dat? En ook: loont het om een buurtbatterij te plaatsen?
De energiecoöperatie
Peter Ramaekers is mede-initiatiefnemer van WeertEnergie: een lokale energiecoöperatie die een zonnepark met 6.500 zonnepanelen en drie windturbines langs de A2 exploiteert. Hij vertelt dat het idee om een buurtbatterij te plaatsen voortkwam uit een behoefte om te onderzoeken hoe je een dorp als Altweerterheide energie-onafhankelijk kunt maken. Inmiddels staan er in het Limburgse dorp naast het zonnepark drie zeecontainers. In één container staat een grote lithium-ion batterij, in de tweede een omvormer en de derde container is ingericht als bezoekerscentrum om kennis over de batterij te delen.
“Het vergezicht was om een batterij neer te zetten die puur elektriciteit levert aan mensen uit de buurt”, vertelt Ramaekers. “Maar zo simpel is het in de praktijk niet. Wij leveren met onze batterij stroom aan het elektriciteitsnet en krijgen daar per kilowattuur een vergoeding voor. Dat is de kern van het verdienmodel.”
Wat is een buurtbatterij eigenlijk?
In de meest strikte zin van het woord is het initiatief van WeertEnergie geen buurtbatterij, volgens de definitie van Brendan de Graaf, directeur van Lyv - een leverancier van slimme energiesystemen. “Een buurtbatterij is een batterij waar gebruikers direct aan gekoppeld zijn om zonnestroom op te slaan. Zij leveren elektriciteit aan de batterij en krijgen die ook weer terug. Dat kunnen huishoudens in een woonwijk zijn, maar ook bedrijven op een bedrijventerrein.”
De belofte van de buurtbatterij is dat mensen hun ongebruikte zonnestroom op kunnen slaan om ’s avonds in hun energiebehoefte te voorzien - om bijvoorbeeld de elektrische auto mee op te laden. Maar is daar een businesscase voor? De Graaf is er kort over: “Nee. Alle buurtbatterijprojecten hebben op dit moment een vorm van subsidie, of zoeken naar andere verdienmodellen.”
De Graaf merkt op dat de definitie van een buurtbatterij regelmatig wordt opgerekt. “Afhankelijk van de manier waarop je de buurtbatterij exploiteert, kun je je afvragen of het nog om een buurtbatterij gaat. Want wat heeft een batterij die vooral commercieel op de energiemarkt opereert, nog met stroom uit de buurt te maken?”
De businesscase
WeertEnergie heeft met subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) onderzocht hoe de combinatie tussen energie-opslag en de opwek van duurzame stroom rendabel kan zijn. Ramaekers: “Je kan alleen geld met een buurtbatterij verdienen als je hem smart maakt en op de elektriciteitsmarkt laat handelen. Wij hebben een partner die handelt in stroom vanaf het begin bij ons project betrokken. Zij werken met een algoritme dat heel snel kan inspelen op vraag en aanbod op de stroommarkt.”
Mede vanwege de ingewikkelde businesscase is het aantal buurtbatterijprojecten op dit moment nog beperkt. Buurtbatterijen die nu geplaatst worden, zijn vaak samenwerkingsverbanden tussen projectontwikkelaars of energiecoöperaties, batterijleveranciers en andere technisch specialisten die deels met geld van de overheid onderzoek doen naar een deelaspect van batterij-opslag.
De hoge aanschafkosten en de sterk wisselende stroomprijzen maken de opbrengsten en dus de exploitatie van buurtbatterijen onzeker. Maar, stelt Ramaekers, “de schaalgrootte van een buurtbatterij maakt het, in tegenstelling tot een thuisbatterij, beter mogelijk de elektriciteitsmarkt op te gaan.”
De batterij in Altweerterheide is actief op de markt voor frequentiestabilisatie: het beschikbaar stellen van batterijcapaciteit om kleine onbalansen op het electriciteitsnet op te lossen. Door binnen enkele tientallen seconden nauwkeurig extra stroom op het net te brengen, kan een batterij ervoor zorgen dat de frequentie van de elektriciteit op een gelijkmatig niveau blijft. Netbeheerders bieden batterij-eigenaren hier een vergoeding voor. Uit het onderzoek van WeertEnergie komt naar voren dat deze handel voor buurtbatterijen het meest winstgevend is.
Vraagtekens
Maar Lucas van Cappellen, onderzoeker bij CE Delft, zet vraagtekens bij de houdbaarheid van zulke verdienmodellen. “Alleen voor het opslaan van energie is de buurtbatterij tot aan 2030 in ieder geval niet rendabel”, zegt hij. De kosten van batterijen wegen niet op tegen het voordeel dat behaald kan worden door overdag goedkope zonnestroom op te slaan om ’s avonds te gebruiken, blijkt uit onderzoek dat CE Delft heeft uitgevoerd.
Volgens Van Cappellen is ook de handel in elektriciteit op termijn niet winstgevend voor buurtbatterijen. “Er komt waarschijnlijk een aantal grote batterijen in Nederland dat gaan handelen op de onbalansmarkt. Die markt gaat snel vollopen. Als er 1.000 megawatt aan batterijen staat, is er genoeg capaciteit om de elektriciteitsvraag op de allerkortste termijn uit te balanceren. Ik verwacht dat deze functie door heel grootschalige batterijsystemen, zogenaamde gridbatterijen, gaat worden vervuld.”
Netcongestie
Het tegengaan van netcongestie is een ander mogelijk verdienmodel voor de buurtbatterij. Door aan ‘peak-shaving’ te doen - waarbij een batterij pieken in de opwek opslaat, en stroom afgeeft op momenten met minder aanbod van elektriciteit - is er minder capaciteit op het stroomnet nodig.
Op dit moment komt het voordeel bij netbeheerders terecht: zij maken minder kosten voor het verzwaren van het stroomnet, terwijl ze batterij-eigenaren geen vergoeding hoeven te geven voor het verlenen van deze dienst. Wel is het zo dat op deze manier zonneparken soms toekunnen met een minder zware aansluiting - wat voordelig is voor degene die de batterij neerzet.
Maar Van Cappellen stelt dat het maatschappelijk gezien onwenselijk is om op deze manier netcongestie tegen te gaan. “De kosten voor het verzwaren van het laagspanningsnet zijn lager dan het plaatsen van een batterij. We willen de energietransitie op een zo efficiënt mogelijke manier doen, en dan is het totale kostenplaatje relevant.” Hij erkent dat het verzwaren van het net op dit moment traag verloopt - op sommige plekken duurt het wel twee jaar voor een netverzwaring op lokaal niveau is gerealiseerd. “Maar de doorlooptijd voor het realiseren van een buurtbatterij is ook minimaal 1 á 2 jaar.”
Wet- en regelgeving
Eén van de factoren die de businesscase van buurtbatterijen op dit moment ongunstig maakt, is de manier waarop de energiebelasting is geregeld. Over energie die thuis (‘achter de meter’) opgewekt en opgeslagen wordt, hoeft geen energiebelasting betaald te worden. Dat ligt anders bij buurtbatterijen. De elektriciteit die je opslaat in een buurtbatterij voelt misschien als ‘van jou’, maar is dat volgens de wet niet. Elektriciteit die je uit een buurtbatterij haalt, moet worden teruggekocht van de batterij - en daarover betaalt de gebruiker per kilowattuur 15 cent energiebelasting.
Daarnaast spelen nettarieven buurtbatterijen parten. Iedere aansluiting betaalt op dit moment apart voor het gebruik van het elektriciteitsnet. Technisch is het mogelijk om met een aantal huishoudens én een batterij samen de netaansluiting te delen om zo de kosten te drukken - maar hier is wettelijk niks voor geregeld.
Ook voor de buurtbatterij zelf moeten aansluitkosten betaald worden. Volgens De Graaf kan dit deels ondervangen worden door slim gebruik te maken van al bestaande aansluitingen. “Als een bedrijf in een buurt een grote aansluiting heeft, maar die niet volledig gebruikt, kan daar een batterij aan gekoppeld worden. Dat scheelt kosten.”
De organisatie
Rondom het eigenaarschap van de buurtbatterij zijn ook nog allerlei vragen onbeantwoord. Bij de proefprojecten die al hebben gelopen, is meestal een externe partij eigenaar van de batterij. Dat kan een woningbouwvereniging of een projectontwikkelaar zijn. In het verleden hebben ook netwerkbeheerders buurtbatterijen geïnstalleerd. Maar die mogen dit niet meer doen omdat wettelijk is vastgelegd dat netbeheerders geen geld mogen verdienen aan de verkoop van stroom.
“Het organisatorische aspect is heel ingewikkeld”, stelt De Graaf. “Het eigendom moet worden geregeld, contracten worden opgesteld en vergunningen aangevraagd.” Dit drijft de kosten op. “Buurtbatterijen kunnen gemakkelijk een ton, of zelfs een half miljoen euro kosten. Buurtbewoners moeten in staat zijn om zo’n groot project op te zetten en te dragen.”
In Altweerterheide is de energiecoöperatie eigenaar van de batterij. “Als collectief zijn we in staat om financiering aan te te trekken, vergunningen met gemeentes te regelen en alle omwonenden mee te krijgen in de plannen”, vertelt Ramaekers. “Het is ongelooflijk belangrijk dat je alle relevante factoren kent, en kan laten meewegen in de beslissing om een batterij te plaatsen.”
De toekomst
Ondanks alle bezwaren ziet Jeroen Neefs, branche manager bij koepelorganisatie Energy Storage NL, een rol weggelegd voor de buurtbatterij in ons toekomstige energiesysteem. “Het decentraal opslaan van energie gaat in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Voor de leveringszekerheid op de lange termijn hebben we allerlei vormen van opslag nodig.”
Energy Storage NL lobbyt daarom bij de overheid voor betere wet- en regelgeving. “De bussinesscase is op dit moment bij veel vormen van opslag een probleem. De wetgever loopt achter op de praktijk, en houdt de ontwikkeling van batterij-opslag eerder tegen dan dat hij het stimuleert.”
Neefs benadrukt dat verschillende vormen van opslag complementair aan elkaar zijn. “Voor opslag op de langere termijn is het bijvoorbeeld zinvol om te kijken naar warmte-opslag. Batterijen hebben een beperkte capaciteit, terwijl de energie opgeslagen in warmte ook weken of maanden later nog gebruikt kan worden. Ook dat soort systemen kun je op buurtniveau organiseren.”
Ondertussen komt een politieke reactie langzaamaan op gang. Afgelopen augustus werd een motie aangenomen die de regering oproept te onderzoeken welke rol buurtbatterijen kunnen spelen op het toekomstige elektriciteitsnet. Dit voorjaar komt minister Jetten met een ‘routekaart energieopslag’. Neefs: “Er moet duidelijkheid komen welke vorm van opslag op welke locaties zinvol is. Dan pas kunnen burgers en bedrijven echt gaan nadenken over hoe energie-opslag het meest efficiënt kan worden georganiseerd.”
Meer over batterijen:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in