Deze verwachting is verrassend omdat de meeste prognoses een stuk hoger uitvallen dan deze geschatte €0,20. Het hoge tempo waarmee de prijzen dalen heeft zelfs de grootste optimisten binnen de zonne-industrie verbaasd.
Toch lopen de meningen nog steeds sterk uiteen over wat de toekomst voor prijs zal brengen en wat reorganisaties binnen de fabrikanten kunnen betekenen. Veel fabrikanten, voornamelijk uit China, hebben zonnepanelen onder de kostprijs verkocht in een moordende concurrentiestrijd. Het Chinese Suntech, ooit de grootste fabrikant ter wereld, ging daardoor recent al failliet. De markt is in opschudding en zal zichzelf opnieuw moeten balanceren.
Uiteenlopende meningen
Toch is de verwachting van analisten nog steeds dat de prijs van zonnepanelen zal blijven dalen. Zo werkt het Amerikaanse Department of Energy met de aanname dat zonne-energie $1 (€0,78) per watt in 2020 zal kosten. In deze situatie zou energie geleverd worden voor ongeveer $60 (€47) per megawattuur. Dit betekent dat zonne-energie goedkoper wordt dan kolen en gas. De helft van die voorspelde kosten komt voor rekening van de zonnepanelen zelf, de andere helft zijn kosten zoals adapters, installatiekosten en de kosten van vergunningsaanvragen.
Bloomberg New Energy Finance deelt de mening van Citigroup. De Australische regering schat de prijs juist veel hoger. Zij voorspellen een prijs van $140 (€109) per megawattuur in 2020. De meningen verschillen kortom sterk.
Wet van Moore
Citigroup denkt dat de prijzen wel eens sterk zouden kunnen zakken. Daarvoor heeft de bank twee verschillende scenario’s geschetst voor de prijsontwikkeling van zonnepanelen. Het eerste scenario is gebaseerd op ervaringen uit voorgaande jaren. Hieruit blijkt dat bij elke verdubbeling in geïnstalleerde capaciteit, de kosten van PV-panelen met 22 procent is gedaald – een variatie op de bekende Wet van Moore.
Als deze trend zich gaat voortzetten kan de capaciteit van PV zonne-energie stijgen naar 500 GW in 2020, welke nu ligt op 100 GW. In dit scenario komt Citigroup uit op een prijs van $0,53 (€0,41) per watt. Dat zijn dan alleen de kosten voor de zonnepanelen. Deze schatting is grofweg gelijk aan die van de Department of Energy.
In het tweede scenario is de investeringsbank optimistischer. Daarvoor baseert Citigroup zich op de observatie dat de kosten voor zonne-energie tot nu toe zijn geëvalueerd in drie fasen. Na de experimentele fase en de industrieontwikkelingsfase zijn we nu beland in de massaproductiefase. Volgens de bank zal de massaproductie de kosten voor zonnepanelen naar beneden drijven tot $0,25 per watt (€0,20) bij implementatie op utiliteitsschaal. Ook de extra kosten worden verwacht met een zelfde factor te dalen.
Foto: Russf via Flickr.com
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in