De Rijksoverheid zoekt ruimte voor nieuwe windparken op de Noordzee binnen de zoekgebieden ‘Hollandse Kust’ en ‘Ten Noorden van de Waddeneilanden’. De structuurvisie Wind op Zee legt de nieuwe gebieden voor windparken vast.
Om voor een windmolenpark op zee tot een geschikte locatie te komen is een weloverwogen besluit noodzakelijk. Hiervoor moet de locatie beoordeeld worden op meerdere factoren zoals bijvoorbeeld de potentiële energieopbrengst en de impact op natuur en milieu.
Nader onderzoek
Uit het rapport van de Rijksoverheid uitgevoerd door Royal Haskoning DHV blijkt dat binnen de zoekgebieden voldoende ruimte aanwezig is om het gewenste vermogen aan windenergie te realiseren. Daardoor is het mogelijk om de keuzes te verfijnen naar locaties met een maximale opbrengst en een minimale milieu-impact.
Op verzoek van de ministers Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu en Henk Kamp van Economische Zaken toetste de Commissie voor de milieueffectrapportage (MER) de kwaliteit van het rapport. De commissie MER geeft in haar voorlopig toetsingsadvies aan dat een degelijk onderzoek naar maximale opbrengst en minimale milieu-impact op flora en fauna tot nu toe niet heeft plaatsgevonden.
De commissie MER vindt deze informatie essentieel om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken. Zo wil de commissie dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen die de komst van windparken in de Noordzee hebben voor diverse soorten vogels en bijvoorbeeld bruinvissen en zeehonden.
Verder zou de commissie MER ook graag zien dat er wordt gekeken naar de verschillen tussen verspreid liggende windparken en aaneengesloten windmolenparken. Het voordeel van windparken die verspreid uit elkaar liggen is dat zij meer wind vangen en daardoor meer stroom opwekken. Bij windparken die dichter bij elkaar liggen wordt het makkelijker om de opgewekte stroom aan het elektriciteitsnet te leveren, bijvoorbeeld via een ‘stopcontact op zee’. Ook kunnen hiermee onderwaterreservaten worden gerealiseerd.
Opschroeven
Het kabinet wil de komende jaren meer energie opwekken met windmolenparken om 4550 megawatt aan windenergie op te wekken in 2023. Nu leveren het Prinses Amalia Windturbinepark en het Offshore Windpark Egmond aan Zee nog maar 228 megawatt. Dit is goed voor de stroomvoorziening van ongeveer 255.000 huishoudens.
Windmolens op land zijn verantwoordelijk voor 2300 megawatt. Dit vermogen moet de komende 6 jaar opgeschroefd worden tot 6000 megawatt. De commissie MER is een onafhankelijke adviseur bij soortgelijke projecten en adviseert de overheid. Volgens de commissie MER is er in Nederland zeker genoeg ruimte om het gewenste vermogen aan windenergie te realiseren.
Bron: Windenergie-nieuws.nl & CommissieMER.nl | Foto: M.Prinke via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in